Honderd Cols Tocht 2021

Maandag 26 juli 2021  Terug op De Honderd Cols Tocht 120 km 1600 hm img6437
Vorig jaar heb ik het midden deel van de De Honderd Cols Tocht gefietst. Zie rode lijn op kaartje. Dit jaar wil ik het zuiden en als het mee zit het noorden van de route fietsen. Ik heb woensdag net als vorig jaar mijn auto geparkeerd in Fleuri. Fleuri ligt vlak bij Les Depots op km 535 van de route. Dit is op de overgang van het noordelijk deel en het midden deel.
Ik wil eerst het zuidelijk deel van de route fietsen. Omdat ik vorig jaar al het gedeelte van km 535 naar km 790 heb gefietst heb ik hiervoor een alternatief bedacht. Donderdag ben ik door de wijngaarden van de Beaujolais naar het zuiden gefietst. Dat was een prachtige start van de route, maar deze route bleek ook te zwaar te zijn voor de eerste dag. Diverse keren ging de route met 15% omhoog en weer naar beneden. Halverwege de dag moest ik zelfs met 25% omhoog fietsen. De kramp schoot in mijn rechter kuit en linker bovenbeen. De rest van de warme dag had ik daarna geen goede benen meer. Ik heb die dag meer met de fietst gewandeld dan de laatste 100.000 kilometer bij elkaar. Op het einde van de eerste dag had ik 1997 hoogtemeters gemaakt.

Vrijdag was een iets makkelijkere dag. Maar na lang klimmen op de warme middag kreeg ik last van een blessure in mijn rechter bovenbeen. Van de laatste 45 kilometer gingen er 40 naar beneden. Maar zelfs het bijtrappen in de lange afdaling was te pijnlijk. Door zware belasting gaat mijn voet steeds in een blokkade waardoor mijn knie naar buiten gaat draaien als de voet beweegt. Het lijkt alsof mijn bovenbeen de knie in evenwicht moet houden en dat doet pijn. Nu heb ik dit met sporten de laatste jaren bijna elke week, maar dit keer is de pijn ondraaglijk. Ik heb de halve nacht niet kunnen slapen van de pijn.
Zaterdag heb ik vanaf de camping 7 kilometer geklommen met 8% omhoog. Dat ging prima, maar daarna kon ik bijna niet meer fietsen. Uiteindelijk heb ik daarna toch nog 42 kilometer gefietst naar de eerste camping op de De Honderd Cols Tocht.
Zondag ging het iets beter. Ik vertrok met strak blauwe lucht, maar ik zag al snel een paar wolken hangen. Omdat ik over de Col du pas de Peyrol (Puy Marie) moest fietsen, had ik er al meteen een slecht gevoel bij. Zo'n hoge berg trekt natuurlijk veel regen aan. Ik klom dan ook naar de regenwolken toe. Op de top fietste ik in de regenwolken. Ik had het op de top snel koud en ben meteen afgedaald. Boven was er toch weinig meer te zien dan voor de regen en wind schuilende wielrenners.

IMG6494Op het einde van de dag heb ik 2 keer pauze gehouden omdat het niet verder ging met mijn been. Toch was ik al blij dat ik nog 93 kilometer heb kunnen fietsen.
Voor de komende dagen staan er steeds minder heuvels en al helemaal geen bergen in de beschrijving  van de route. Ik hoop dat mijn benen dan iets herstellen en dat ik daarna minder klachten heb. Dat zal nodig zijn want daarna fiets ik de Pyreneeën in.
Meteen na mijn vertrek van de camping bij Laroquebrou stop in bij de dorpsbakker om inkopen te doen. Over een oude brug fiets ik daarna een bergriviertje over en daarna begint de eerste van de 3 beklimmingen die op de routeomschrijving staan. Het is nog fris maar na een paar kilometer klimmen doe ik toch even mijn windstopper uit.
Eenmaal boven gaat de weg steeds op en neer en ik heb het gevoel dat ik alsmaar bergop aan het fietsen ben door een groen berglandschap. Na een tijdje volgt er dan toch een heerlijke lange afdaling naar St Céré. Na het dorp fiets ik even vlak langs een rivier. Deze vlakke weg is goed voor mijn benen, maar helaas is het ook druk op de weg en ben ik blij als er een afslag is die de bergen in gaat.
Over een heerlijke bergweg fiets ik door het bos omhoog. Boven aan de bergweg is het fraaie oude dorp Loubressac. Op het dorpspleintje eet ik de quiche die vanochtend bij de bakker gekocht heb. Na het dorp blijft de weg op hoogte alsmaar heuvel op en heuvel af gaan. Ik fiets plotseling door een veel ruiger landschap. Het grasland ligt vol met rotsen en er staan overal ruige eikenbomen. Ik vraag me af of het kurkeiken zijn. Mijn knie heeft weer problemen. Bij een stenen kruis staat als een soort tafel of bankje een flinke natuursteen plaat op poten. Ik ga er even op liggen. Na een powernap voelt de knie weer goed genoeg om verder te fietsen.

img6507Bij Rocamadour is het druk met toeristen. Van boven af kan men hier het dorp zien. Ik maak er een foto van. Ik ben hier al eens geweest. Ik ga zeker niet naar beneden, het is veel te druk voor in Corona-tijd. Ik fiets meteen verder. De route gaat niet door het dorp maar boven langs. Na het toeristendorp volgt er een schitterende afdaling een ruig rivierdal in. En uiteraard moet ik na de afdaling het dal weer uit klimmen.
Voor Payrac volgt er nog een flinke helling. Ik moet er een kilometer voor het dorp weer even stoppen om mijn knie rust te gunnen. Boven in het dorp besluit ik nog een stuk door te fietsen. Bij de bakker koop ik nog een broodje en 2 cola. Die zijn nodig om mijn honger te stillen tot aan een camping 30 kilometer verder op.
De route gaat weer over prachtige kleine droomweggetjes. Het nadeel van de kleine weggetjes is dat zo nogal veel op en af gaan en helaas vaak met een hoog stijgingspercentage. Voor Gourdon heeft mijn knie weer even rust nodig en stop ik even om mijn broodje op te eten.
Gourdon is een prachtig dorp. Het lijkt wel of de huizen in een rondje als een soort fort gebouwd zijn. Ik fiets rond het oude stadsdeel. Er zijn allemaal restaurants en in de dwarsstraatjes zie ik de oude binnenstad. Ik stop niet om foto's te maken. Ik fiets er rustig langs en fiets meteen door naar het volgende dorp.
Eerst gaat de route over een paar kleine weggetjes, daarna volg ik een rivierdal over een iets grotere weg. Net voor Salviac krijg ik op een Nederlandse camping de laatste beschikbare kampeerplaats.
In avond eet ik er een heerlijke pizza. Onder het eten vallen er een paar regendruppels. Enkele campinggasten rennen naar hun kampeerplaats om hun was binnen te halen. Ik laat mijn was gewoon hangen op mijn fiets. Gelukkig gaat het niet echte regenen

Vrijdag 30 juli 2021  Regendag 61 km 1057 hm img6526
Vanuit de Dordogne ben ik de afgelopen drie dagen naar het zuidwesten gefietst. Het waren relatief makkelijke dagen met ongeveer 1350 hoogtemeters per dag. Ik heb alle drie de dagen geen enkele foto gemaakt. Dit betekent niet dat het saaie dagen waren. Het geheel bewolkte weer was wel saai. Ik houd van blauwe luchten en zonneschijn. Dat was er dus niet. Overdag was het wel steeds droog en erg vochtig met meestal een temperatuur van boven de 20 graden.
De route ging steeds over leuke weggetjes met aardig wat heuvels en veel leuke oude dorpjes. Nu heb ik de laatste 2 zomers dat ik door Frankrijk gefietst heb natuurlijk al veel leuke oude dorpjes gezien. Bij mooi weer had ik waarschijnlijk flink wat foto's gemaakt, maar net als van blauwe lucht houd ik ook van mooi weer foto's.
Ik sta met mijn tent op de camping net buiten de vestingwal van het vestingstadje Navarrenx. Het regent als ik wakker wordt. Mijn plannen om extra vroeg te vertrekken laat ik vallen. Op de buienradar zie ik dat het tot 10.00 uur blijft regenen. Zo lang blijf ik dus maar in mijn tent liggen.

Na een late start fiets ik het vestingstadje in. Bij een bakker koop ik een paar broodjes. Het is nog vochtiger als de afgelopen dagen als ik het stadje uit fiets. Al snel na het vertrek gaat de weg langzaam omhoog de Cote D'Angous op. Het regent niet als ik stil sta, maar als ik fietst lijkt het alsof ik tegen regendruppels aan fiets die in de vochtige mistlucht hangen. Ik word dus al snel nat van het zweten en van de vochtige lucht.
Ik heb geen haast vandaag. Het heeft geen zin om snel naar St. Jean-le-Vieux te fietsen. Het zal daar altijd te laat zijn om nog aan de beklimming van de Col de Burdincurutcheta te beginnen. En na deze col zal er pas op de volgende col een camping zijn. Eigenlijk komt het wel goed uit om morgen met frisse benen te starten met de beklimming van deze grote col.
Na de Cote D'Angous stop ik in Mauleon bij een afdak om mijn broodje op te eten. Terwijl ik dat doe begint het te regenen. Als ik mijn broodje op heb is het gelukkig weer bijna droog. Even na het dorp begin ik met de beklimming van de Col D'Osquich. Al snel begint het weer te regenen zodra de weg omhoog gaat. Bij een bushokje stop ik om te schuilen.
img6529Ik lig lekker op het bankje van het bushokje als ik 3 fietsers omhoog zie fietsen. Ze stoppen even en we maken een praatje. Ze zijn op weg naar Santiago. Ik fiets achter ze aan de bergpas op. Samen met de achterste van de 3 fietsers kom ik op de top aan. We maken foto's van elkaar met het bordje van de bergpas. We verwonderen ons over het groene grasland bij deze col. het lijkt Ierland of Schotland wel.
In de afdaling word ik weer behoorlijk nat. De 3 fietsers gaan iets sneller naar beneden. We hebben al elkaar een goede reis gewenst, want ik moet over een paar kilometer linksaf de steile Col de Gamia op.
Net voor me fietst een groepje mountainbikers ook de bergpas op. Bij het groepje is ook een vrouw met fietstassen op haar fiets. Ik hoop dat ze een elektrische fiets heeft, om met bagage de mannen met alleen een rugzakje op te volgen. Ik heb een lekker korte dag vandaag, dus ik heb nog goede benen om deze veel te steile bergpas op te fietsen. Eén voor één haal ik zwaar hijgend het groepje in. De voorste man begint in het Frans tegen me te praten en zegt iets over elektrische fiets en verder versta ik het niet. Nou maak het even meneer, denk ik, ben ik me hier helemaal het snot voor mijn ogen aan het trappen om zonder te stoppen deze super steile helling op te fietsen en dan begin je over elektrische fiets. Je moet je schamen om door een oude man met loodzware niet elektrische fiets ingehaald te worden, denk ik dan.


img6541
De laatste kilometer van de col regent het weer een beetje. Dat maakt niets uit, ik ben al weer helemaal nat van het zweten in de vochtige lucht. Net als ik denk bovenaan te zijn, moet ik nog een steil stukje omhoog naar de pashoogte. De pashoogte is een hotel. Er staat geen bordje met de col. In de afdaling maak ik een foto naar de afslag van de col. In de verte zijn er steeds meer bergen in het zicht.
St Jean-le-Vieux is de meest zuidwestelijk plaats op de route. Op mijn gps zie ik dat de camping hier 2 kilometer van de route af ligt. Ik zie ook een hotel midden in het dorp. Het lijkt me wel een goed moment om vandaag een hotel te nemen en mijn was te laten drogen op een droge hotelkamer. Ze hebben een hotelkamer vrij.
In de avond loop ik naar het einde van het dorp om te gaan uit eten. Het restaurant van mijn hotel is namelijk gesloten. Ik eet buiten op een overdekt terras met mijn fleecevest aan. Toch vind ik het alsnog fris om buiten te zitten. Maar er is hier niemand die op het idee komt om binnen te gaan zitten. En dat is in Corona-tijd natuurlijk ook een prima idee
.img6549




De bediening in het restaurant is nogal traag. Dat geeft me de mogelijkheid om alvast de Cols van de komende dagen te bekijken. Vorig jaar fietste ik prima over de hoge cols in de Alpen. De steile hellingen die ik voor de komende week zie maken me toch een beetje bang of de wegen in de Pyreneeën niet te steil zijn voor mijn fiets en benen.  
    






Zaterdag 31 juli 2021  Echte Cols 56 km 1555 hm img6558
Ik heb vroeg afgesproken om te ontbijten in mijn hotel. Na het ontbijt ga ik terug naar mijn hotelkamer. Het regent en ik ga nog maar even op bed liggen. Ondertussen kijk ik op de buienradar wanneer het weer droog wordt. Het lijkt een beetje als gisteren op de buienradar. Er trekt een regenfront over tot ongeveer 9 uur. Daarna gaat de regen over in miezerbuien.
Rond 9.00 uur reken ik af en verlaat de via de voordeur het hotel. Dat is een tegenvaller. Het is weer flink gaan regenen. Ik doe eerst mijn regenjas aan om daarna mijn fiets uit de schuur te halen. Na een bezoek aan de bakker en de kleine supermarkt in het dorp regent het nog maar een klein beetje .

Ik fiets rustig het dorp uit. Ik ben blij met elke kilometer die ik vandaag droog kan fietsen. Nu vraag je je misschien af waarom ik dan toch op de fiets ben gestapt. Nou, ik heb geen zin om de hele dag af te wachten in het hotel. Daarnaast zijn er de komende week veel zware bergpassen. In plaats van 2 zware passen op een dag, fiets ik nu tussen de buien door er maar één per dag. Dat is een stuk makkelijker. Ook ben ik nu aan de slecht weer kant van Frankrijk. Elke bergpas brengt me vanaf vandaag verder naar het oosten waar het bijna elke dag mooi weer is.
De eerste 7 kilometer zijn redelijk vlak. Helaas begint het te regenen. Ik zie iets verderop een paar huizen. Ik ben net te laat om te schuilen, als ik bij de huizen kom begin ik al nat te worden. Eerst staat er een oud huis zonder dakgoot langs de weg. Bij de volgende huizen zijn de tuinen afgeschermd met hekwerk, waardoor ik er niet onder dakrand kan schuilen. Ten einde raad stop ik onder een boom en doe snel mijn regenjas aan.
Als de regenbui voorbij is fiets ik weer verder. Een beetje motregen kan geen kwaad en een kilometer verder doe ik mijn regenjas weer uit. Als ik eenmaal begin aan de beklimming van de Col de Burdincurutcheta wordt ik al snel drijfnat van het zweten terwijl ik door de mistbanken fiets. Vier kilometer lang gaat de weg omhoog met 9 tot 13%. En dat zijn dan gemiddelden stijgingspercentages per kilometer. Ik ben blij dat het me lukt om te blijven fietsen.

img6564Terwijl ik tussen de mistbanken door fiets zie ik een steeds indrukwekkender super groen berglandschap. Rond de 800 meter hoogte lijkt zelfs de zon een beetje door de mist heen te komen. Het is maar voor even. Normaal zou je verwachten dat hoe hoger je komt, hoe harder het gaat regenen. Vandaag wordt het juist iets beter weer. Het blijft wel heel erg vochtig en mijn shirt en windstopper worden alsmaar zwaarder van de regen en het zweet.
De laatste kilometers naar de top -op 1135 meter hoogte- zijn iets minder zwaar. Een keer moet ik nog even schuilen voor de regen. Mijn natte kleren beginnen af te koelen. Ik fiets echter verder. Als ik het niet te koud krijg, wil ik pas op de pashoogte een droog shirt aan trekken. Eigenlijk wil ik ieder kwartier wel een droog shirt aan trekken, maar dan heb ik de komende dagen het probleem hoe ik al die shirts droog moet krijgen.
Op de pashoogte stop ik. Ik doe mijn natte shirt uit. Gelukkig is het windstil waardoorimg6581 het niet koud lijkt, maar dat is het wel. Met mijn heerlijke droge shirt aan kan ik even rustig pauze houden zonder af te koelen. Terwijl ik een quiche eet, stopt er een jonge Fransman met zijn auto. Hij vraagt of de pas erg zwaar was. Het begin was dat zeker, daarna viel het wel mee. Hij vertelt dat hij het zelf niet zou kunnen om deze berg op te fietsen. Hij wil ook weten hoe oud ik ben. Ik vertel hem dat ik 54 jaar oud ben, maar dat dat niets uit maakt. Dertig jaar geleden was ik hier echt niet makkelijker omhoog gefietst. "Zit dat ouder worden dan alleen tussen de oren", vraagt de Fransman me. "Ja, voorlopig bij mij wel. Maar misschien ben ik volgend jaar wel plotseling te oud om hier naar boven te fietsen", antwoord ik.

En inderdaad ben ik blij dat ik met fietsreizen nog gewoon dezelfde afstanden en bergen op kan fietsen als ik altijd gedaan heb. Dat in tegenstelling bijvoorbeeld met hard lopen, daar merk ik al 11 jaar lang dat ik ieder jaar 0,3 kilometer per uur langzamer loop. Gelukkig klok ik met fietsreizen geen tijden en gelukkig zie ik ook niet dat ik kleinere afstanden fiets.
Dus op naar de volgende col. Die is redelijk makkelijk. Hoewel er grote verschillen zitten in het stijgingspercentage. Na een kleine afdaling klimt de weg van 1000 naar 1327 meter hoogte. Ik geniet van de fantastische berglandschappen. Tijdens een kleine regenbui houd ik nog een pauze onder een boom.
Op de pashoogte van de Col de Bagargui is niet veel te zien. De afdaling daarna is weer super gaaf. Al snel loopt er een groep ruig uitziende schapen op de weg. De beesten gaan niet aan de kant voor een auto die me net in gehaald heeft. De bijrijder stapt uit om de schapen weg te jagen, maar de schapen blijven staan. Ik zal de automobilist zo gaan helpen. Dieren lopen bijna altijd weg voor fietsers. Eerst maak ik echter een foto van de dieren op de weg. Daarna fiets ik heel langzaam tussen de schapen door. Er springen net genoeg schapen aan de kant, zodat de auto er ook door kan. Als ik ze voorbij ben stop ik om nog meer foto's te maken en met een handgebaar geef ik de automobilist aan dat hij ruim baan heeft gekregen.

img6597 De schapen hebben een bel om hangen. Aan de andere kant van de pas waren het vooral paarden die los liepen met een bel om hun nek. Even later ligt er ook een groep met runderen met enorme "koebellen" om hun nek in de berm.
Nu heb ik net een paar dagen gefietst zonder foto's te maken. Vandaag stop ik ondanks het regenweer heel vaak om foto's te maken. Na de afdaling kom ik in Larrau. Ik besluit om hier nog niet te stoppen. Morgen wordt een loodzware fietsdag. Ik heb op de omschrijving gezien dat er 13 kilometer verderop nog een camping is. Met verderop bedoel ik in de richting van de Col de Soudet. img6609
Door een prachtig dal fiets ik eerst naar beneden en daarna de Col de Soudet op. De aanloop van deze col begint met hele lage stijgingspercentages. Ik fiets heel rustig verder terwijl het een beetje regent. Ik probeer droog op de camping aan te komen. Met droog bedoel ik droog van het zweten en droog van de regen.

De camping ligt langs een bergbeek. Nadat ik mijn tent heb opgebouwd en een douche heb genomen, begint het steeds harder te regenen. Er is geen restaurant op korte loopafstand. Omdat het regent wil ik niet ver gaan lopen. Dus zit er niets anders op om dan maar een keertje zelf te gaan koken.
Op een moment dat het even minder regent, rits ik mijn tent aan één zijde open. Terwijl ik droog in de tent zit kook ik water voor een kan thee en aardappelpuree met rookworst. Meer heb ik op dit moment niet bij me voor het avondeten. Gelukkig heb ik ook nog een banaan als toetje.

Maandag 2 augustus 2021  De zwaarste Cols 70 km 1884 hm
Gisteren ben ik de Col de Soudet en de Col de Marie Blanque over gefietst. Beide cols hadden kilometers lange stukken met stijgingspercentages ver boven de 10%. Als ik wakker word voel ik dat nog een klein beetje in mijn benen. Ik heb de laatste dagen wel allemaal korte dag afstanden gefietst. Daardoor ben ik verder steeds goed uitgerust.

img6652Na een week met amper zonneschijn wordt ik wakker terwijl de zon schijnt. Ik probeer mijn buitentent in de zon nog een beetje te drogen. Ik doe het rustig aan. Tegenover de camping gaat de supermarkt pas om 9 uur open. Voor ik verder ga wil ik eerst wc-papier kopen. In de supermarkt koop ik ook wat stokbrood, kaas en een fles cola.
Meteen als ik Laruns uit fiets gaat de weg omhoog. Ik fiets de Col d'Aubisque op. Met de jas aan fiets ik over enkele haarspeldbochten door een bos met mega grote bomen. Deze bergpas gaat van 531 naar 1709 meter boven zeeniveau. In het overzicht met de bergpassen naar zwaarte staat deze op de vierde plaats. Op 1 staat de Mont Ventoux en op plaats 2 de Col du Tourmalet. De Col du Tourmalet wil ik morgen op fietsen.
Het is vandaag veel drukker op de weg als de afgelopen dagen. De Aubisque is natuurlijk een bekende bergpas en veel wielrenners rijden me voorbij. Als ik eenmaal het bos uit fiets, kom ik steeds vaker in de zon te fietsen. Ik ben blij dat ik eindelijk weer eens een keer zonder jas aan omhoog kan fietsen. Hoewel ik me wel alweer zorgen begin te maken over het snel toenemende aantal wolken. Voorlopig geniet ik nog van de zonnewarmte en elke keer als ik een stukje door de koude schaduw fiets verheug ik me alweer om zo dadelijk weer in de zon te fietsen.


img6664In het plaatsje Eaux-Bonnes moet ik een lus fietsen over het centrale plein. In het dorp is weg even erg steil. Het lijkt erop dat dit een beetje een chique vakantieplaatsje met casino is geweest. De grandeur is er nu wel vanaf. Enkele panden op het plein staan leeg en andere panden kunnen wel een keer geverfd worden, maar het plaatsje heeft nog wel stijl.
Na die super steile kilometers van gisteren ben ik blij met elke kilometer onder de 10%. Die zijn er gelukkig veel vandaag, maar echt een hele makkelijke beklimming is het zeker niet. Rond de 1000 meter hoogte stop ik een keer om een croissant te eten.
Om 12 uur fiets ik het skidorp Gourette in. Hier ga ik heerlijk op een terras in de zon zitten. Zo kan mijn shirt en vooral ook mijn wielrenhandschoenen een beetje op drogen. Ik eet het broodje wat ik bestel maar deels op. Ik heb geen grote honger meer. Ik denk dat het van de inspanning komt. De ober is echter verdwenen als ik wil afrekenen. Een vrouw die bij een kraampje staat naast het terras, ziet me wat verloren rond lopen. Ze vertelt me dat de ober het dorp in is gelopen. Ik vertel dat ik wil betalen. Ze rent daarop het dorp in achter de ober aan. Even later komen ze beide terug rennen. Ik betaal de ober en bedank de mevrouw.img6665
Na Gourette is het nog maar 5 kilometer naar de top. Dit zijn wel de mooiste 5 kilometer. De uitzichten worden fraai en ik stop diverse keren om foto's te maken. Het lijkt erop dat de andere fietsers steeds meer waardering voor me krijgen. Steeds vaker zeggen ze "bravo" of "respect". Ik zie ook diverse mannen op racefietsen voorbij komen met hun vrouw op een elektrische fiets er achter aan.

Ruim een kilometer voor de top is er een hotel op een fraai uitzichtpunt. Hier stop ik even en eet nog een deel van mijn broodje terwijl een hele groep gieren boven me rondjes vliegen.
Na het hotel ben ik boven de boomgrens. Door het grasland fiets ik verder omhoog. Ik begin ook haast te krijgen. Er komen steeds meer wolken en ik voel al de koude van de naderende mistbanken. Op de top doe ik mijn windstopper aan en fiets meteen verder.
De volgende col zie ik al snel liggen. Daarvoor moet ik eerst een stuk over een tegen een bergwand aan "geplakte" weg. Na een paar tunneltjes begint de weg weer te stijgen. Volgens mijn omschrijving is dit de beklimming van de Col du Soulor. Een beklimming van 1358 naar 1474 meter. Na twee derde van de beklimming stop ik even om van het uitzicht op de weg tegen de bergwand te genieten.

img6694Even verderop zie ik de pashoogte. De weg gaat even bijna vlak. Pas daar waar de weg weer omhoog gaat staat er een bord met het startpunt van de Col du Soulor. Hoogteverschil is vanaf hier nog slechts 35 meter. Dus op het moment dat ik denk dat ik er bijna ben begint pas de echte beklimming van slechts een paar pedaalslagen. Van achter de pashoogte komen mistbanken omhoog. Dit doet me denken aan al die koude mistbanken -en regenwolken- waar ik de afgelopen dagen doorheen ben gefietst.
Over de top zie ik al snel dat het geen erg dichte mist is. De afdaling is dus niet erg koud en het is heerlijk naar beneden fietsen. Onder in het dal kom ik in Arrens. Dit is het vertrekpunt van de Col de Borderes. Het zwaarste deel van deze col is niet de col zelf die volgens mijn beschrijving op 934 meter hoogte begint. Het zwaarste deel is eerst een steil stuk weg om het dorp uit te fietsen.
Het is me altijd een raadsel waar nu de col begint. En zoals hierboven omschreven zie je dat "De Honderd Cols Tocht" het soms anders op geeft dan de borden langs de weg. Meestal stop ik niet onder in het dal of juist boven aan de top. Ik vind het fijner om ergens halverwege een beklimming te stoppen om bijvoorbeeld te eten. Zo kun je tijdens de beklimming een keer vaker op adem komen.
Halverwege deze col stop ik dan ook om mijn broodje verder op te eten en wat te drinken. Een Franse fietser -die met moeite img6708omhoog fietst- ziet me staan. Hij zegt iets in het Frans en aan mijn hoofd ziet hij dat ik hem niet versta. Dan maakt hij een gebaar naar mijn fiets. Alsof hij wil zeggen: "Is het fietsersleven al niet moeilijk genoeg, moet je ook nog zo veel bagage mee nemen". Tijdens het laatste deel van deze col schijnt even de zon en ook regent het een klein beetje.

Na een afdaling, fiets ik over kleine weggetjes naar St Savin. In St. Savin is een prachtig pleintje als een soort balkon. Hier heb ik een geweldig uitzicht over het brede dal onder me. Op de warme stenen banken leg ik even mijn was te drogen. Ondertussen eet ik wat stokbrood met Franse kaas. Na een praatje met een Belgisch stel daal ik af naar het dal.
Ik ben nog maar op 500 meter hoogte. Op mijn omschrijving zie ik dat Luz-St. Saveur het startpunt is voor de Col du Tourmalet, die ik morgen op wil fietsen. Luz ligt op 700 meter hoogte. Op de grote weg fiets ik door de Gorge de Luz de laatste 200 meter omhoog.
Er zijn diverse campings. Ik zet mijn tent op, op de camping die het dichtste bij het dorp ligt. Net voor sluitingstijd van de supermarkt loop ik het dorp in. Bij de supermarkt is het super druk. Alle kassa's zijn open. Aan de overkant staat ook een kleine rij auto's voor een tankstation. Midden in het dorp is het topdrukte. Dit doet me denken aan de dorpen aan de voet van de Mont Ventoux vorig jaar. Ook daar vond ik het veel te druk tijdens een Corona pandemie.

img6710Bij een restaurant ga ik binnen eten. Buiten op het terras is het druk, binnen gelukkig niet. Je kunt in deze drukte beter buiten eten, maar ik wil ook niet het risico lopen om tijdens het eten door een regenbui overvallen te worden. Na het eten is het alweer een stuk rustiger op straat. Mijn tent is nat geworden van de regen. Ik heb er niets van gemerkt. Ik hoop dat mijn was -die aan mijn fiets hangt onder een boom- er niet nat van geworden is.


img6721








Donderdag 5 augustus Steile Cols 87 km 2257 hm
Dinsdag ben ik de Col du Tourmalet en de Hourquette D'Ancizan over gefietst. De eerste was redelijk druk met veel andere toeristen. Veel toeristen waren natuurlijk op de fiets. De tweede pas was een leuk klein weggetje waar het in de mistige bergweiden op Mongolië leek.

Gisteren ben ik 3 grote cols over gefietst. Eerst de Col d'Azet en daarna de Col de Peyresourde en de Port de Bales. Vooral die laatste was een leuk klein weggetje, die heel erg rustig was. In de afdaling kwam ik te laat in Cierp-Gaud op de municipal camping om me aan te melden.
Om naar het toilet te kunnen leen ik bij mijn aardige Nederlandse overburen een pasje. Daarna ruim ik mijn tent op en fiets naar het gemeente huis. Bij het gemeentehuis is niemand. De deur is op slot en ik zie ook nergens staan dat ze al om 8.30 uur open gaan . Ik maak een foto van mijn fiets voor het gemeentehuis en start mijn gps. Net als ik wil weg fietsen hoor ik gerommel achter de deur. Twee vrouwen openen de deur en zijn helemaal verbaasd dat er een fietser voor de deur staat.
Voor € 6 wordt de administratie opgemaakt. Ik zou denken dat alleen de administratiekosten al duurder zijn dan die € 6 en dan komt daar ook nog het kampeergeld bij. De ambtenaar vraagt zich af hoe ik me gisteren heb kunnen douchen. Ik leg haar uit in mijn beste Frans dat ik een pasje geleend heb. Ik heb geen idee of ze het begrepen heeft. Ik ben blij dat ik de camping heb kunnen betalen en fiets weg.

img6797In het eerste dorp koop ik bij de bakker een vers stokbrood. Zoals op de meeste dagen is het stokbrood van gisteren nog maar half op. Dat gooi ik echter weg. Het stokbrood is meestal een dag later taai en niet meer lekker.
Zoals gebruikelijk fiets ik eerst een stuk de eerste bergpas op en ga dan pas ontbijten. De eerste bergpas is vandaag de Col de Menté. Op de omschrijving staat er een rode streep voor. Op het bord onder aan de col staat 844 meter hoogteverschil in 9,5 kilometer en dat is 9% gemiddeld. Een hele steile zware col dus.
Gelukkig is het de eerste col vandaag en trap ik zo maar 4 kilometer weg voor het ontbijt. Op een zonnig plekje, net voor ik weer de kou van de schaduw van het bos in moet fietsen eet ik kaas met stokbrood.
Even zijn er blauwe luchten, maar ook snel is het weer bewolkt. Het wisselt een beetje af. Het laatste deel van de pas is leuk. Ik kan er prima fietsen omdat het net iets minder steil is en er zijn veel haarspeldbochten, waardoor het leuker fietsen is. Net voor een haarspeldbocht hoor ik een skateborder naar beneden komen. De skateborder vliegt bijna de bocht uit en zet 2 handen aan de grond. Op het moment dat de skateborder lijkt te vallen springt hij overeind van het skatebord af. Hij rent een stukje verder terwijl het skatebord achter me langs de berm in rolt. Hij roept dat alles ok is en ik fiets rustig verder.


img6813
Bij mijn volgende pauze komen er weer een paar skateborders naar beneden. Het is spectaculair om het te zien. De laatste skateborder is een vrouw. In de bocht waar ik sta kan ze niet op het bord blijven staan. Op haar knieën schuift ze over de weg. Ze blijft verder wel overeind en zegt in het Spaans dat het hier te steil is.
In de afdaling van de col is het even weer lekker zonnig. Heerlijk dan kan ik zonder jas aan naar beneden en kan mijn natte shirt een beetje drogen. Ik daal af een dal in en onder in het dal begint meteen de beklimming van de Col de Portet-d'Aspet. Dit is geen lange beklimming, maar met 10% gemiddeld weer erg steil.
Al snel stop ik even bij de gedenksteen waar Fabio Casartelli -een wielrenner- een dodelijke val heeft gemaakt. De col is maar 4 kilometer lang, toch stop ik op twee derde van de beklimming om even te eten en mijn benen rust te gunnen. Soms is de col goed op te fietsen, maar er zijn ook stukjes met een stijgingspercentage van boven de 10%. Die zijn eigenlijk net te zwaar voor me, maar ik kan gelukkig blijven fietsen.
Boven op deze col stopt de track die ik gemaakt heb. Er is hier een camping. Ik heb echter pas 30 kilometer gefietst. Voor een wereldfietser is dat natuurlijk geen afstand. Ik fiets verder, ook al moet ik daardoor nog een derde zware col over fietsen.
Voor ik de Col de la Core op fiets, koop ik eerst nog een blikje cola en een fles jus. Die moeten me de laatste col op helpen. De Col de la Core is niet steil maar daardoor wel behoorlijk lang. Van 550 meter hoogte gaat de weg naar 1395 meter in ruim 14 kilometer. In het begin is het even rond de 8%, maar daarna kilometers lang vaak maar 2 of 3%. Bij een bankje ga ik weer even wat eten en drink mijn cola op. Heel af en toe komt de zon er goed door en lijkt het even zomer, maar lang duurt dat niet. Op het einde wordt de helling weer steiler en merk ik dat ik moe begin te worden.

img6851Normaal fiets ik door tot ik dan echt niet meer verder kan. Omdat het hier niet boven de 8% uit komt, kan ik lang door fietsen. Uiteindelijk stop ik in de laatste kilometer toch nog een keer. Als ik daarna verder fiets merk ik dat ik zware benen heb.
De 14 kilometer lange afdaling daarna gaat heerlijk snel. Dat vind ik fijn. Zo ben ik nog voor 19.00 uur op de camping net buiten Seix. Op de municipal camping hoef ik maar € 5 te betalen. Na een heerlijke douche loop ik naar het 1 kilometer verderop gelegen dorp. Er is een soort markt en het is veel te druk. Ik probeer nog ergens een tafel te krijgen om wat te eten. Zonder reservering moet ik een uur later terug komen. Ik heb honger. Zo lang ga ik niet wachten. Bij de pizza-tent op de markt staat een kleine rij wachtende. Daar heb ik ook geen zin in. Bij een eettent met afhaal chili con carne is plotseling even niemand. Hier bestel ik Chili con carne zonder chili. In de kraam er naast bestel ik bij Nederlanders poffertjes. De poffertjes eet ik ter plaatse op en de chili con carne neem ik mee naar mijn tent. Ik wil ook wat te drinken mee nemen maar het is overal topdrukte in de cafés. Dus drink ik bij het eten water en mijn laatste thee uit de thermosfles.
Weer een uitstekende fietsdag over fraaie bergwegen komt zo ten einde.


Zaterdag 7 augustus Mur de Péguère 109 km 1523 hm img6870
Gisteren had ik door regen in de ochtend een wat late start. Na de Col de Latrappe en de Col d'Agnes was het daardoor te laat om ook nog de Col de Péguère over te fietsen. Dat komt eigenlijk wel goed uit, want nu kan ik met uitgeruste benen aan deze col beginnen. Ik kijk eigenlijk op tegen deze col. De beklimming van deze kant wordt de Mur de Péguère genoemd. Vanaf de afslag boven op Col Caougnous gaat de weg in 3,6 kilometer 425 meter omhoog.

Als ik wakker word regent het een beetje. Volgens de campingbeheerder blijft het vandaag de hele dag regenen. Volgens andere campinggasten komt de regen pas in de middag. Ik hoor dat de Franse fietsster die naast me staat met het zelfde tentje al aan het inpakken is. Ik kijk naar buiten. Het lijkt niet meer te regenen, maar alle bergen hangen in regenwolken.
Ik breek mijn tent af en loop met mijn fiets naar het toiletgebouw. Onder het afdak van het toiletgebouw zit de Franse fietsster te ontbijten. Ze fietst van kust naar kust door Frankrijk en heeft veel van dezelfde bergpassen gefietst als ik de afgelopen week. We maken nog even een praatje terwijl ik een banaan op eet. Daarna fiets ik het leuke dorpje Massat in.
Op deze reis heb ik al veel van deze leuke Franse dorpen gezien, maar ik heb er nog bijna geen foto's van gemaakt. Hat is al 2 weken lang bewolkt en alles ziet er dan toch wat minder fraai uit om er foto's van te maken. Ik geniet nu alleen van het fietsen door de sfeervolle straatjes.
Na het dorp gaat de weg langzaam omhoog. Al snel begint het zachtjes te regenen. Toch doe ik mijn windstopper uit. Het is bergop al snel warm genoeg en anders heb ik zo dadelijk niet alleen een nat shirt maar ook een natte windstopper.
In het eerste dorp langs de route stop ik onder het afdak voor de plaatselijke bakkerij. Het is inmiddels harder gaan regenen. Ik doe mijn regenjas aan om niet te snel af te koelen. Bij de bakker koop ik een croissant en ik krijg er gratis een soort minibroodje met suiker erop.

Na ruim 300 meter stijging kom ik op de Col Caougnous. Hier stop ik even op de afslag naar de Col de Péguère. Ik maak foto's van het bord waarop gewaarschuwd wordt voor 18% stijging en van het bord met de Col waarop staat dat in 3,6 kilometer deze pas zal stijgen van 947 meter naar 1375 meter boven zeeniveau. Het gemiddelde stijgingspercentage is 12%.img6877
Nu gaat het echte werk beginnen, denk ik. Het begin is al meteen steil en ik ben blij dat ik mijn trappers nog rond kan draaien. Ik ben hard aan mijn stuur aan het trekken. Dit valt extra zwaar omdat mijn stuur en mijn fietshandschoenen drijf nat van het zweet en het regenwater zijn. Na ruim een kilometer komt er een scherpe bocht waarna het even iets minder steil is. Voor de beklimming had ik gedacht dat ik elke kilometer een pauze wilde houden. Ik probeer de eerste pauze zo lang mogelijk uit te stellen. Ik ben ver boven mijn "macht" aan het trappen en ik weet dat het na een pauze alleen maar zwaarder zal zijn.
Volhouden, probeer ik mezelf moed in te praten. Dan zie ik het 2 kilometer bordje al waarop staat dat de komende kilometer maar 10% omhoog gaat. Dat is een meevaller. Nu kan ik weer even op adem komen. Ik realiseer me dat het een belachelijke gedachte is om te denken dat je bij 10% even op adem kunt komen. Toch lijkt het erop dat ik het deel met 18% al achter de rug heb. De laatste kilometer gaat ook met 10% omhoog. Nog even door trekken, spreek ik mezelf weer moed in.
Zonder rustpauze lukt het me om in één keer de pas op te fietsen. Op de top komt er een busje aan rijden. Het raam gaat open en ik zie 2 opgestoken duimen. Goed gedaan, jongen. Als ik stop en mijn armen naar beneden laat hangen stroomt er water en zweet uit mijn mouwen. Ik doe snel de regenjas uit. Het is inmiddels droog geworden en de zon schijnt een heel klein beetje door de dikke mist. Van de bergen om me heen zie ik dus niets. Er staat een kapelletje die niet meer in gebruik is. Daar doe ik een droog shirt -thermoshirt- aan. Daarover doe ik mijn droge windstopper.

img6879Het kleine flesje jus en een blikje cola drink ik op voor ik ga afdalen. Verder heb ik maar 1 liter thee en 1,5 liter water meegenomen vandaag. Ik wilde eerst deze akelig steile bergpas over en heb de 2 andere 1,5 liter flessen op mijn fiets niet gevuld.
In de afdaling heb ik eerst even iets meer zicht, maar daarna daal ik weer af de mistwolken in. Ik doe mijn regenjas aan over de windstopper. Het is steenkoud aan mijn natte benen in de afdaling.
Onder in de afdaling kom ik langs een kleine supermarkt. Hier koop ik nog een fles jus en een klein blikje cola. Er staan nog 5 andere cols op mijn omschrijving, maar ik verwacht niet dat het nog moeilijk zal worden.
De mistbanken zijn verdwenen en het lijkt weer een beetje op de aanloop naar de Pyreneeën. Ik fiets door een heuvelland met veel bos en in de dalen grasland, mais en zonnebloemvelden. Het is ook nu weer geheel bewolkt en een beetje vochtig en ruim 20 graden.
In Foix kom ik langs een demonstratie. De politie laat de auto's niet door, maar ik mag als fietser langs de demonstratie op rijden. Na het centrum ga ik een rivier over en begint de weg weer omhoog te lopen. Voor ik de stad uit fiets koop ik bij een fietsenwinkel een nieuwe binnenband. Ik heb de keuze uit hele smalle 28 inch banden of net iets te grote 29 inch band. Ik kies voor dat laatste.


img6884 Al snel als ik de stad uit ben fiets ik de Col de Py op. Ik krijg het al snel warm. Ik verwissel mijn thermoshirt voor een ander droog shirt en doe hierna niet meer mijn windstopper aan. Ook hang ik mijn natte was weer achter op mijn fiets. Het lukt me maar niet om de was van eergisteren droog te krijgen.
De Col de Py is niet echte een bergpas. De weg loopt langzaam omhoog en alleen de laatste paar honderd meter -en dan bedoel ik geen hoogtemeters- gaat de weg met bijna 10% omhoog. De volgende col is de Col de Charcany. Ging de Col de Py nog 155 meter omhoog, de Col de Charcany gaat maar 51 meter omhoog.
Na een kleine afdaling gaat de weg weer 77 meter omhoog naar de top van de Col de Sarnac. Zo gaat het lekker snel met allemaal kleine bergpassen vanmiddag. De route gaat nog een klein stukje over een "voie verte". Op dit fietspad moet ik door een akelig donker tunneltje. Ik zie het einde van de tunnel, maar ik zie ook dat de tunnel niet recht is. Met mijn kleine voorlicht zie ik de tunnelwanden niet.
Voor het einde van de middag komt er nog een col. Ook hier op de Col de Benoit klimt de weg heel rustig. Ik moet 240 meter omhoog. Halverwege de col neem ik nog even een eet en drinkpauze. Daarna ben ik snel boven. Op de top zie ik geen bordje van de col staan. In de afdaling lijkt het weer of ik even tussen echte hoge bergen ben.
De laatste col van de dag is de Col de l'Espinas. Nog geen 50 meter hoogteverschil is eigenlijk meer een heuveltje dan een echte bergpas. Op mijn gps zie ik de pas staan maar langs de weg zie ik weer geen bordje staan.

img6903 Na de afdaling ben ik snel in Limoux. Op een kilometer van het centrum zet ik mijn tent op de camping municipal. De prijs is € 8,32. Na het douchen begint het te regenen en ga ik in mijn tent zitten. Ik heb honger en eet een lekker stukje Franse kaas met wat stokbrood.
Als het droog is wandel naar het leuke centrum van Limoux. Op een pleintje tegenover de kerk zijn diverse restaurants waar je kunt zitten onder de arcaden of op het plein onder de grote zonneschermen. Ik bestel er een menu. Het voorgerecht met zalm en salade is al zoveel dat ik nu al weet dat ik geen nagerecht meer neem. Zelfs de steak die ik daarna krijg, krijg ik niet helemaal meer op.
In de motregen wandel ik terug naar de camping. Bij mijn tent maak ik nog een praatje met mijn Duitse buren. Ondertussen ga ik ervan uit dat ik niet meer naar het noorden ga fietsen. Tenminste wel terug naar de auto, maar ik ga niet ook nog eens een stuk van het noordelijk deel van De Honderd Cols Tocht fietsen. Het is gewoon geen goede zomer om in de bergen te fietsen. Het was een prachtige tocht tot nu toe. Echter bergpassen op fietsen is vooral gaaf vanwege de geweldige uitzichten over de bergen. Ik zie het nut er niet van in om steeds bergen op te fietsen in de mistwolken. Het is steeds onbehaaglijk koud en nat en je ziet niets. 

Woensdag 11 augustus Mt Aigoual 104 km 2300 hm

img6996Ik heb de afgelopen dagen iets kleinere afstanden gefietst om vandaag te kunnen starten met het beklimmen van de Mont Aigoual. Na het verlaten van de Pyreneeën is het eindelijk echt vakantieweer geworden. De tent is nog nat van de onweersbui gisteren in de avond, maar het is helder.
Naast me op de camping ligt een Belgische wandelaar zonder tent.  We zaten gisteren wat te drinken op het terrasje aan de andere kant van de camping, toen het begon te regenen. De Belg heeft toen zijn spullen in mijn buitentent gelegd. Zijn schoenen en boodschappen staan er nog steeds, terwijl hij zelf met de rest van zijn spullen iets verderop onder een boom ligt te slapen. Ik zet zijn schoenen en boodschappen bij de rest van zijn spullen.

Net na 8 uur verlaat ik de camping. De supermarkt in het dorp gaat helaas pas om 9.45 uur open. Daar wil ik niet op wachten. Ik fiets meteen verder in de schaduw van de berg. Het fietsen gaat best lekker. Normaal vind ik hele lange beklimmingen met een laag stijgingspercentage niet fijn. Gelukkig hebben mijn benen er vandaag geen problemen mee. Vierentwintig kilometer lang fietst ik omhoog van 248 meter hoogte nimg7001aar de top van de Col de Minier op 1264 meter hoogte. Alleen na 15 kilometer stop ik even om jus te drinken en 2 bananen te eten.
Net na 11 uur ben ik boven op de bergpas. Ik ben blij dat ik nog ruim voor 12 uur bij de dorpswinkel in L'Esperou ben. Ik koop er 2 worstenbroodjes, stokbrood, worst en 2 blikjes cola. Al in het dorp begint de 10 kilometer lange beklimming van Mont Aigoual. Ik stop al snel op een plek met een mooi uitzicht. Helaas is er te weinig schaduw om er een pauze te houden. Ik maak een paar foto's en ga 500 meter verderop in de schaduw de worstenbroodjes op eten.

Na de pauze wordt het druk op de weg. Ik ben blij als ik even later de oude weg op kan naar de top. Deze weg is gesloten voor auto's en motoren. Nu deel ik de weg alleen nog met wandelaars en een enkele fietser. Het uitzicht is de hele ochtend al geweldig. Net onder de top is het helemaal geweldig. Op de top krijg ik applaus van wandelaars die er pauze houden. Hier kom ik weer terecht in het drukke vakantieverkeer.
Eindelijk hoef ik geen jas aan voor de afdaling. Wat is het toch heerlijk fietsen in de bergen als het warm zomerweer is . Zo kan ook mijn shirt drogen. Mijn shirt is de afgelopen uren steeds natter geworden van het zweten in de vochtige bossen -na de regen van vannacht- van de beklimming.
img7009
Eerst daal ik heel snel over een grote weg. Daarna volgt een kleinere weg en moet ik iets vaker in mijn remmen knijpen. Bij een dorpje is een bankje in de schaduw. Hier stop ik voor mijn volgende pauze om brood met worst te eten.
Na nog een flinke afdaling kom ik in het dorpje Racoules. Hier neem ik de afslag naar een heel klein weggetje. Dit is mijn laatste col op het traject van De Honderd Cols Tocht deze vakantie. Er staat een rode streep op de omschrijving. Het is een korte maar ook steile bergpas. Halverwege -dat is al na 2 kilometer- ga ik even in de schaduw langs de weg liggen. Daarna trap ik verder omhoog. Er staan minder bomen langs het laatste deel van de col. Het is er warm en soms gaat de weg met 12% omhoog. Bovenop de col staat er geen bordje met Col de Solperriere. Iets verderop is er wel een bordje op de Col des Fraisses. Weer iets verderop staat er een bordje op de Col de Rey. Vorig jaar heb ik vanaf hier de route gevolgd richting de Alpen. Nu verlaat ik hier de route.

img7017Na een fantastische afdaling kom ik in het dal van de Tarn. In Florac zijn campings. Ik vind het nog te vroeg om te stoppen. Ik volg mijn zelf gemaakte track. Door het dal van de Tarn ligt een prachtige weg. Eerst gaat de weg een beetje op en af. Al snel daarna gaat de weg meer op dan af. Daardoor gaat het fietsen langzaam. Dan blijf ik lange tijd alleen maar klimmen. Ik neem nog een pauze. Ik begin nu echt moe te worden en ik verlang naar een heerlijke douche.
De laatste kilometer naar Le Pont de Montvert gaat gelukkig bergaf. Het is een leuk dorp. Echter is het ook super toeristisch. Bij de camping staat een bordje dat de camping vol is. Bij de receptie ben ik dan ook heel blij dat ze toch nog een plekje voor een kleine tent hebben.






img7019Ik ben moe en voel me gesloopt. Ik douche me snel en wandel het dorp in. Ik heb enorme honger. Het eerste restaurant is vol. Bij het tweede restaurant kan ik alleen nog binnen zitten. Dat vind ik prima. Zonder goed te kijken bestel ik eten. Het blijkt een tableau te zijn met paté en kaas. Het is heerlijk en ik krijg het ook heel erg snel. Daar ben ik blij mee. Ik knap er helemaal van op. Terug bij de tent zet ik thee en daarna is het al snel donker.






img7045



Vrijdag 13 augustus Droomweggetjes 136 km 640 hm
Gisteren ben ik het dal van de Tarn uitgeklommen via een makkelijke bergpas. Na een lange prachtige afdaling en daarna nog vele leuke kleine weggetje ben ik in de Ardèche terecht gekomen. Ik ben nu op een camping in het dorpje Darbes. Gisteren was het gehele terras van de camping gevuld omdat het karaoke avond was. Ik ben na het eten naar mijn tent vertrokken. Op het terras werd nog lang feest gevierd. Het verbaasd me nu wel dat in de vroege ochtend toch alle toiletten al bezet zijn op de camping.
Vanaf de camping fiets ik de laatste bergpas op van deze reis. Na een paar haarspeldbochten fiets ik nog een paar kilometer omhoog naar de Col de Bernas. Deze col is maar 795 meter hoog, toch volgt er een heerlijke lange afdaling over een kleine bergweg. Het is één van de vele droomweggetjes die ik de afgelopen weken gefietst heb. Wat is Frankrijk toch een geweldig fietsland.

img7037Nog voor ik helemaal afgedaald ben naar het Rhônedal kruist mijn weg een voie verte. Hier fiets ik het voie verte op. Ook al zijn dit autovrije fietspaden, ik vind deze fietsroutes toch vaak een beetje saai. Meestal zijn deze fietspaden aangelegd op het traject van oude spoorwegen. Die wegen gaan maar langzaam bergop en bergaf en hebben geen scherpe bochten. Nu fiets ik langzaam naar beneden en gaat het lekker snel richting het Rhônedal.
Na een brug over de Rhône kom ik op de Rhône-fietsroute. Deze fietsroute vind ik veel leuker dan het voie verte. Er zijn bergen langs de rivier zichtbaar en stukjes bos worden afgewisseld met open stukken. Bij een dorpje stop ik bij de bakker. Het is druk met andere fietsers voor me bij de bakker. Gelukkig kopen ze niet alle lekkere broodjes die er liggen op.
Ik heb een klein beetje tegenwind en ik fiets stroomopwaarts. Toch gaat het fietsen vandaag veel makkelijker dan de laatste weken waar ik alleen maar in de bergen gefietst heb. Met 16 kilometer per uur fiets ik lekker makkelijk. Daar geniet ik van. De bergwegen waren geweldig afgelopen weken, maar even een vlakke dag is ook wel prettig. En de laatste dagen ben ik aan de mooi weerzijde van Frankrijk. Dus is het eindelijk weer echt vakantieweer.

In Valence fiets ik door het centrum van de aardige stad. Daarna moet ik even zoeken om weer op de fietsroute langs de rivier te komen. In Tournon is er net voor de brug een terrasje met een foodtruck op de oever. Ik bestel er een pannenkoek. Helaas wordt me verteld dat het nu te heet is om pannenkoeken te bakken. Als alternatief bestel ik een aardbeien-ijsdrankje. Ik drink het koude drankje te snel. Ik krijg meteen flinke hoofdpijn. Ik ga even op het terrasje zitten, met geweldig uitzicht over de rivier. Ik drink zo langzaam mogelijk het drankje op en de hoofdpijn zakt gelukkig weer.img7051
Na de fraaie brug bij Tournon fiets ik nog langs een paar mooie dorpjes. Om 17 uur ga ik op een bankje langs de rivier zitten. Op mijn gps ga ik op zoek naar een camping. Ik zie op een afstand van 4 en van 14 kilometer hemelsbreed een camping. Ik kies voor de camping op 14 kilometer. Daar kom ik om 18.15 uur aan.

Voor ik mijn tent op zet smeer ik me eerst in met deet. De kampeerplaatsen zitten helemaal vol met muggen. Na het douchen smeer ik me opnieuw in met deet voor ik terug naar mijn tent loop. Gelukkig zijn er op het terras van het restaurant van de camping geen muggen. Daar kan ik lekker rustig een pizza eten.
Morgen fiets ik terug naar de camping in Fleuri waar mijn auto staat en overmorgen rijd ik terug naar huis.
In 24 dagen heb ik 2254 kilometer gefietst en daarbij 37055 hoogtemeters gemaakt. Hoewel ik een week eerder naar huis ga dan gepland in verband met het slechte weer in de bergen heb ik toch een geweldige vakantie gehad. De Honderd Cols Tocht is een prachtige route over schitterende bergwegen en heel veel droomweggetjes. Op een andere vakantie zal ik het deel in het noorden van deze route wel gaan fietsen.
Het hoogtepunt van de reis waren de dagen met de grotere cols zoals de Col d'Aubisque , Col du Tourmalet en Mont Aigoual. Dit waren ook de dagen met het beste weer in de bergen.

Ik heb € 51,92 per dag uitgegeven. Dit is inclusief de kosten van de overnachtingen. Ik heb 1 nacht in een hotel geslapen. De prijs voor die overnachting was € 70,--. De andere 24 nachten heb ik gekampeerd. De prijs voor de campings was gemiddeld € 13,35. De kosten van de heen- en de terugreis zitten niet in de prijs per dag. Ik heb 2 keer € 27 tol betaald en ongeveer € 160,-- aan benzine uitgegeven.