Namibië

Vrijdag  3 augustus 2018  Zandwegen in de woestijn 118 km 1319 hm
 
In Springbok heb ik een boekingsformulier op internet ingestuurd om de campings bij Ai-Ais en Hobas te reserveren. Ik had gelezen dat je die campings van te voren moet boeken. Na het insturen bleek dat ik niet meteen antwoord op mijn boeking kreeg, maar dat ik daar enkele dagen op moest wachten. Een dag later kreeg ik mail dat ik te laat was met boeken omdat ze meer dagen nodig hadden om dit te kunnen verwerken. Ik had niet zo een ouderwets traag boekingssysteem verwacht en ik wilde ook niet eerder boeken om me niet te lang vast te leggen in mijn planning.

IMG-0294Ik heb mijn route hierdoor gewijzigd en heb gisteren rustig aan gedaan en een stukje door en langs het dal van de Oranjerivier gefietst naar Aussenkehr. Ik weet dus niet waar ik de komende nachten zal overnachten. Dat vind ik prima, want zo gaat dat normaal gesproken elke dag op mijn reizen. Ik bekijk van te voren de opties en eenmaal onderweg zie ik wel hoe het loopt. Ik sta nu op het Norotsama River Resort op een kampeerplek. Voor ik vertrek ga ik eerst ontbijten in het prachtige restaurant van het luxe resort met een schitterend uitzicht over de ruige bergen van de woestijn en het dal van de Oranje rivier.

Het resort ligt in een gebied dat vol met wijngaarden staat. Als ik naar de hoofdweg terug fiets kom ik langs een bordje waarop het verzoek staat om rustig te rijden want de druiven rusten. Terug op de hoofdweg volgt er één kilometer asfalt en daarna fiets ik over gravel. De gravelweg gaat met een bocht om Aussenkehr heen. Dit dorp bestaat uit een armoedige -maar ook prachtige- verzameling van allemaal kleine rieten huisjes. Ik heb gisteren al veel foto's van deze nederzetting gemaakt en dat doe ik vandaag ook nog eens. De ligging van de rieten huisjes met de bergen van het Oranje-rivierdal op de achtergrond is  schitterend.

Ook na Aussenkehr stop ik nog vaak om foto's te maken. Eerst zijn er de wijngaarden met de schitterende ruige bergen van de woestijn op de achtergrond. Na het verlaten van het rivierdal fiets ik een prachtige woestijn in. Elke paar kilometer stop ik weer om foto's te maken. Het contrast tussen het mooie resort vanmorgen met de armoedige hutjes van Aussenkher was groot. Het contrast in landschap tussen Zuid Afrika en Namibië is ook groot.

Uren lang fiets ik langzaam omhoog. Bij elke auto die langs komt verdwijn ik even in een stofwolk. Mijn aandrijfriem gaat erg kraken vandaag door het stof. Als ik de riem schoon maak is het krakende geluid weer weg, maar na de eerste auto -met flinke stofwolk- is het geluid weer terug.

IMG-0350Op 8 kilometer voor de C37 -waar ik weer op mijn geplande route kom- loopt er een hele grote tor -of iets dergelijks- op de weg. Als ik vanaf de zijkant van het dier een foto wil maken draait het steeds met zijn kop naar me toe. Ik vraag me af of dit een soort aanvals- of verdedigingshouding is of dat het beestje gewoon nieuwgierig is. Ten slotte komt het beestje niet iedere dag een fietser tegen. In de verte zie ik een stofwolk van een auto die over de C37 rijdt. Ik tik op de plaats waar de auto rijdt op mijn gps-scherm en zie dat die afstand nog ruim 10 kilometer is.

Voor de kruizing met de C37 komen er een paar lastige vliegjes op mijn gezicht zitten. Ik ben naar een hoogte van 600 meter geklommen en even later bestaat de woestijn plotseling uit een geel kurkdroog grasland. Op de kruizing staan even later grote borden om de richting aan te geven. Dat is heel erg handig, want zo kan ik even in de schaduw staan om pauze te houden.

Verder naar het noorden -op de C37- verdwijnt het gras weer. Af en toe staan er een paar struikjes en een enkele kokerboom. Verder is het kaal. Een kale wereld van lege vlaktes en ruige roodbruine -soms bijna zwarte- bergen. Halverwege de middag kom ik op de afslag naar Ai-Ais. Omdat ik een lekkere rugwind heb besluit ik de warme bronnen van Ai-Ais -waar ik toch niet mag overnachten- links te laten liggen en rechtsaf te gaan in de richting van de Fish River Canyon.

Na weer een uur klimmen volgt er een heuvelachtige route. In de afdalingen fiets ik soms met 40 kilometer per uur naar beneden. Het is heerlijk -na 80 kilometer klimmen- om de fiets lekker de berg af te laten rollen, maar op de IMG-0377gravelweg met stukjes mul zand en veel wasbord ook wel een beetje eng. Het lukt me om net voor het donker het Gondwana Canon Village te bereiken. Hier zijn 2 hotels. Bij een hardloopster -uit Denemarken- vraag ik of ze weet of er een camping bij één van de hotels is. Bij het eerste hotel niet zegt ze, dus probaar het maar bij het tweede hotel. Voor ik het terrein van het tweede hotel op fiets loopt er een Oryx over de weg.

Bij het hotel is geen camping. Men zegt er dat de prijs voor een tweepersoons kamer 1800 Dollar -ongeveer €115- en voor een éénpersoonskamer 2200 Dollar -ongeveer €140- is. Dat vind ik nogal raar en bovendien vind ik €140 ook wel erg veel geld. Daarvoor moet ik wel iets heel speciaal krijgen. Steeds wordt er bij de receptie overlegd en gebeld naar andere mensen om te vragen of er nog kamers ter beschikking zijn en of er nog een andere oplossing is omdat ik de kamer te duur vind. Ook loopt de receptioniste af en toe naar buiten om iemand te bellen of voor overleg op het kantoortje buiten op het terrein. Het duurt allemaal erg lang en buiten begint het al donker te worden. Dan blijkt dat er ook nog een andere optie is. Ik kan naar het 6 kilometer verderop gelegen Canon Mountain Park gaan. IK zie het echter niet zitten om in het donker over deze zandwegen verder de bergen in te fietsen op zoek naar dat park.

Na een tijdje komt er een voorstel om bij het eerste hotel te gaan overnachten voor de prijs van 1800 Dollar. Die prijs is dan inclusief ontbijt en avondeten. Ik vind dat een prima voorstel en loop naar mijn fiets om nog snel -voor het helemaal donker is- terug naar dat andere hotel te fietsen. Als ik net weg wil rijden komt de vrouw van de receptie met nog een andere vrouw naar me toe. Ze hebben nog een beter voorstel. Voor 330 Dollar mag ik eerst aanschuiven bij het avondbuffet van het hotel en daarna brengt iemand me met de auto naar het Canon Mountain Park waar een kamer maar 450 Dollar kost.

Dus gaan we weer terug naar de receptie om me in te schrijven. Ik krijg ook de vraag waar ik morgen wil overnachten. Ik denk het Canon Roadhouse. Die hoort ook bij deze hotelketen en ze bellen er naar toe om voor me de camping te reserveren. Die blijkt al vol te zitten. Ik kan wel voor €100 een kamer reserveren. Maar dat doe ik nog niet, ik zie morgen wel weer waar ik terecht kom.

Het buffet is heerlijk en echt klasse. Ik begrijp niet waarom het eten zo goedkoop is en de kamers zo duur. Na het eten word ik naar het Canon Mountain Park gebracht. Daar ben ik blij om want ik denk niet dat ik met mijn fietsverlichting de borden van de afslag naar het park had gezien. Terwijl ik dit verslag -op mijn kamer- schrijf lees ik in mijn reisgids dat er hier in het park ook een keuken is. Ik zoek de keuken op en kook er water om thee te zetten.

Maandag  6 augustus 2018  Luxe kamperen   94 km 660 hm  

Gisteren en eergisteren ben ik over zandwegen naar Seeheim aan de geasfalteerde B4 gefietst. Ik heb gisteren toch nog kunnen kamperen bij Hobas na een bezoek aan de schitterende Fish River Canyon.

IMG-0446Seeheim is een hotel aan de spoorlijn die hier ruim 100 jaar geleden door de Duitsers is aangelegd. Na een heel erg korte bloeitijd is het langzaam in verval geraakt en in 1970 verlaten. Een paar jaar geleden heeft iemand de ruïne opgekocht en weer opgebouwd. Een oud medewerker heeft nog niet zo lang geleden het hotel in brand gestoken. Nu is men weer begonnen om het op te knappen. Ik sta met mijn tent op een leuk klein grasveldje op een soort kleine terassencamping. Ik ontbijt in de eetzaal van het hotel. Daar zijn ook 3 Franse toeristen en een Belgisch gezin, waarmee ik gisteren een gezellige avond had bij de bar. Als ik vertrek zeggen de Belgen dat ze rustig zullen rijden als ze me in halen om me niet in het stof te zetten. Ik vertel ze dat ik denk dat dat niet nodig is omdat ik de hele dag asfalt heb.

Vanaf Seeheim fiets ik langzaam omhoog tegen een koude wind in. Het is natuurlijk winter hier, maar gelukkig is het wel helemaal helder en in de zon meestal best lekker. Bij een kleine bergpas zou er een Duits fort moeten zijn. Ik zie echter helemaal niets in de bergen. Het enige wat ik zie is dat ze op de eenzame boerderij aan de andere kant van de weg reclame maken voor safari's naar het fort en naar oorlogsgraven.

Na de kleine bergpas volgt er een saaie hoogvlakte. Na een tijdje daal ik weer af van de hoogvlakte naar het dal van een wadi. De rivier staat natuurlijk droog maar er staan wel enkele bomen in het dal. Ik zie er een groep met gemsbokken en springbokken. Zodra ze me zien rennen ze weg. Bij de afslag die ik naar het noorden moet nemen staat een tafel en 2 bankjes. Ik ga op de grond achter een bankje zitten zodat ik niet midden in de koude wind zit om wat brood en kaas te eten. Het lijkt hier gebruikelijk dat de wind rond 12 uur draait en een stuk krachtiger wordt.

Hoewel ik steeds tegen de wind in moet fietsen heb ik vandaag geluk met het draaien van de wind. Ik heb nu de stormachtige wind tenminste niet recht tegen maar schuin van voren. Op de eerste paar kilometers heb ik zelfs even de wind in de rug. Halverwege deze laatste 30 kilometer naar Bethanie staat er nog een bankje. Ik ga er even op liggen uit rusten.
IMG-0457
Na 400 kilometer in Namibië zie ik nu mijn eerste dorp. Er staat een bord dat er riool en waterleiding wordt aangelegd. Bij de eerste stenen bungalows zie ik nog kakhuisjes achter op het erf staan. Het dorp heeft 3 kerken en dat vind ik nogal veel voor die paar huizen die er staan. Midden in het dorp staat een oud hotel met een groot hekwerk er omheen. Ik bel bij het hekwerk aan en krijg te horen dat ik via de zijingang naar binnen kan. Achter het hotel is een leuke kleine kampeerplaats waar ik mijn tent op zet. Bij de bar van het hotel schrijf ik me in en bestel meteen ook wat te drinken, avondeten en ontbijt voor morgen vroeg. Ik krijg te horen dat het avondeten een gemsbokpasteitje is en dat het vannacht 2 graden gaat vriezen. In de avond zit ik nog een tijd met een Zuid Afrikaanse en 2 Duitse toeristen bij de open haard.

Zondag  12 augustus 2018  Kries se Rus   121 km 888 hm
 
Ik ben vandaag in Solitaire. Dit is weer één van die gave overnachtingsplaatsen in Namibië. Ergens midden in een woestijn van geel dor grasland staat hier een hotel, restaurant, benzinestation met winkeltje en een beroemde bakkerij. Huizen staan er verder niet. Achter het hotel is een kampeerplaats. Die is eigenlijk gesloten, maar ik heb gisteren bij de receptie vertelt -toen ze me weg wilde sturen- dat ik geen meter verder meer zou fietsen. Toen mocht ik toch op de camping staan en er zijn nog een paar kampeerders. Hoewel de camping gerenoveerd wordt werkte gisteren bij het mannentoilet de warme douche nog prima. Het is vandaag niet meer zo koud als de afgelopen week en het heeft niet gevroren vannacht.

IMG-0657Wat ook heel erg prettig is dat ik niet -net als gisteren- wakker word terwijl er een laag woestijnzand over me heen ligt. Nu was ik gisteren in Sesriem op een camping net binnen het Nationale Park van Sossusvlei. Daar vandaan ben ik eergisteren -liftend met 3 Franse toeristen mee- naar de zandduinen van Sossusvlei gegaan. Ik heb nog nooit zo veel zandduinen gezien. We hebben Big Daddy beklommen. Vanaf deze duin was er een indrukwekkend uitzicht over de zandduinen. Daarna zijn we heel spectulair van deze zandduin afgerend. Beneden kwamen we op de bodem van een schitterend zoutmeer -Dead Vlei- met dode bomen erin en geheel omsloten door rode zandduinen. Tegenover deze mooie plek is Bad Water in Death Valley USA -waar ik een paar maanden geleden was- maar een lelijk meer.

Nadat ik mijn kampeerspullen heb ingepakt ga ik in het restaurant ontbijten. Ze hebben er onder andere vers gebakken brood uit de bakkerij. Ik krijg niet al het eten op en daarom neem ik de worstjes die ik heb gekregen mee voor onderweg. In de winkel koop ik nog 2 flessen cola en verder heb ik mijn waterflessen gevuld. De eerste 235 kilometer gaan over gravelwegen en zal er niets meer verkrijgbaar zijn.

De gravelweg bestaat uit veel wasbord -ribbels over de weg- en veel los zand en grind. Steeds ben ik op zoek naar het beste spoor om over te fietsen. Af en toe kom ik stuiterend tot stilstand op het wasbord of zak ik met mijn achterwiel zo ver weg dat ik daardoor "geparkeerd" sta.

Na een paar kilometer word ik rechts ingehaald door een springbok. Even verderop rent het dier de weg over en verdwijnt daarna in de eindelose grasvelden. Een kilometer verder staat er een auto langs de weg om naar een hele groep springbokken te kijken en weer iets verder staan er bij enkele bomen 3 spiesbokken.

Een toeristenbus haalt me in. Ze hebben grote raampartijen in de bus. Zo kunnen de mensen me goed zien. De voorste pasagier heeft zijn camera tegen het raam gedrukt. Hij probeert snel foto's van me te maken. Dat is natuurlijk heel belangrijk, want springbokken zie je genoeg hier maar wereldfietsers zijn schaars. De overige passagiers zwaaien naar me met de duim omhoog.
IMG-0678
Ik begin hier een hekel aan mensen te krijgen. Ze rijden me bijna allemaal met veel te hoge snelheid voorbij. Soms vliegen er stenen tegen me aan en vooral de smerige stofwolken zijn heel irritant. Waarom kan men niet even rustig rijden als er iemand op de weg is. Eén keer verdwijn ik zo ver in de stofwolken dat een automobilist -die me heel laat ziet- me bijna aan rijdt. Soms denk ik dat men alleen nog maar langzamer gaat rijden om beter een foto van me te kunnen maken.

Bij de Rostock Ritz staat een groot bord dat je er kunt lunchen en dat dit de laatste kans is voor een goede lunch voor het 200 kilometer verderop gelegen Walvisbaai. Ik zie het hotel niet liggen vanaf de weg. Ik heb vandaag geen tijd om een aantal extra kilometers te maken voor de lunch en fiets verder. Vlak na de afslag staat er bij de steenbokskeerkring een bord. Het bord is vol met stickers geplakt maar de tekst "Tropic of Capricorn" is nog goed leesbaar.

Bij alle stukken die bergop of bergaf gaan is de weg heel erg slecht en lukt het me niet om daar normaal door te kunnen fietsen. Op de Gaubpas is de weg echter opeens een stuk beter. Dit is geen bergpas over een bergrug maar een afdaling de kloof van de Gaubrivier in. Hier is er een stuk fraai woestijnberglandschap. Aan de andere kant moet ik natuurlijk weer de kloof uit klimmen.

IMG-0684 Voor ik het Namib Naukluft Park in fiets zijn er veel kleine heuvels. Het wegdek is hier iets beter waardoor ik een paar keer prima kan afdalen. Een enkele keer moet ik wel aan de "noodrem" trekken om niet van mijn fiets af te stuiteren als ik plotseling toch weer op een vreselijk stuk wasbord terecht kom. Na de ingang van het park volgt er één kilometer asfalt. De volgende bergpas is de Kuisebpas. Ook hier daal ik eerst het dal van de Kuisebrivier in. Ook bij deze bergpas zie ik een prachtig ruig woestijnlandschap.

Onder in het dal -waar weer één kilometer asfalt ligt- hou ik pauze. De klim daarna het dal uit valt heel erg tegen. Na 90 kilometer stuiterweg met veel mul zand beginnen mijn benen moe te worden. Na 3 kwartier klimmen gaat de berghelling over in een vals plat dat langzaam omhoog loopt en waar ik tegenwind heb. Op de kale hoogvlakte lijkt er geen einde aan de beklimming te komen.
IMG-0688
Net voor zonsondergang kom ik een Nederlands stel op de fiets tegen. Ze zijn van Kenia op weg naar Windhoek en dus bijna aan het einde van hun 8 maanden lange fietsreis. Het is een leuke ontmoeting. We praten niet al te lang want we willen beide nog ongeveer 10 kilometer fietsen naar onze geplande kampeerplaatsen. Ik hoor van ze dat ik een permit had moeten kopen om in het park te mogen overnachten en dat er -in tegenstelling van wat in mijn reisgids staat- geen water is op de Kriess se Rus campsite.

In de avondschemering zet ik 10 kilometer verderop bij de Kriess se Rus kampeerplaats mijn tent op. Er blijkt inderdaad geen water te zijn. Ik kan me dus helaas niet douchen. Ook niet met een fles water, want daarvoor heb ik niet genoeg water mee genomen. Voor het eerst sinds enkele weken kook ik weer een keertje zelf. Vanavond geen lekker stuk wild, maar een blik groente met Nederlandse rookworst en aardappelpuree. Verder ben ik alleen in de woestijn.

Zaterdag  18 augustus 2018  Windhoek   0 km 0 hm  

IMG-0819Wat een geweldig kampeerland is Namibië. Van de Kriess se Rus campsite ben ik een paar dagen geleden afgedaald naar Walvisbaai. Daar heb ik een keer niet gekampeerd maar overnacht in een klein hotel met balkon met zicht op zee. Een dag later heb ik gekampeerd bij een backpackers hostel in Swakopmund. Daar stond ik op een leuk klein grasveldje in de tuin terwijl ik ook gebruik kon maken van een keuken en woonkamer. Vanaf de kust ben ik weer naar het plateau geklommen waar het binnenland van Namibië op ligt. Dit was een overgang van de woestijn naar een soort savannen gebied of droog tropisch bos. In Usakos heb ik gekampeerd op een kampeerterrein in aanleg achter een leuk restaurant. De mooiste kampeerplaats was een dag later op het terrein van de Okahandja country lodge. In een stukje bos met een paar kleine grasveldjes stond mijn tent naast een rieten dak met daar onder stoelen en een tafel. De badkamer was een schitterend aangelegde buiten wc en douche tussen enkele rieten wanden.



Nu kampeer ik op een heel rare plek. Samen met onder andere de 2 Nederlandse fietsers  -Annemarie en Roeland- die ik ook op weg naar Kriess se Rus tegenkwam- sta ik nu in de tuin van Cardboard Box Backpackers. In de avond hangen hier rond het zwembad en aan de bar allemaal mensen die aan de waterpijp zitten te lurken. Het is een beetje alsof ik in de drugstent van Windhoek terecht ben gekomen. Ik hoop maar dat dit geen negatieve invloed op de veiligheid hier heeft, maar een heel erg goede indruk maakt dit hostel zeker niet.
IMG-0826
In de ochtend doe ik vandaag niet veel. In de middag wandel ik even de stad in. Erg veel is er niet te zien. Ik maak een foto van de Christuskirche en later ook van de katholieke kerk. Op de terugweg naar het hostel doe ik boodschappen in de supermarkt.

Op het einde van de middag wandel ik weer de stad in. Ik ben vergeten een stekker te kopen. Al vele jaren lang maak ik gebruik van een wereldstekker. Helaas is die niet geschikt voor het zuiden van Afrika. De supermarkt is al gesloten als ik daar aan kom. Ik wandel verder de stad in op zoek naar een leuk restaurant om wat te eten. In de hoofdstraat zie ik een restaurant waar je op de eerste verdieping op het balkon kunt zitten. Annemarie en Roeland zitten er ook en ik neem plaats bij hun aan tafel. Na het eten wandelen we samen terug naar het hostel en hebben daar nog een gezellige avond.

Van hieruit is het nog 3 dagen fietsen door de savannen naar de grens met Botswana. Van de 21 dagen in Namibië heb ik 3 nachten in een hotel geslapen. De gemiddelde prijs daarvan was € 40,66 (610 N$). Alle overige nachten heb ik gekampeerd op campings en hiervoor heb ik gemiddeld per nacht € 8,48 (127,29 N$) betaald. In totaal heb ik € 39,27 per dag uitgegeven en dat is inclusief 160 N$ entreegeld voor het nationale park bij Sossusvlei en 80 N$ voor de Fish River Canyon. Een derde van de uitgaven waren dus voor de overnachtingen en ik heb het gevoel dat ik heerlijk luxe heb gereisd de afgelopen weken.

In totaal heb ik 1806 kilometer gefietst en daarbij 9930 hoogtemetIMG-0840ers gemaakt. Dat is maar 550 hoogtemeters per 100 kilometer. Ik ben hier veel op een hoogte geweest van ruim 1000 meter hoogte (Windhoek ligt op een hoogte van 1700 meter), maar in deze oude woestijn ging het steeds maar langzaam omhoog en naar beneden waardoor er weinig hoogteverschillen waren.


De hoogtepunten van Namibië: