Laos

Woensdag  15 november 2017 Visa on arival  57 km 1139 hm

Vanaf mijn hotel is het maar een paar honderd meter naar de grens. Voor het douanegebouw aan de Vietnamese zijde parkeer ik mijn fiets en ik meld me bij de douane. Ik word verzocht mijn paspoort af te geven en plaats te nemen op een bank. Na 20 minuten heeft men mijn gegevens ingevoerd in een computer en wordt er een uitreisstempel in mijn paspoort geplaatst. Als ik mijn paspoort terug heb fiets ik de grens over.

In Laos staat hetzelfde douanegebouw. Ook daar moet ik mijn paspoort inleveren en plaats nemen op een houten bank. Ik heb nog geen visum voor Laos. Hier krijg ik een "visa on arival". Ik moet er wel een uur op wachten, maar ik vind dat geen probleem. Ik vind het altijd prettig als ik een visum op de grens kan kopen. Dat is veel makkelijker dan ergens naar een consulaat rijden en er enkele dagen op moeten wachten en dan voor het op halen van het paspoort nog een keer terug naar het consulaat rijden. Het visum kost me $45,--.

Op mijn kaart staat aan de Vietnamese zijde een kleine weg ingetekend en in Laos een dikke rode streep. Ik ging er al vanuit dat er hier geen erg grote weg zou liggen, maar een smalle bosweg of landweg had ik niet verwacht. Het asfalt is op veel plaatsen kapot gereden en er zijn enkele zeer steile stukken in de weg. Het boslandschap is fraai en het is mooi weer. Eindelijk is de lucht helder en blauw met enkele stapelwolken. De weg loopt door de bergen en gaat meestal langs een dal met rijstvelden.

img2225De weg gaat steeds bergop en bergaf, maar steeds iets meer bergop dan bergaf. Zo klim ik vanaf 350 meter hoogte naar ruim 700 meter hoogte. De dorpen langs de weg hebben net als in Vietnam veel houten paalwoningen. Er is echter een groot verschil. Laos is veel armer. De huizen zijn kleiner en minder mooi. Er staan minder nieuwe huizen langs de weg, zoals ik al schreef is de weg veel smaller en veel slechter en de mensen zien er niet zo goed uit. In de weg zit een brug met een heel slecht houten wegdek, waar een deel van de houten draagbalken al gebroken zijn.

Na het rustige klimwerk in de ochtend, moet ik aan het begin van de middag even volle bak klimmen. Het is maar een paar kilometer, maar er zijn stukken bij met een stijgingspercentage tussen de 10 en 20%. Ik moet op een stuk met 20% -waar het wegdek versleten is en er allemaal stenen liggen- zelfs 50 meter lopen met de fiets. Op een hoogte van 890 meter ben ik op de top.

Na een kleine afdaling koop ik bij een winkeltje een fles met sinaasappelsap. Ik word uitgenodogd om met de mensen mee te eten. Ik krijg een brok met plakrijst in mijn handen gedrukt en op tafel staat een schaal met vlees en een schaal met een dikke rode elastische massa. Aan dat rode spul waag ik me niet, rood lijkt me teveel de kleur van peper. Dat vlees bestaat uit delen van een varken. Bij een hap met een taai stuk oor -dat denk ik tenminste- lukt het niet om het snel in stukken te bijten en door te slikken, terwijl het vlees brandt in mijn mond van de peper. Ik spoel het snel weg met de sinaasappelsap. Ik eet daarna vooral nog de rijst en maak de mensen duidelijk dat dit eten iets te heet is voor me. Ik bedank ze voor het eten en fiets verder.

De weg begint weer te klimmen. Drie keer denk ik dat ik op het hoogste punt ben en ik neem me voor meteen daarna mijn laatste pauze te houden voor ik Vieng Say in fiets. Echter steeds als ik boven ben lijkt het verderop nog iets hoger te zijn en voor ik pauze kan houden fiets ik op een hoogte van 925 meter het dorp al in.

Volgens mijn reisgids is er alleen een guesthouse in het dorp vlak bij de grotten van Vieng Say. Het lijkt er echter op dat de schrijver van de gids met een taxi rechtstreeks naar de grotten is gereden en niet heeft gezien dat er nog veel restaurants, hotels en guesthouses zijn in het dorp. Eén van deze restaurants zou ook een extra vermelding waard zijn. Dit is een Indiaas restaurant en hier hebben ze geweldig eten. Ik zie dat er een fietser zit en fiets daarom naar het restaurant. Ik ken deze fietser. Het is Ken Brown, die ik eerder op deze reis ontmoet heb in Mongolië. Het is een gezellig weerzien en ik bestel friet met kip.

img2283 Vlak voor het donker wordt fietsen we samen 100 meter verder naar het zuiden. Rechts van de weg is een hotel, dat blijkt vol te zijn. Er tegenover is een guesthouse, waar we beide een kamer nemen voor 60.000 Kip. Dat is ruim € 6,--. Nadat we een douche hebben genomen, lopen we terug naar het restaurant, voor het avondeten. Dit keer neem ik een "butter chicken" met chapatis. Als nagerecht bestel ik nog een bananenpannekoek. Ik geniet van het heerlijke eten, mede omdat ik verwacht dat ik de komende week -hier in de bergen van dit arme land- niet veel goeds te eten kan krijgen.

Met Ken spreek ik af dat we morgen in de ochtend de grotten van Vieng Say samen gaan bezoeken. Dat zal een rondleiding worden van 3 uur door de grotten waar de communisten met hun leiding en een deel van hun strijdmachten zich schuil hielden voor de Amerikaanse bommenwerpers in de periode van 1964 tot 1973. Hier hebben de Amerikanen meer bommen afgeworpen dan in Europa tijdens de tweede wereldoorlog. Hier is de communistische partij opgericht en een zeven koppig politbureau -volgens Russisch model- samen gesteld.



Zondag  19 november 2017  Sabaidee en Falang 71 km 979 hm


Na een paar dagen fietsen door de bergen van Laos -in zuidwestelijke richting- ben ik gisteren in Muang Kham aangekomen. Onder in mijn hotel -en half op de stoep- is een klein restaurant. Ze hebben maar één gerecht. Dus eet ik vandaag noedelsoep als ontbijt. Ik betaal mijn noedelsoep nog voor ik hem op eet. Ik betaal met een briefje van 20.000 Kip. Elke keer als ik bij de vrouw van het restarant iets betaal heeft ze geen wisselgeld. Ook nu moet er weer iemand op uit gestuurd worden om me 5.000 Kip terug te betalen. Er zitten nog meer klanten te eten en ik vraag me af waarom ze niet eens € 0,50 kan terug betalen.

Als ik het dorp uit fiets kom ik nog Amerikaanse militairen tegen. Ik heb een aantal van hen gisteren getroffen. Ze zijn hier op zoek naar hun overleden kameraden die tijdens de "oorlog" tussen 1964 en 1973 hier verdwenen zijn. Gisteren hadden ze een dag vrij omdat ze bij het zoeken niet geëxplodeerde bommen tegen kwamen. Het is niet zo vreemd dat ze die tegen kwamen want er zijn -voornamelijk door de clusterbommen- 270 miljoen bommen gegooid bij de 580.000 missies die de Amerikanen hebben uitgevoerd. Men denkt dat 30% van die bommen niet zijn afgegaan. Dus liggen er nog 80 miljoen bommen die nog opgeruimd moeten worden. Dagelijks zijn er nog ongelukken met deze bommen.

Gisteren ben ik op het einde van de dag flink afgedaald naar een hoogte van 600 meter boven zeeniveau. Vandaag start ik met een klim naar ongeveer 1200 meter hoogte. Met een hoogteverschil van maar 600 meter is dat een stuk makkelijker dan de 1000 meter hoogteverschil die ik gisteren op de eerste beklimming moest overbruggen. De weg is ook een stuk makkelijker. De weg is minder steil en er zijn nog maar een paar hele kleine stukjes met 10% of meer stijgingspercentage.

img2442Na 20 kilometer ben ik op "hoogte". De weg gaat daarna op en neer langs een aantal dorpen. Gisteren -op zaterdag- was het wasdag. Overal hangen nu nog kleren te drogen en gisteren zag ik veel dorpelingen douchen bij de kraantjes die in de dorpstraten staan. Veel jonge meisjes hebben aparte "bling-bling"-kleren aan. Misschien is het de traditionele kledij bij feesten. Het lijkt op de kledij die ik af en toe in China zag bij bergvolken op plaatsen waar veel toeristen kwamen. Ook zijn er af en toe jongetjes met speciale kleding. Iedereen is netjes aangekleed en het is druk langs de weg.

Bij een dorp staan een aantal toeristen -motorrijders- foto's te maken van een groep jonge mannen en vrouwen die in klederdracht een dansje uitvoeren. Een aantal dorpelingen kijken op afstand -achter het hek van het terrein- toe. Ik kijk ook op afstand toe en maak foto's van zowel de dorpelingen als het groepje dansers. Ik vraag me af of dit dansje altijd uitgevoerd wordt of omdat de toeristen er voor betalen.

Ook in de volgende dorpen lopen veel mensen in klederdracht. Na een bewolkte start begint de zon te schijnen. Net als de afgelopen dagen proberen alle kinderen -en vaak ook volwassenen- te zwaaien naar me en ze roepen "bye bye" of "sabaidee". Ik vraag me steeds af of al die kinderen niets anders te doen hebben dan bij iedere vreemdeling die langs komt naar buiten te rennen en sabaidee te roepen. Gisteren hoorde ik een vader tegen zijn kinderen iets zeggen over een "Falang" -wat buitenlander betekent-, daarna hoorde ik de voetstappen van de naar de voorzijde rennende kinderen op de houten vloer van het huis en aldaar aangekomen riepen ze sabaidee terwijl ik al voorbij was gefietst.

Vlak voor Phone Savan ontmoet ik een Engels stel op de fiets. De jonge man is al vanaf Turkije onderweg, zijn vriendin fietst maar een gedeelte mee en ze hebben een klein beetje haast omdat ze morgen op de grens moeten zijn.  

Ik heb gelezen dat er een goed Indiaas restaurant is in Phone Savan. Ik wil daar gaan lunchen en vanavond gaan eten. Het restaurant is gesloten op het moment dat ik daar langs fiets. Net na het restaurant is een zijstraat met een guesthouse. Het guesthouse is echter vol geboekt. Iets verderop in de straat is er een hotel waar ze wel nog een kamer voor me vrij hebben. De kamer kost 250.000 Kip en is daarmee net zo duur als de 4 voorgaande hotels bij elkaar. Het is nog altijd goedkoop. Naast het hotel is een goed Italiaans restaurant, waar ik een heerlijke pasta eet en een bananensmoothie bestel. De naam van het restaurant is "Lao Falang".

img2506In de middag fiets ik naar "Site 1" van de "Plain of Jars". Hier -zo'n 10 kilometer ten zuidwesten van mijn hotel- is de belangrijkste vindplaats van speciale stenen. Het zijn een soort grote urnen. Men weet niet goed hoe ze gebruikt zijn. Er is een theorie die zegt dat ze hierin de doden bewaarde totdat alleen de botten nog over waren en dat de botten daarna begraven werden. Deze "Jars" zijn ook gevonden in India en Indonesië.

Het terrein waar de "Jars" staan zit vol met bommenkraters. Ook in het kleine museum bij het bezoekerscentrum gaat het niet alleen over de Jars maar ook over het grote aantal bommen dat de Amerikanen op Laos hebben gegooid en over de problemen die men daarmee nog steeds heeft.

Bij het veld met de stenen is ook een grot met een soort boeddhistisch altaar. Bij de ingang van de grot hangen grote bijennesten. Deze hangende "mierenhopen" vol met bijen zien er indrukwekkend uit.
Bij Lao Falang eet ik in de avond een pizza. Het is wel grappig om te zien hoe een paar "Falang"-mannen probeert een paar "Lao"-vrouwen op te leiden als serveerster. Terug in het hotel bel ik nog naar Nederland. Dit is de eerste keer dat ik telefoonbereik heb met mijn Iphone in Laos.

Woensdag  22 november 2017  Splurge 23 km 325 hm

Gisteren kwam ik na een week fietsen door de bergen van Laos op de hoofdweg naar -de hoofdstad- Vientiane. Na een bergpas van ruim 1500 meter hoogte kwam in al vroeg aan in het plaatsje Phou Khoun, dat op ruim 1300 meter hoogte ligt. Op mijn reis 10 jaar geleden ben ik hier ook geweest, nu fiets ik vanaf hier in de andere richting naar Vientiane. Vanaf Phou Khoun volgde een paar kleine klimmetjes en een hele grote afdaling naar de laaglanden van Laos. Ik heb gisteren 1818 meter geklommen en ik ben bijna 3000 meter afgedaald.

Ik ben nu op een hoogte van 250 meter boven zeeniveau in een klein resort. Ik ben de enige gast vandaag in het resort. Als ik naar het restaurant loop, zie ik dat één van de vrouwen die hier werken in haar nachtkleding naar een huisje loopt. De vrouwen komen snel in aktie, ze zien er nog niet erg wakker uit, maar ze maken snel een lekker ontbijt voor me. Terwijl ze druk bezig zijn met mijn ontbijt kijk ik vanaf het restaurant -dat een soort vlonder is half hangend boven de rivier- naar de apen aan de andere zijde van de rivier.
img2607
Na het ontbijt fiets ik naar het zuiden. Ik ben al heel snel in Vang Vieng. Ik denk dat dit de grootste toeristenplaats van Laos is. De plaats ligt aan de rivier, waar aan de overzijde van de rivier prachtige karstbergen liggen. Ik ben heel erg vroeg en wil een keer een hotel met een zwembad en mooi uitzicht over de rivier en de bergen. Zowel het hotel waar ik 10 jaar geleden ben geweest als het hotel dat in mijn reisgids staat omschreven kan ik niet vinden. Ik denk dat ze vervangen zijn voor grotere hotelblokken. Uiteindelijk kom ik bij het Silver Naga Hotel uit. Hier heb ik de keuze uit een kamer voor $60,-- aan de zijde van het dorp of een kamer van $95,-- met balkon en uitzicht op de rivier. Voor ik deze keuze maak wil ik eerst de kamers bekijken.

Het uitzicht vanaf de kamers op de 6e verdieping is zo gaaf dat ik daar wel wat extra voor wil betalen. Op de vijfde dag in Laos heb ik overnacht in een hotel dat net zo duur was als de eerste 4 hotels bij elkaar. Nu heb ik op de achtste dag een hotel dat duurder is dan alle hotels van de hele afgelopen week bij elkaar. Dit doet me denken aan een reisgids die ik vroeger had met vooral goedkope overnachtingsplaatsen. Af en toe stond er dan een tip om eens een keer een "uitspatting" te maken voor een duurder hotel of trip. Dit stond dan aangegeven met de term "splurge". Dit wordt het splurge-moment van deze trip. Naast het dure hotel boek ik ook nog een heteluchtballonvaart van ook $95,--.

Op mijn balkon drink ik een cola. Ik zie de Australische fietser -die ik gisteren heb ontmoet- de houten voetbrug over steken. Ik vraag me af of hij op zoek gaat naar een kampeerplaatsje in de rijstvelden achter het enige kleine resort dat aan de overzijde van de rivier ligt. Ik zag de Australiër het eerst in Phou Khoun gisteren. Later kwam ik hem in de grote afdaling tegen en hebben we een stukje samen gefietst. Hij vertelde me dat hij op zoek was naar enkele zandwegen en baalde een beetje toen hij op mijn kaart zag dat de weg die hij wilde nemen misschien wel een asfaltweg was. Toen het even begon te regenen fietste hij tien meter voor me. Ik ben gestopt om mijn was -die bijna droog was en boven op mijn fietstassen lag te drogen- in mijn tassen te stoppen. Ik heb hem daarna lange tijd niet meer gezien. Ik hoorde van een Franse fietser -die ik in de middag sprak- dat hij zich bedacht had en op weg was naar Vang Vieng. Vlak voor het donker werd kwam ik de Australiër nog een keer tegen. Ik was op zoek naar een hotel of guesthouse en hij was op zoek naar een kampeerplaats ergens tussen de rijstvelden.

Tussen 10 en 13 uur is de stroom in de stad afgesloten in verband met onderhoudwerkzaamheden. Ik kan daardoor niet douchen en mijn kleren wassen. Enkele kledingstukken geef ik af bij de receptie om te laten wassen. Een deel van mijn kleren ruikt niet meer fris, ook niet als ik ze gewassen heb. Na maanden van reizen door een vochtig klimaat en zelden een goede zonneschijn om iets goed droog te krijgen gaan mijn spullen minder fris ruiken.

Omdat ik zonder stroom niets anders kan doen besluit ik de rest van de ochtend bij het zwembad te verblijven. Voor ik ga zwemmen wandel ik eerst het stadje in om een kleinere broek te kopen die ik in het zwembad aan kan doen. Al mijn korte broeken zitten nu zo ruim -mijn buik is verdwenen- dat ik bang ben dat ik ze verlies als ik het water in spring. Bij een winkel verkopen ze korte broeken voor een paar euro die men bij het "tubing" gebruikt. Ik koop er een broek en vraag me af of er nog veel mensen in een autoband de rivier af varen. In het verleden vielen er hierdoor veel dodelijke slachtoffers. In mijn reisgids las ik dat er mede ook door drugsgebruik in combinatie met tubing er jarenlang 20 doden per jaar waren en dat mijn de stad een paar jaar geleden "schoon" heeft geveegd.

Tot 13.00 uur verblijf ik in of bij het zwembad. Zodra er weer stroom is, ga ik me douchen en kleren wassen die ik niet meegegevn heb met de laundryservice. Daarna ga ik in de stad eten. Na weer enkele dagen met gebakken rijst en noedelsoep vind ik het heerlijk om weer westers eten te kunnen bestellen.

img2653Om 16.00 uur meld ik me bij de receptie om mijn was op te halen. Die was is nog niet terug gebracht. Ik verbaas me daar niet over en kom daarvoor in de avond nog wel een keer terug.

Een kwartier later word ik opgehaald met een soort open busje. In een kooi achter op de bak van een auto neem ik plaats en na enkele tussenstops zit ik tussen allemaal Europese toeristen. Dat is nogal raar op deze reis. Tot nu toe was ik meestal de enige westerse toerist tussen allemaal Aziaten. Op een open terrein liggen drie luchtballonnen klaar. Met 10 andere toeristen stap ik in de mand van de eerste ballon die omhoog gaat. Het is erg warm bij mijn hoofd en rug als de brander aan gaat. We stijgen naar een hoogte van 360 meter boven het maaiveld. In het begin zijn alle toeristen druk met foto's maken. Daarna duurt de ballonvaart nog lang genoeg om rustig te kunnen genieten van het uitzicht over de stad en de bergen. Wij varen veel verder dan de andere 2 ballonnen die na ons omhoog gaan
.
Terug in de stad ga ik weer lekker westers eten. Ik eet vlees met friet en een salade. Daarbij bestel ik een bananenlassi en later nog een bananenpannenkoek. Terug op mijn hotelkamer geniet ik van de muziek vanaf de overzijde van de rivier op mijn balkon met op mooiste uitzicht van de stad.

Maandag  27 november 2017  Op weg naar de grens 62 km 590 hm

Ik word laat wakker vandaag. Dat is ook de bedoeling, want ik heb maar een korte rit vandaag. Ik ben de afgelopen 4 dagen eerst naar de hoofdstad Vientiane en daarna naar het westen langs de Mekong-rivier gefietst. De Mekong ligt op dit gedeelte op de grens tussen Laos en Thailand. Ik ben nog steeds in Laos en ik wil morgen pas de grens over naar Thailand. Op de grens krijg ik -als alles morgen goed verloopt- voor Thailand een permit waarmee ik 15 dagen in het land mag verblijven. Ik wil zo laat mogelijk Thailand in fietsen omdat ik anders niet genoeg tijd heb om de geplande route helemaal te fietsen.

Ik heb mijn route door Thailand nu zo gepland dat ik zondag in Bangkok aan kom. Maandag wil ik een visum gaan aanvragen voor Myanmar. Ik hoop die ook op maandag nog te ontvangen zodat ik dinsdag richting Myanmar kan fietsen. Op weg naar Myanmar wil ik nog een omweg maken om Sukothay te bezoeken. Door die omweg heb ik waarschijnlijk ook echt alle 15 dagen nodig. Nu lijkt deze strakke planning erg stressvol, maar dat is het niet. Ik ben nu al op een afstand van maar een paar honderd kilometer van Sukothay en vandaar is het maar 2 dagen fietsen naar de grens met Myanmar. Ik fiets nu eerst 6 dagen naar het zuiden -waar Bangkok ligt- en vervolgens weer dagen lang naar het noorden. Als het om de een of andere rede niet zo snel gaat, kan ik de route zo met 2, 4 of 6 dagen inkorten door minder ver naar het zuiden te fietsen en voor mijn visumaanvraag een dag met de bus naar Bangkok te gaan.

Het is vandaag weer heerlijk weer, zoals steeds op deze reis in Laos. Mijn fiets staat naast het hotel aan de Mekong. Het uitzicht hier -vanaf de oever bij het plaatsje Pak Lai- over de rivier is prachtig. De Mekong ligt hier niet meer op de grens. Voor de grens met Thailand moet ik naar het zuiden fietsen. Het is erg rustig op de weg en in de dorpen zijn bijna geen kleine restaurants en winkeltjes langs de route. Het is een makkelijke fietsdag. Er zijn geen steile heuvels. Twee keer klimt de weg in etappes van 250 naar bijna 400 meter hoogte. Op het hoogste deel is nog een traject door het tropische bos.

Het lijkt erop dat ik voor mijn lunchpauze vandaag geen restaurant tegen kom. Bij een klein winkeltje ga ik in de schaduw zitten en drink daar koude frisdrank en eet wat nootjes die ik gisteren gekocht heb. De kinderen van de eigenaar van het winkeltje komen nieuwsgierig kijken naar de "falang" die in de winkel zit. Ook de kinderen van de buren gluren via een opening in de schutting. Ik zwaai even naar ze. Een paar jongetjes uit de buurt komen mijn fiets bekijken. Enkele kinderen vinden het wel spannend, zodra ik naar ze kijk gaan ze snel achter iemand anders staan.
img2857
In het begin van de middag ben ik niet ver vanaf mijn eindbestemming voor vandaag. Er staat een fraai onder de palmen gelegen restaurant aan een meertje. Hier bestel ik een maaltijd. Het bestellen is even lastig want de menukaart is in een schrift dat ik niet kan lezen, maar samen met de kok in de keuken kom ik er wel uit. Ik geniet daarna van deze heerlijke rustige en prachtige plek. In Laos waren er al veel van deze leuke plekken, waar men echt voor toeristen een soort resorts of fraai gelegen restaurants heeft aangelegd. In China waren er helaas weinig van dit soort plekken.
    
Na het eten ben ik al snel vlak bij Kaen Thao. Twee kilometer voor het dorp en 7 kilometer voor de grens is er een klein nieuw resort langs de weg. Er staat een rij met kleine huisjes met een leuke veranda voor het huisje. De wat vreemde beheerder praat maar door, maar ik begrijp er helemaal niets van. Dan steekt hij weer 3 en dan weer 4 vingers op. Ik vraag me af of ik nu 300.000 of 400.00 Kip moet betalen. Uiteindelijk bekijk ik één huisje. Ik geef de man eerst 1 biljet van 100.000 Kip en wil hem dan nog een biljet geven. Dat blijkt niet nodig te zijn. Hij vind 100.000 Kip genoeg.

De rest van de middag zit ik in de schaduw op de veranda, die uitkijkt over rijstvelden en bergen op de achtergrond. Er is geen restaurant bij het resort. De beheerder wijst richting het dorp en geeft aan dat ik beter de fiets kan pakken naar het dorp. Ik houd helemaal niet van kleine fietstochtjes, maar vandaag ga ik -bij wijze van uitzondering- met de fiets naar het dorp. Na twee kilometer ben ik in het dorp. Ik zie dat hier nog een paar veel mooiere resorts zijn. Bij één van de resorts bestel ik mijn avondeten. De aadige eigenaresse vertelt dat ik ook bij haar had kunnen overnachten. Dat begrijp ik maar daar is het nu te laat voor. Ze wil nog wel even weten hoeveel ik betaald heb voor mijn overnachting. En dan zegt ze dat ik bij haar gratis wifi en koffie had gekregen. Ik vertel haar dat ik morgen misschien nog wel even kom ontbijten. Van haar moeder krijg ik een extra schaal met heerlijke papaya.

Alle 13 nachten in Laos heb ik in een hotel geslapen. Ik heb € 41,30 per dag uitgegeven. Daarnaast heb ik $45,-- voor mijn visum betaald. Voor alleen de overnachtingn heb ik gemiddeld € 17,21 betaald. Daarmee waren ruim 40% van de kosten voor de hotels en daarnaast het ik 17% uitgegeven voor toegangskaartjes en vooral de kosten voor de luchtballonvaart.

Ik heb 37% van de € 537,-- die ik uitgegeven heb op de dag in Vang Vieng uitgegeven. De prijzen waren vergelijkbaar met de prijzen in Vietnam. Ik heb in Laos iets meer uitgegeven omdat het hotel in Vang Vieng extra duur was en de luchtballonvaart veel duurder was dan de boottrip in Vietnam.

Net als op mijn vorige wereldreis was Laos het land met de rustige bergwegen.

Hoogtepunten Laos