Verenigde Staten van Amerika deel 1
      
      Zaterdag   14 april 2018  Geen visum   59 km   424 hm    
      
      Vandaag is een spannende dag. Het is me -ondanks speurwerk- nooit  helemaal duidelijk geworden of ik zonder B2-visum de Verenigde Staten van  Amerika in kan. Alle fietsers die ik onderweg gesproken heb hadden wel een  B2-visum aangevraagd. Verder heb ik veel informatie op internet gevonden, maar  daar werd het me niet duidelijk of ik een visum zou moeten aanvragen. Ik heb  ook de ambassade in Nederland gebeld, maar die beantwoorden telefonisch geen  vragen. Daarvoor moet je naar de ambassade komen. Dat heb ik niet gedaan, want  dan had ik net zo goed meteen een visum aan kunnen vragen.
      
      Een paar honderd meter van mijn hotel sta ik al voor de grens. Ik zie  dat ik meteen bij de douane van de VS terecht kom. Ik vraag me af of ik niet  eerst langs de Mexicaanse douane moet om een uitreisstempel te halen. Ik ben  via een zijweg nu in een rij auto's gekomen. Zou er iets verder terug langs de  weg misschien een kantoor van de Mexicaanse douane zijn, vraag ik me af. Een  chauffeur van één van de auto's uit de rij wachtende roept naar me dat ik met  de fiets verderop  moet zijn bij de  grensovergang van de wandelaars.
      
      Ik verlaat de rij en ga verderop door een poort. Dan sta ik meteen voor de  deur van het Amerikaanse douanegebouw. Het is erg rustig hier. Ik ga samen met  een vrouw naar binnen en verder is er niemand die hier nu lopend de grens over  wil. Ik word meteen opgevangen door een douanebeambte die me naar een  kantoortje brengt omdat ik geen visum heb. 
      
      Na 2 minuten wachten word ik al geholpen. Er wordt niet gevraagd naar  een Mexicaanse uitreisstempel. Ik neem daarom aan dat de Mexicanen alles aan de  Amerikanen over laten. Ik vertel de beambte dat ik een ESTA heb en een  retourticket op 30 juni terug naar Nederland. De ESTA wil de man graag zien.  Verder wordt mijn paspoort gescand en ik moet een formulier invullen en  ondertekenen. Ik krijg een stempel dat ik 90 dagen mag verblijven in de VS. Het  is allemaal lekker snel en makkelijk en ik ben blij dat ik niet ergens naar een  ambassade ben gegaan om een visum aan te vragen. Ik heb nu alleen maar $6,--  administratiekosten hoeven te betalen.
      
      Het fraaie bergachtige halfwoestijnlandschap van Baja California gaat  hier in de staat Californië gewoon verder. Wel is het asfalt een stuk beter. Er  zijn geen gaten meer in de weg en het wegdek is vlak. Er is geen stuiter- en/of  hobbelasfalt meer. Ook ligt er bijna geen afval meer langs de weg. Her en der  staat er een huis of caravan in de bergen. Het lijkt erop dat die caravans als  woonhuizen gebruikt worden.
      
      Bij een gehucht langs de weg is een gezellig restaurant. Heel opvallend  is de menukaart nog bijna geheel Mexicaans. Ik bestel voor $6 quesedilla. In  Mexico waren die dubbel gevouwen tortilla's met kaasvulling 5 mm dik. Hier zijn  ze 5 cm dik. Naast een beetje kaasvulling zit er heel veel kip, guacemole,  bonen en sla in mijn quesedilla. Heerlijk.  
      
    In het begin van de middag is het landschap wat groener geworden en daal  ik af naar de buitenwijken van San Diego. Ik fiets door prachtige  bungalow-wijken, zoals ik ze al vaak op Amerikaanse speelfilms heb gezien. Ik  fiets nog niet het centrum van de stad in. Ik heb geprobeerd voor een redelijke  prijs een hotel in het centrum te boeken voor vannacht, maar dat is me niet  gelukt. Daarom wil ik nu in Chula Vista een nacht op een camping overnachten en  dan morgen in het centrum het vliegdekschip USS Midway bezoeken.
    
      Bij de receptie van de KOA-camping vraag ik of ze nog een plekje vrij  hebben voor me. Het is een prachtige zaterdag en het ziet er erg druk uit op de  camping. Ik krijg voor een plek op de camping extra korting omdat het anders  $60 zou zijn inclusief de tax. Nu moet ik alsnog $40 betalen. Daarvoor krijg ik  een grote plek. Het is jammer dat de tent niet op het gras mag staan. Ik zet  mijn tent op op een bodem van houtsnippers naast de bbq en een tafel met  banken. Kamperen betaal je hier dus per plaats en niet per persoon. Dat is dus  erg duur als je alleen bent. Ik kan me dat ook nog herinneren van mijn vorige  trip -24 jaar geleden- in de VS.
      
      Het kampeerterrein lijkt voor rijke Amerikanen. Wat een mooie, luxe en  mega grote caravans en campers staan hier. Veel campers hebben het formaat van  een bus waar 50 personen in kunnen. En dat is dan nog niet groot genoeg,  daarvoor kunnen ze nog een paar delen uitschuiven om meer binnenruimte te  hebben.
      
      Naast het toillet staan geen mandjes meer, zoals in midden Amerika. Ik  kan dus net als thuis gewoon mijn wc-papier in de wc gooien en doorspoelen  zonder dat het riool verstopt raakt. Bij de automaat naast het toiletgebouw  probeer ik een flesje cola met een dollarbiljet te betalen. De automaat  functioneert niet goed. Een campingmedewerker kijkt er naar en zegt dat het  apparaat vervangen moet worden. Ze biedt aan om iemand te bellen die me met een  karretje naar de winkel bij de receptie kan rijden. Heel aardig maar ook  typisch Amerikaans, denk ik. Het is maar ruim 1 minuut lopen naar die winkel en  ik ga natuurlijk niet 10 minuten wachten tot er iemand met een karretje komt.  Er is niets mis met mijn benen.
      
      Op het einde van de middag krijg ik Spaanstalige buren. Ze steken meteen  de bbq aan en al snel vragen ze of ik ook taco's wil eten. Ze willen ook weten  wat ik van Trump vind. Ik vertel ze dat ik het jammer vind dat hij geen  vrienden maakt. Overigens zijn deze mensen hier naar toe gekomen omdat elders  in de bergen de goedkopere camping allemaal al vol waren. Hoewel een groot deel  van de Amerikanen Spaanstalig is, zie ik bij al die dure campers e.d.  voornamelijk witte Amerikanen.
      
    s'Avonds haal ik een pizza bij het mini-restaurant voor op de camping.  Na het eten van de taco's krijg ik de helft van de pizza maar op. De andere  helft geef ik aan mijn buren waar het inmiddels gezellig druk is geworden rond  een kampvuur.
Donderdag   19 april 2018  Los Angeles   105 km   1897 hm 
         
      Zondag heb ik het vliegdekschip USS Midway in San Diego bezocht. Van  daaruit ben ik langs de kust naar het noorden gefietst over de Pacific Coast  Bicycle Route. Het was een prachtige tocht langs stranden en door fraaie  villawijken.
      
      Gisteren is Bart -mijn oudste neefje- aangekomen op het vliegveld van  Los Angeles Nu zijn we in een hotel in Inglewood, dat vlak bij het vliegveld  ligt. Tijdens ons ontbijt op de ruime hotelkamer begint het te regenen. We  besluiten eerst boodschappen te gaan doen en hopen dat tegen de tijd dat we  terug komen het weer droog is.
      
      Ik heb flink wat extra bagage om mee te nemen. Mijn benzinebrander is  verstopt geraakt door slecht Mexicaanse benzine. Ik heb daarom gisteren bij de  Wallmarkt Coleman Fuel gekocht. Ze hadden die alleen in een verpakking van 3,8  liter. Dat is dus een flink extra gewicht. Gelukkig heeft Bart ook 0,8 liter in  zijn tassen gedaan. Daarnaast heeft Bart als noodrantsoen nog 3 maaltijden mee  genomen. Die heb ik ook in mijn tassen gepropt. 
      
      Bart heeft ook nieuwe buitenbanden voor me meegenomen. Die heb ik  gisteren op mijn fiets gelegd. Mijn buitenbanden waren geheel versleten.
      
      We fietsen langs het vliegveld naar Venice en Santa Monica. Het is fris  vandaag en op de stranden zijn maar weinig mensen. Het fietspad ligt op de rand  van het strand met een prima uitzicht over de Stille Oceaan. Heel opvallend is  hier het grote aantal zwervers. De eerste dagen heb ik hier helemaal geen  zwervers gezien. Op de hele grote stranden van Huntington Beache en Long Beache  zag ik af en toe een zwerver. Hier zijn hele groepen met zwervers en kleine  tentenkampen langs het strand.
      
      Vlak voor het einde van de stranden van Santa Monica zie ik op mijn gps  dat we onze route een stukje kunnen inkorten door hier de heuvels in te  fietsen. We zien echter geen plek om hier de kustweg over te steken. Een man  vertelt ons dat er een klein tunneltje is onder de weg door. We duwen onze  fietsen een onhandig klein trapje af en lopen de tunnel door. Aan de andere  zijde slepen we onze zware fietsen weer een trap op. Dan gaat de weg even met  10% omhoog todat we op de Sunset Boulevard zijn. 
      
      
      Een uur lang volgen we de Sunset Boulevard. De weg slingert door de  heuvels met allemaal schitterende villa's. De ene villa is nog mooier dan de  andere. Bij Beverly Hills fietsen we door enkele straten met palmbomen. In  Hollywood worden de huizen minder luxe, maar ook hier fietsen we door een paar  leuke weggetjes met mooie bomen langs de weg en langs huizen met mooi  aangelegde tuinen.
      
      In Hollywood wandelen we een klein stukje over de Walk of Fame. In de  stoep liggen allemaal tegels met de namen van filmhelden. Ook zien we het  "Hollywood" teken in de heuvels achter de stad staan.
      
      Bart is verbaasd dat ik een route via het centrum van Los Angeles heb  gemaakt. Volgens hem is daar weinig fraais te zien. We besluiten nog een stukje  de route in te korten, want we zien dat we verderop al flink moeten klimmen.
      
      De weg de stad uit gaat weer door enkele schitterende villawijken over  een leuke slingerweg door de heuvels. Verder naar het noorden klimmen we  urenlang door de bergen van de San Gabriel Mountains. Voor Bart wordt dit een  echte beproeving -met al dit klimwerk- op zijn eerste fietsdag. Gelukkig is het  wel een erg indrukwekkende bergweg. Lange tijd kijken we uit over de laagbouw  van Los Angeles met in het centrum een stuje hoogbouw.
      
    Net na zonsondergang komen we aan op de camping van Monte Cristi. Het is  een primitieve camping zonder douche. We moeten een formuliertje invullen en  dit samen met het kampgeld in een kastje bij de ingang stoppen. We zetten maar  één tent op omdat het al behoorlijk koud is. Ik kook water voor onze eerste noodmaaltijd.  Bart vraagt ondertussen bij een andere kampeerder of er "bearboxen"  zijn. Bij de ingang staat dat we daar ons eten in moeten stoppen. Er zijn  echter geen bearboxen. We leggen ons eten in het toiletgebouw. Beter een beer  op het toilet dan in onze tent.
Maandag   23 april 2018  Trail of 100  Giants   71 km  1490 hm   
       
      De afgelopen 3 dagen hebben we de Sierra Cascades Bicycle Route van de  Adventure Cycling Association gevolgd naar het noorden. Het is een geweldige  fraaie bergroute en het lijkt erop dat we steeds weer in andere klimaatzones  terecht komen. Op het ene moment fietsen we door woestijnen, dan weer door de  bergachtige groene graslanden en daarna weer door het hooggebergte. 
      
      Samen met een Amerikaans stel kamperen we aan de Kern River in het  Sequoia Natiinal Forest. We staan met onze tenten op het strand van deze  bergrivier. Gisteren hebben we ons gewassen in de rivier, omdat we op een  eenvoudige kampeerplek staan zonder water of wc. Net als de afgelopen dagen is  het helder weer en zodra de zon op onze tent schijnt pakken we onze spullen in.
      
      Met zijn vieren fietsen we langzaam omhoog. Onze kampeerplek was al  boven de 1000 meter hoogte en we hebben steeds een fraai uitzicht op de bergen  om ons heen. Na de afslag richting de Sherman Pass Road fietsen we een brug  over die over de Kern River gaat. Meteen na de brug houden we een kleine pauze. 
      
      Na de brug gaat de weg iets steiler omhoog, maar gelukkig nooit meer dan  8%. Dat komt goed uit want Bart heeft af en toe knieklachten en we hebben het  vermoeden dat dat komt door overbelasting op de zware bergritten van de  afgelopen dagen.
      
      Bij een paar huizen langs de weg is een frisdrankautomaat. Het apparaat  werkt niet en de eigenaar komt naar buiten. Hij brengt me naar een andere automaat  naast het woonhuis. Dat apparaat is een stuk nieuwer, maar functioneert echter  ook niet meer. De eigenaar maakt de automaat open en haalt er voor ons 4  blikjes suikervrije cola uit. Andere frisdrank heeft hij niet meer. Ik hoef  maar 2 blikjes af te rekenen. Binnen in de keuken van het huis mag ik ook mijn  waterfles vullen. De man vertelt dat het water van een bron is bij het huis en  dat hij het heeft laten testen.
      
      Een paar kilometer verder sluiten we weer aan bij het Amerikaanse  fietsstel. Zij zijn al vanaf Florida naar Californië gefietst en ze hebben nog  grootse fietsplannen voor de komende jaren.
      
      Naar mate we hoger de bergen in klimmen zien we meer bomen staan op de  kale berghellingen. We kunnen ons -gezien de kale berghellingen- nog niet voor  stellen dat we op weg zijn naar de "Trail of 100 Giants". Daar zouden  super grote bomen staan.
      
      Op 1700 meter hoogte gaan de Amerikanen lunchpauze houden. We nemen  afscheid van ze en fietsen verder omhoog. De Amerikanen willen vandaag niet zo  ver fietsen. Rond de 1900 meter dalen we heel even af en daarna klimmen we  verder tot aan het startpunt van de "Trail of 100 Giants". Voor we  het trail op wandelen eten eerst brood met kaas.
      
      De Giant Sequoia's zijn indrukwekkend grote Redwood bomen. Sommige  stammen hebben een diameter van enkele meters. Er liggen ook enkele bomen op de  grond die omgevallen zijn. Die bomen lijken nog groter. Op één van de bordjes  langs de trail lezen we dat bij een aantal grote bomen een deel van de kruin is  afgebroken door stormschade of zware sneeuwval. Daardoor is een deel van de  wortels aan het afsterven.
      
      Als we terug bij onze fietsen zijn zien we dat de fietsen van het  Amerikaanse stel er staan. Zij maken nu de wandeling en zullen hier ook  kamperen. Wij fietsen verder omhoog. Vlak voor het hoogste punt van 2200 meter  hoogte is een klein dorpje met een General Store en een restaurant. We eten er  een ijsje. Voor we verder fietsen doen we onze jassen weer aan. Het is heerlijk  warm in de zon, maar op deze hoogte is de wind behoorlijk fris. Na een klein  stukje klimmen volgt een heerlijke afdaling door bosgebied.
      
      
      In Camp Nelson is de General Store en het motel met restaurant gesloten.  We zetten onze tent op op het grasveld van de camping. Voor het eerst op deze  reis komt de tent op echt gras te staan. We zijn in een veel vochtiger gebied  dan al die half woestijnen tot nu toe. Onze Nederlandse buren -met camper-  vertellen ons dat de campingbeheerder later op de avond langs komt om het  kampgeld op te halen. Als ik klaar ben met douchen komt een vrouw het kampgeld  innen. Ik vraag of we nog ergens iets te eten kunnen kopen. Ze zegt dat alles  gesloten is maar dat ze wel de eigenaresse van de General Store heeft zien  lopen. Ze rijdt er snel naar toe en komt 5 minuten later vertellen dat er zo  iemand naar de winkel gaat zodat wij nog eten kunnen kopen. De vrouw zet me  daarna af bij de winkel. Ik koop spullen voor het avondeten en wandel terug  naar de camping. Bij de tent koken we ons avondeten en we laden onze batterijen  op in het toiletgebouw.
    
Zondag   29 april 2018  Yosemite   57 km   813 hm   
       
      Nog voor de wekker van Bart af gaat, word ik wakker. Als ik de tent open  rits valt het ijs -dat onder de flap die over de rits hangt zit- in mijn nek.  Dit is een koude start van de dag. De kleren die over mijn fiets te drogen  hangen zijn bevroren. Ik haal mijn shirt voorzichtig van mijn fietsstuur en zet  het rechtop op een tafel om er een foto van te maken. Het shirt is zo stijf dat  het prima rechtop blijft staan
      
      .Alle etenswaren en kleren die ik aan had tijdens het koken gisteren haal  ik op bij het gesloten toiletgebouw. Daar hebben we aan de deurkruk van de  gesloten deuren onze spullen opgehangen. Er zijn hier geen bearboxen, maar we  staan wel op een hoogte van 1500 meter boven zeeniveau net voor de ingang van  Yosemite National Park. De camping waar we staan is gesloten en ligt aan een  bergrivier, waarin we ons gisteren gewassen hebben.
      
      De tocht de afgelopen dagen was door een schitterend berglandschapover  rustige wegen. Vooral het traject door het Sequoia National Park was erg fraai.  Toen we gisteren weg 41 op fietsten werd het iets drukker op de weg, maar nog  steeds niet erg druk en de auto's rijden erg langzaam.
      
      Met de muts op en de handschoenen aan fietsen we naar de ingang van  Yosemite National Park. We waren hier gisteren ook al, maar ons werd verteld  dat alle campings vol of gesloten waren. Onze beste optie is om naar Camp 4 te  gaan. Voor die kampeerplaats heb je geen reservering nodig. Gisteren was Camp 4  al om 8.00 uur in de ochtend vol geboekt. Dus is het vandaag niet zeker of we  wel in Yosemite Valley kunnen overnachten. Dit is de rede dat we vandaag extra  vroeg vertrokken zijn. Als we er niet kunnen overnacten dan hebben we nog tijd  om het park aan de andere zijde uit te fietsen.
      
      Bij de ingang van het park laten we onze jaarpas zien en daarna dalen we  af naar Wawona. In Wawona ontbijten we in het fraaie 140 jaar oude Wawona  hotel. De parkeerplaatsen rondom het grote hotel staan vol met auto's. In de  eetzaal is het redelijk rustig. Bart eet pancakes en ik een stevige ommelet met  aardappelen. 
      
      Na Wawona klimmen we 2 uur lang naar een hoogte van ruim 6000 feet  -ongeveer 1900 meter-. Tijdens het klimmen stoppen we af en toe om wat kleren  uit te doen. In de zon is het heerlijk warm, maar in de schaduw van de bomen is  het gemeen koud. Voor we de Yosemite Valley in af dalen, doen we warme jassen  aan. In de richting van de vallei is het bewolkt.
      
      Na een tunnel stoppen we bij Tunnelview. Van hieruit kijken we het dal  in. Links zien we El Capitan. Dit is een 1000 meter hoge rotswand. Rechts zien  we de Bridalveil Falls. Ondanks dat we vroeg in het toeristenseizoen zijn,  staan hier al veel auto's geparkeerd op de vele parkeerplaatsen. Om er voor te  zorgen dat er niet te veel files in het dal komen kan iedereen met gratis  bussen verder het dal in rijden. Na alle rustige wegen en campings van de  afgelopen week lijkt dit op massatoerisme.
      
      Via een fietspad fietsen we naar de andere zijde van de vallei naar Camp  4. De ranger voor de camping is even lunchen en daardoor is de campingreceptie  gesloten. Voor de receptie eten we onze lunch. Als de ranger terug is blijkt er  nog plek voor ons te zijn op de camping. In het bos achter de receptie zetten  we onze tent op tussen de vele andere kleine tenten. Naast het bos zijn  indrukwekkende rotswanden. We vinden het leuk dat we nu een keer tussen  allemaal kleine tentjes staan. Dat is weer wat anders dan al die mega grote  caravans en campers die op de meeste campings staan. 
      
      We kunnen niet douchen op de camping. Daarvoor moeten we een kilometer  verderop zijn. Op zondag middag blijkt het douchegebouw gesloten te zijn. We  fietsen daarom nog maar een stukje verder het dal in. We krijgen de hoge  Yosemite Falls te zien. Bij een winkel in het dorp kopen we wat spullen en op  de terugweg naar het douchegebouw eten we een pizza. Op het einde van de middag  kunnen we voor $5 douchen. We krijgen er een handdoek bij en genieten van het  heerlijke warme water.
      
      Terug op de camping kook ik water voor koffie en thee. We eten ons  laatste brood op en maken een praatje met onze buren. Dat zijn echte  bergbeklimmers. Ze zijn in 3 dagen de 1000 meter hoge rotswand op geklommen van  El Capitan. De meeste mensen klimmen in een week naar boven. Ze hebben zonder  tent op een smalle richel ergens op de rots geslapen. Ze hebben geen vorst  gehad zoals wij de afgelopen nacht, maar koud was het natuurlijk wel.
      
      Morgen blijven we in Yosemite Valley en daarna fietsen we in 4 of 5  dagen naar San Francisco waar we Celine op gaan halen.
      
      
      
      
      
      
      
      
      
      
      
      
      
      
      
      De eerste 4 dagen in de USA heb ik € 71,04 per dag uitgegeven. Dit  bedrag is exclusief de $6,-- administratiekosten die ik op de grens heb  betaald. Ik heb 3 nachten gekampeerd en 1 nacht in een hotel geslapen. De prijs  voor het hotel was € 62,50 en voor de 3 campings heb ik gemiddeld € 14,17  uitgegeven. 
      
    De laatste 18 dagen ben ik onderweg geweest met Bart. Hier hebben we €  43,79 per dag per persoon uitgegeven. We hebben 7 keer in een hotel geslapen en  daarvoor gemiddeld € 81,15 voor een tweepersoons kamer betaald. We hebben 11  nachten gekampeerd en gemiddeld € 12,18 per nacht betaald. Dit bedrag is zo  laag omdat we 4 keer op een gratis camping hebben gestaan. We hebben 8 keer  zelf gekookt omdat er geen restaurants waren.
