Japan 2015

15-10-2015 Minshuka in Hita   94 km/991 hm
Gisteren ben ik om 15.00 uur vertrokken vanaf Schiphol -met een rechtstreekse KLMvlucht- naar Fukuoka op het Japanse eiland Kyushu. Na een uur vliegen ging het licht uit. Ondanks dat het pas aan het einde van de middag was, ben ik toch gaan slapen.
Vanmorgen om 6.00 uur Japanse tijd -23.00 uur Nederlandse tijd- ging het licht weer aan. Na een ontbijt land ik om 8.30 uur. Ik ben al snel in de aankomsthal, maar de douane heeft het aldaar erg druk om de ingevulde formulieren in ontvangst te nemen. Van iedereen maken ze een foto en nemen ze van beide wijsvingers vingerafdrukken.
Als ik bij de bagageband kom zijn mijn fiets en bagage al aanwezig. Naast de bagageband haal ik mijn fiets uit de fietsdoos en maak mijn fiets vertrekklaar. Een agent komt me vertellen dat ik dat de volgende keer buiten moet doen. Ik beloof hem dat ik dat de volgende keer zal doen. Die belofte kan ik natuurlijk makkelijk maken, want de kans is niet erg groot dat ik ooit nog naar Fukuoka zal vliegen.
Eenmaal op de fiets moet ik eerst zoeken naar waar ik ben. Ik verlaat het vliegveld aan een zijde die ik niet verwacht had. Vijftien kilometer fiets ik over fietspaden door druk stadsverkeer. Dan wordt het rustig op de weg en 5 kilometer verderop fiets ik een leuke kleine -pashoogte 300 meter- bergpas over door beboste bergen met af en toe huizenhoge bamboebomen. Na Iizuka volgt een tweede bergpas -van ongeveer 500 meter hoogte- waar ook een aantal leuke dorpen te zien zijn. Dat is een hele verbetering, want tot nu toe was de bebouwing rommelig en soms zelfs vies en lelijk.
Mijn rug heeft er nogal moeite met klimmen na de korte nacht -proberen te- slapen op een vliegtuigstoel. Ik zweet hard. Het is vochtig en 24 graden. Ondanks dat zweten vind ik het heerlijk weer.
Bij de laatste heuvels begin ik me zorgen te maken of ik wel voor het donker wordt in -de volgende stad- Hita zal zijn. Uiteindelijk blijkt de afstand iets korter te zijn dan op de borden stond aangegeven. Om 17.30 uur fiets ik de stad in en ga ik op zoek naar een hotel.  Bij de receptie van een businesshotel spreekt men nauwelijks Engels. Er wordt me verteld dat ze vol zijn. Ik vraag me af of dit juist is of dat ik weg gestuurd wordt omdat ze bang zijn om Engels te moeten spreken.
Ik heb geen idee waar ik inmiddels ben in de stad. Ik weet dat er vlak bij de rivier enkele minshuku zijn. Maar de rivier heb ik nog niet gezien. Bij een winkel vraag ik aan een vrouw of ze weet of er ergens een hotel of minskuku in de buurt is.  De vrouw is zeer behulpzaam en gaat in een soort telefoonboek en op internet op zoek naar een overnachtingsplaats voor me. Na 10 minuten heeft ze een minshuku vlak bij de rivier voor me besproken. Ze tekent een kaartje voor me uit opdat ik de minshuku kan vinden. Dat is heel erg praktisch. De route is heel eenvoudig. Ik moet een klein stukje verder fietsen en net voor de rivier links af slaan. Tegenover een tempeltje is de minshuku. Ik sta voor de deur maar weet nog steeds niet of ik voor het juiste gebouw staat. Met al die rare tekens is alles voor me onherkenbaar. Gelukkig wijst iemand me naar twee schuifdeuren. Dit blijkt de ingang van het traditionele hotel. In de minshuku spreekt men zeer beperkt Engels, maar we komen er wel uit.
Ik zeg altijd dat in een vreemd land vreemde mensen wonen die vreemde dingen doen. Nu is Japan zo'n land waarop deze opmerking helemaal van toepassing is.
Zo stonden er gisteren bij het boarden vrouwen op suffe sloffen in de rij. Een aantal Japanners hadden een mondkapje voor. De vrouw die naast me zat in het vliegtuig had een opblaasbaar voetenbankje bij zich. Tijdens de vlucht kreeg ik 2 keer een warm doekje om me mee op te frissen. Vandaag heb ik ook veel mensen -met name vrouwen- die witte handschoenen aan hebben tijdens het auto rijden gezien.
Vanmiddag hadden ze op het toilet -bij het restaurant waar ik geluncht heb- hele hoge urinoirs waar je vanaf 20 centimeter boven de grond tot ruim een meter hoog in kunt plassen. Ze hadden ook hurktoiletten met een soort verhoogde rand. Dit type had ik nog nooit gezien.
Nu heb ik op mijn kamer een "westers" toilet met een bedieningspaneel aan de wc-bril. Ik heb geen idee wat je met al die knoppen op het bedieningspaneel allemaal kunt, maar nu ik ga zitten blijkt de bril al lekker warm te zijn. Na het doorspoelen spuit er een fonteintje water dat door een gat in de deksel in de spoelbak valt.
Bij binnenkomst in het hotel heb ik mijn schoenen uit gedaan. Verder mag ik hier op mijn eigen slippers door het hotel lopen. Maar hier op het toilet heb ik de speciale toiletslippers aan. Als ik het toilet verlaat, loop ik door een soort voorkamertje op mijn eigen slippers. Op mijn slaapkamer liggen -net als in de eetkamer- tatamimatten. Hier mag ik alleen op blote voeten of op mijn sokken lopen.
In mijn slaapkamer staat geen bed. In de kast liggen matrassen en dekbedden. Om op te zitten ligt er een kussentje op de grond en er staat -net als in de eetzaal- een laag tafeltje. Ook staat er een wasmand met een kamerjas -voor als je je kamer verlaat, die ik overigens niet gebruik- en een raar wit doekje met wat touwtjes eraan. Ik vraag me af of die doek er is om niet geheel naakt naar de badkamer in de kelder te lopen.
Net als vanmiddag bij de lunch heb ik hier bij het avondmaal diverse dingen waarvan ik geen idee heb wat het is. Zo liggen er stukjes die er uit zien als een bruin grijze gatenkaas. Ik moet nog wennen aa het eten. In Nederland vind ik het eten bij de Japanse restaurants lekkerder. De Japanse thee heeft een rare smaak. Alle stukken kip en vis zijn wel heerlijk.
Ze houden hier van schuifdeuren. Alle deuren hier -inclusief buitendeur receptie en kastdeuren- zijn schuifdeuren. Een uitzondering hierop zijn de wc-deuren. Op mijn slaapkamer zitten twee schuifdeuren in de buitenpui. Ze hebben er een hebwerk voor geplaatst. Als ik de deuren open zet dan wordt mijn kamer een soort balkon aan de rivier. Voor deze buitenpui hebben ze geen gordijnen hangen maar 2 schuifdeuren met wit papier erin. 

17-10-2015 Love hotel en vulkaanuitbarsting 136 km / 1334 hm
Ik kan me niet herinneren wanner ik voor het laatst zo vroeg opgestaan ben tijdens een vakantie. Iets na half zeven ben ik vertrekklaar. Mijn tent heb ik nat ingepakt. Ik sta op een mooi grasveld achter een tempel. Voor ik vertrek loop ik naar het toiletgebouw op het tempelcomplex. Met een fles water heb ik me gisterenavond bij de wc gedoucht. Daarna heb ik de deur open gezet -door een emmer in de deuropening te plaatsen- om de vloer te laten drogen. De vloer is inmddels droog. Dat vind ik prettig want zo ziet niemand dat ik hier geweest ben. Ik sluit de wc-deur en vertrek.
Na zo'n 10 kilometer fietsen over de kraterbodem van de Aso-vulkaan begint de weg te steigen. Voor me zie ik de bergwand -dit is de kraterrand- waar ik overheen moet. Gisteren ben ik -zo'n 50 kilometer terug- aan de andere kant de vulkaan ingefietst. De bergpas op de kraterrand was ongeveer 800 meter hoog. Nu ben ik aan het begin van de klim op 400 meter boven zeeniveau. Tijdens de beklimming kijk ik uit over de kleinere vulkanen -die wel veel hoger zijn- die op de kraterbodem staan. Ik zie onder andere de ruim 1500 meter hoge Aso-san. Gisteren kwam ik met de weg boven de 1100 meter hoogte tot vlak bij de Aso-san. In verband met een vulkaanuitbarsting was de weg afgesloten. Ik moest een stukje terug fietsen en een andere weg nemen naar de zuidkant van de Aso. Ook de wandeling -die ik naar de top van de Aso-san had willen maken- kon ik niet maken.
Het is nog koud -13 graden- tijdens de beklimming omdat ik in de schaduw van kraterwand fiets. De uitzichten over de hoge vulkanen zijn -ondanks het fraaie weer- niet zo mooi dan de uitzichten gisteren vanaf de andere zijde. Duidelijk zichtbaar is de zwarte rookpluim boven de Aso-san.
Vlak voor de top fiets ik door een 900 meter lange tunnel. Ik ben blij dat er een soort smal fietspad is, want ik vind het altijd erg gevaarlijk om in een tunnel op de weg te fietsen. Na een kleine afdaling gaat de weg afwisselend bergop en bergaf door een groen berglandschap met veel bos. Daar waar loofbomen staan zijn er prachtige herfstkleuren te zien.
Vanochtend heb ik 2 kleine bapao -gestoomd broodje met vulling- gegeten. Die zijn in de bekende bodemlose put gevallen. In een kleine supermarkt koop ik een plastic bakje met een paar mini boterhammen en een paar dingen met rijst. Dit vult beter. Wat dat betreft begin ik al op een Japanner te lijken, want ik heb het gevoel dat zonder rijst een maaltijd niet vult.
Halverwege de dag verlaat ik even de route -wegnummer 218- en neem de afdaling naar Takachiho-kyo. Ik fiets onder een indrukwekkende brug door en na een paar scherpe haarspeldbochten kom ik bij een parkeerplaats in een diep dal. Ik parkeer mijn fiets tussen de motoren en wandel langs een kleine kloof. Van bovenaf kijk ik in de kloof waar mensen met roeibootjes langs een waterval varen. Op het einde van de wandelroute kijk ik omhoog en zie ik 3 bruggen die boven elkaar lijken te liggen. Het is een oude stenen brug en 2 -haaks op elkaar gelegen- indrukwekende betonnen bruggen.
Terug op de "218" kom ik door veel tunnels en fiets ik over spectaculair hoge bruggen. Het uitzicht over de bergen is fantastisch en erg fraai zijn de rijstterrassen. Op enkele plaatsen staan ook groene struiken, waarvan ik denk dat het theeplantages zijn.
Op drukke stukken van de weg is er een fietspad. Bergop is dat erg fijn, maar het fietspad is vaak te slecht om over af te dalen. Harder dan 15 kilometer per uur kun je er niet over fietsen. Dus fiets ik bergaf meestal op de weg.
Halverwege de middag ben ik weer op zeeniveau. Het is heerlijk -28 graden- warm geworden. Op een warme plaats leg ik mijn tent in de zon te drogen. Ik ga zelf in de schaduw zitten met een cola uit een van de vele frisdrankautomaten langs de weg.
Doordat ik in de bergen een afslag gemist heb moet ik de laatste 20 kilometer over de weg met wegnummer 10 naar het zuiden fietsen. Op een klein stukje na -waar de weg langs de kust gaat- is er overal bebouwing langs deze drukke weg. Het goede nieuws is dat er een nieuw goed geasfalteerd fietspad langs de weg ligt. Het slechte nieuws is dat er bij alle zijwegen en soms ook bij opritten een gootje ligt met een klein stoeprandje waardoor ik steeds vol in de remmen moet.
Voor het overnachten had ik een guesthouse gezien op booking.com aan de zuidzijde van Hyuga. Ik heb dit natuurlijk niet geboekt want meestal slaap ik op een andere plaats dan dat ik gepland heb. Aan de bebouwing van dit plaatsje lijkt geen einde te komen. Voor ik het guesthouse gevonden heb staat er een nieuw en modern hotel langs de weg. Daar parkeer ik mijn fiets voor de deur en voor 5150 Yen krijg ik een moderne kamer met ontbijt. Deze mooie moderne kamer is een mooie afwisseling op van wat ik tot nu toe gezien heb. Ik had verwacht dat Japan er overal modern, strak en opgeruimd uit zou zien. Maar tot mijn verrassing ziet het er vaak wat oud, een beetje aangetast en rommelig uit.
In mijn kamer ligt een badjas en er staan sloffen. Vooraan is een ruimte om kleding op te hangen. Ik heb gelezen dat het niet de bedoeling is om hier je bagage neer te zetten. In de nette kunststof badkamer staat een mini bad en een -natuurlijk met bedieningspaneel- toilet.  Zoals overal in Japan is het heel erg schoon.
Om tv te kunnen kijken moet ik 1000 Yen betalen in de automaat bij de lift. Hiervoor krijg ik maar 3 kanalen te zien. Op twee van de drie kanalen is een sexfilm en het derde kanaal is in het Japans. Die sexfilms -waar de edele delen onzichtbaar zijn gemaakt- zijn niet om aan te zien. Blijkbaar raken de preutse Japanners al opgewonden van het -ook niet om aan te horen- gepiep van de vrouwen in de films. Ik had op zijn minst BBC of CNN verwacht van een avondje PayTV. Ik vraag me af of dit een "love-hotel" is.
Na een heerlijke douche ga ik op de begane grond in het restaurant eten. Een vrouw die in eerste instantie geen Engels lijkt te spreken geeft me een kaart met foto's van gerechten. Bovenaan de kaart staat iets geschreven met een prijs van 800 Yen. Wat het is kan niet niet lezen omdat alles in Japanse tekens is. Gelukkig zijn de cijfers hetzelfde als bij ons. Bij de foto's staan geen prijzen. Ik hoop dat de 800 Yen de prijs is van een menu en wijs deze aan. De vrouw geeft aan dat dat niet voldoende is. Ik wijs nog twee foto's aan. Dat is goed, volgens haar.  Ik heb nu geen idee of ik nu een maaltijd van 800 Yen of van 2400 Yen besteld heb.
Ik neem plaats aan een lange tafel met een scherm in het midden. Je moet hier samen met andere gasten aan één tafel zitten, maar je hebt toch wat privacy omdat je de gasten aan de andere kant van de tafel niet kunt zien.
Al snel is de vrouw -die naar nu blijkt toch Engels spreekt, maar het blijkbaar eerst nog niet durfde te spreken- terug met de mededeling dat ik al soep en rijst kan pakken bij het buffet. Bij de soep en de rijst pak ik ook cola en thee. Die thee laat ik staan want de soep vind ik lekkerder. Omdat ik dorst heb haal ik nog twee keer een kop soep. Ook haal ik nog twee keer een flinke bak rijst die ik op eet met 2 schaaljes -die de serveerster later komt brengen- met vlees.
Tijdens het eten komen er 3 jonge mannen binnen met half geblondeed zwart haar en een "matje". Dit lijkt hier in de mode te zijn. De mannen verdwijnen al snel achter het scherm aan de andere kant van de tafel.
Als ik vol zit en helemal moe ben van het eten reken ik af bij de receptie. Voor ruim 1100 Yen is het niet duur.
Terug op mijn kamer zet ik thee met de waterkoker die daar aanwezig is. Mijn eigen "Nederlandse" thee vind ik veel lekkerder. Met de wereldstekker laad ik mijn telefoon en batterij van mijn fototoestel op.

20-10-2015 Langs de Sakurajima-vulkaan 124 km / 733 hm
Japan bestaat uit 6000 eilanden. Er zijn 4 grote eilanden, waarvan Kyushu het verst naar het zuiden ligt. Ik heb voor deze trip voor Kyushu gekozen vanwege het klimaat. Van juni tot midden juli is het regenseizoen in Japan. Daarna is het warm. Nu fiets ik graag met warm weer, maar vanwege drukte op mijn werk deze zomer kon ik pas in het najaar vertrekken. September is daarna ook een goede reismaand omdat Japan meestal mooi droog najaarsweer heeft, maar in September had ik al een reis naar Malta geboekt. In Oktober begint het af te koelen met in het noorden maximum temperaturen van rond de 15 graden. Hier in het subtropische zuiden is het tot nu toe 23 tot 29 graden.
Kyushu heeft met 36.000 vierkante kilometer ongeveer 90% van de grootte van Nederland. Er wonen 13,5 miljoen mensen. Het is dus bijna net zo dicht bevolft als Nederland. Verrassend genoeg staat hier op 70% van het land bos. Er is heel veel bosbouw en in het binnenland rijden veel vrachtwagens met boomstammen.
Gisteren en eergisteren ben ik langs de prachtige oostkust naar Toi-misaki gefietst. Toi-misaki is een kaap in het uiterste zuidoosten. Van daaruit ben ik gisteren naar het westen gefietst. Eerst heb ik een stuk de zuidkust gevolgd, vervolgens ben ik het Osumi-schiereiland overgestoken naar de Kagoshima-wan. Dit is een diepe baai waar middenin de Sakurajima-vulkaan ligt.
Toen het gisteren donker werd heb ik in Tarumizu -aan de oostkant van de Kagoshima-wan- een modern hotel gevonden direct aan weg 220. Voor 5400 Yen heb ik een mooie moderne kamer met ontbijt. Bij de receptie vertelde ze gisteren dat ze geen avondeten hadden. Achteraf gezien was dat prima, want op nog geen kilometer van het hotel kwam ik in het dorp bij een sushi-restaurant. Op een lopende band kwamen er in het restaurant allemaal gerechten langs, die ik kon uitkiezen. Heerlijk was het eten en ze hadden eindelijk ook eens lekkere Japanse -gemaakt van poeder- thee. Na het eten kwam er iemand de bordjes tellen, die afhankelijk van hun kleur een bepaalde prijs hebben. Voor slecht 1400 Yen -ongeveer 11 euro- had ik me helemaal vol gegeten.
Ik vind het heel opvallend dat Japan helemaal niet duur is. Waarschijnlijk zullen de hotels in de zomer wel veel duurder zijn, maar Japan had altijd de reputatie om heel erg duur te zijn. En misschien is het op Honshu ook wel veel duurder, maar op dit moment is het op Kyushu goedkoper dan in Nederland. Ik denk dat -gezien de vanaf 1990 nauwelijks groeiende economy in japan- we ze aan het inlopen en misschien ook wel aan het inhalen zijn.
Voor ik ga ontbijten maak ik mijn eerste foto van de Sakurajima-vulkaan. Vanaf het hotel zie ik alleen het bovenste deel van de vulkaan. De opkomende zon geeft er nu een mooie kleur aan.
Na een ontbijt met croissant  en zoete broodjes -waarbij ik ook voor onderweg heet water mee krijg- stap ik op de fiets. Het zicht over het water van de baai met op de achtergrond de vulkaan wordt steeds beter. Vanuit verschillende plaatsen maak ik foto's.
Net voor de vulkaan sla ik linksaf en neem ik wegnummer 224, die aan de zuidkant langs de vulkaan loopt. Na een paar kilometer is er een wandeling door de lavavelden uitgezet. Op de parkeerplaats bij het begin van de wandelroute laat ik mijn fiets achter en wandel ik een half uur. Het is een heerlijke wandeling. Er is bijna niemand, de zon schijnt volop en het uitzicht op de vulkaan en de  Kagoshima-wan is fraai. In het zuiden zie ik aan de andere zijde van de baai nog een grote vulkaankegel.
Na de wandeling ben ik al snel bij de veerboot die naar Kagoshima gaat. Op de boot neem ik een noodlessoep en daarna maak ik foto's vanaf het panoramadek.
Aan de overzijde fiets ik meteen langs de baai naar het noorden. Ik heb niets gelezen waarvoor ik -de moderne stad- Kagoshima in zou moeten gaan, dus deze laat ik links liggen. Voor ik de stad uit ben kom ik langs een park met een oude stenen brug. Wegnummer 10 langs de baai is geen goede keuze. Het landschap is fraai maar de weg is te druk, het fietspad is te slecht en een enkel klein stuk is er zelfs geen fietspad.
Ik ben blij als ik bij Aira de weg kan verlaten. Hier steek ik over rustige wegen het volgende schiereiland over op weg naar de westkust. Onderweg kom ik toevallig langs de dikste boom van Japan. Via een paar lage bergpassen fiets ik door de heuvels met prachtige groene bossen naar Sendai aan wegnummer 3.
Met wegnummer 3 is het net als wegnummer 10 vanochtend. Het landschap is prachtig, soms is de weg prima maar meestal is de weg te druk. Ik hoop dat ik voor het donker wordt deze drukke weg kan verlaten om een kampeerplaats te zoeken. Net voor Akune koop ik bij een eetstalletje langs de weg een bakje met 3 saté-stokjes van gehaktachtig vlees. Ik koop ook 2 van een soort sponsachtig witte pijpen met een geelbruine zachte korst. Ik heb geen idee wat het is. Verder liggen er ook nog witte deegpakjes met vulling erin. Meer is er niet meer te koop net voor sluitingstijd. Die witte deegpakjes vind ik iets te avontuurlijk om te kopen, maar bij het afrekenen krijg ik er toch één gratis mee.
Akune is veel groter dan ik had gedacht. Bij zonsondergang fiets ik nog steeds door de drukte van de stad. Bij een hotel vraag ik of ze nog een kamer vrij hebben. De rare man bij de receptie zegt dat ze alleen morgen een kamer vrij hebben. Veel meer Engels dan dat komt er niet uit hem. Aan een kamer morgen heb ik helemaal niets op dit moment, dus fiets ik verder. Iets verderop vraag ik een jonge man op de fiets naar een hotel. Hij spreekt gebrekkig Engels maar hij is wel heuse handig met zijn telefoon. Hij laat me zien op zijn telefoon dat er een paar honderd meter terug een guesthouse is. Ik fiets er naar toe. Het lijkt gesloten. Ik informeer bij de overbuurman -die in de tuin loopt- of het guesthouse open is. Hij spreekt geen Engels. Het is inmiddels donker geworden.
Plotseling staat de jonge man op de fiets er weer. Hij gaat voor me bellen. Even later komt ook zijn moeder met de auto aanrijden. Zij gaat ook aan het bellen. Iets verderop blijkt er nog een guesthouse te zijn. Samen fietsen we er naar toe. Wat een behulpzaam volk die Japanners. Op de afslag naar de rustige weg -die ik morgen op zal fietsen- is een guesthouse waar ik voor 3800 Yen een kamer krijg met tatami-matten en een eigen badkamer. Ze hebben geen waterkoker, maar ze komen me een grote kan met heet water brengen.
Na een heerlijke douche eet ik een deel van het vreemde -maar prima smakend- eten op wat ik net voor de stad gekocht heb.

22-10-2015 Het kasteel van Kumamoto 85 km / 934 hm
Gisteren heb ik het eiland Kyushu verlaten door met de boot naar Ushibuka te varen. Van daaraf fiets ik nu over een aantal eilanden naar Kumamoto. Kumamoto ligt weer op Kyushu. Het eerste deel na de boottocht langs de zuidkust was over een echt droomweggetje. Het was een smalle rustige slingerweg langs de kust met steeds een fraai uitzicht over de vele kleine eilanden die hier liggen en Kyushu op de achtergrond.
Ik ben nu in Matsushima. Hier zijn -zoals op veel plaatsen in Japan- Onsen. Dit zijn warme baden van vulkanische warme bronnen. Ik ben nu in een soort Onsen-hotel. Ik heb een grote luxe kamer met uitzicht op zee en een aantal eilanden voor de kust. Naast een megagroot TV-scherm staat er ook een magnetron, waterkoker en een gokkast in mijn kamer. Het hoogte punt van dit verblijf is de badkamer met een eigen Onsen. Terwijl ik nu met zonsopkomst -die matig is vanwege de mist- in mijn eigen warme bad lig heb ik uitzicht op zee en door een ander groot raam op een berghelling met bos.
Mijn Onsen-hotel lijkt ook een beetje op een Love-hotel. Mijn fiets staat in een gesloten garagebox met een betaalautomaat. Omdat ik geen Japans kan lezen heb ik die automaat niet kunnen bedienen. Gelukkig is er ook nog een eenvoudige receptie. Voor ik nu de kamer kan verlaten moet ik de receptie bellen. Ze spreken daar geen Engels, maar als ik checkout zeg begrijpen ze dat gelukkig toch en ontgrendelen ze mijn kamerdeur. Bij de garagedeur is dezelfde vrouw als gisteren om me te helpen met het openen van de garagedeur. Ik krijg een ontbijtpakketje mee met een briefje met de tekst "thank you for staying at hotel, have a safe trip home". Dit is heel aardig van ze. Ik vraag me af of ze iemand die Engels spreekt hebben gevraagd dit op te schrijven of dat ze het op internet zelf vertaald hebben. Mijn duurste hotel -100.000 Yen- tot nu toe op deze reis was weer een bijzondere ervaring.
Na een paar bruggen met een smal fietspad kom ik op één van de kleinere eilanden van deze route. Op dit eiland is er alleen de hoofdweg waardoor ik zo'n 15 kilometer over een drukke weg moet fietsen. Na 6 kilometer staat er een apart gebouw langs de weg. Het lijkt een soort kerk maar dat is het niet. Het is een gedenkhal. In het parkje voor het gebouw ga ik in de zon zitten ontbijten. Het restaurant/ijssalon voor het gebouw is nog gesloten. De eigenaar van het restaurant komt een praatje maken en ik krijg wat toast met een bakje olie van hem. Heel lekker en alweer een aardige Japanner.
Na de volgende brug ben ik weer terug op -een schiereiland van- Kyushu. Hier fiets ik langs de kust over de rustige weg met nummer 266. Het laatste stuk naar Kumamoto ik weer op wegnummer 3. Hier fiets ik steeds over het fietspad langs de drukke weg door bebouwd gebied met vooral veel bedrijven en winkels.
In het begin van de 17e eeuw is er in Kumamoto een indrukwekkend groot kasteel gebouwd. In 1877 is het kasteel -samen met het verslaan van de laatste Samurai- verwoest. In 1960 is een deel van het kasteel weer opgebouwd. Het is een prachtig gebouw, ook al zijn er in het hoofdgebouw betonnen trappen. Vanuit het hoofdgebouw en één van de torens heb ik ook een fraai uitzicht op de moderne stad waarin het kasteel ligt.
Het is vandaag 27 graden. Ik had verwacht dat het -met de naderende winter- kouder zou worden. Het is niet alleen elke middag lekker warm, maar de zon schijnt ook elke dag. Sinds de tweede dag in Japan is het steeds helemaal helder. Vandaag is het alleen een beetje heiig.
Vanaf het kasteel fiets ik naar de haven van Kumamoto. Om 15.10 uur ben ik in de haven, maar ik mag helaas niet meer mee met de boot van 15.15 uur naar Shimabara. Ik moet op de volgende boot -die om 16.05 uur vertekt- wachten.
Op de bootovertocht over de Shimabara Wan word ik een beetje zeeziek. Na een tocht van een uur bereik ik Shimabara. In de haven staat een warme stormachtige wind. De zon is reeds verdwenen achter de grote vulkaan die vlak achter het dorp staat. Ik fiets 5 kilometer over weg 57. De weg gaat over een soort rivierdal. Het ziet er uit alsof hier nooit water maar wel af en toe lava stroomt door dit dal. Na deze brug is er een park met een parkeerplaats en een speeltuin. In de luwte van het toiletgebouw bij het park zet ik mijn tent op.

26-10-2015 Met de boot naar Zuid Korea 6 km / 8 hm
Afgelopen vrijdag ben ik bij Unzen tot een hoogte van 700 meter de vulkaan opgefietst over een heerlijke slingerweg door het bos. Boven in het dorp -Unzen- fietste ik door het stoom dat overal uit de bodem kwam. Na de afdaling ben ik doorgefietst naar Nagasaki, waar ik een bezoek heb gebracht aan de Dejima, Dutch Slope, Clover Garden en China Town.
Ik heb in Nagasaki overnacht in een Capsule hotel. Meteen bij de ingang moesten mijn schoenen al uit en liep ik op mijn sokken naar de receptie. Daarna moest ik op de verdieping al mijn spullen -tot en met de onderbroek die ik aan had- in een kastje stoppen. In het kastje lag een boxershort en een badjas. Op blote voeten kon ik daarna naar de capsules -om te slapen-, de relaxzaal, de sauna en het restaurant. Er was ook een mogelijheid om je te laten masseren, maar dat heb ik niet gedaan. Verder is het hotel alleen voor mannen. Ik vond het heel apart om s'avonds in het restaurant op de grond te zitten aan de gebruikelijke lage tafeltjes tussen allemaal mannen met dezelfde badjas aan.
Gisteren en eergisteren ben ik over deels prachtige kustwegen via Imari terug naar Fukuoka gefietst. Onderweg kwam ik een Zuid Koreaans fietser tegen die me vertelde dat ik op de boot van Fukuoka naar Busan in Zuid Korea prima mijn fiets kan meenemen. Die boot ga ik vandaag nemen. Het is een dag korter fietsen dan ik gepland had naar Shimonoseki waar vandaan ook boten vertrekken naar Zuid Korea. Voor die boot vanaf Shimonoseki heb ik de hele reis al een fietsdraagtas bij me, omdat je volgens de website van de reder alleen in een draagtas een fiets mag meenemen. In plaats van een dag fietsen en dan de nachtboot naar Zuid Korea heb ik nu een boottocht overdag. De snelle boten die vanaf hier vertrekken nemen geen fietsen mee.
Ik slaap lekker uit en neem voor het laatst een Japans ontbijt van rijst met vis. Met de fiets ben ik in 10 minuten in de terminal. Voor 9500 Yen koop ik een kaartje voor de overtocht naar Busan. Daarna moet ik ook nog een kaartje van 500 Yen kopen -bij een automaat- voor het gebruik van de terminal. Bij het bagageloket geef ik mijn fiets en bagage af, waarvoor ik 1000 Yen moet betalen.

Om 12.30 uur verlaat ik Japan met de boot op weg naar Zuid Korea. Japan is een bijzonder land waar de volgende dingen erg opvallend vond:
- veel fietspaden
-smalle wegen en smalle auto's
-verschillende sloffen (onder andere toiletsloffen)
-kamerjassen
-eten met stokjes
-rokende vulkanen
- frisdrankautomaten
- links rijden
- schrijven met tekens
- buigen en knikken bij gedag zeggen
- handschoenen, paraplu's en je geheel bedekken tegen de zon
- vis en rijst bij ontbijt
- rijstterrassen
- lovehotels
- minshuki (traditioneel hotel)
- capsule hotel
- mondkapjes
- gesnoeide bomen
- overal eten te koop
- Japanse thee en thee van theepoeder
- telefoon heeft slecht bereik
- tempels
- zeer behulpzaam
- voorman bij werkploeg die voor gaat in de ochtendgymnastiek
- wereldstekker nodig
- veel bosbouw (70% van het land zijn bergen met bos), terwijl de rest van het land overvol is
- veel stoplichten (geen rotondes)
- overal staan verkeersregelaars
- altijd super schoon
- niet duur
 
De hoogtepunten van Japan vind ik:
- prachtige kustlijn
- vulkanen
- aparte hotels
- lekker eten
- groene bergen (met rijstterrassen) in binnenland
- helder en in de middag lekker warm weer
 

Op de boot heeft iedereen een kamer toegewezen gekregen. Mijn tweede klas kamer is eigenlijk een soort slaapzaal, waar een man of tien op een matje op de grond kan gaan liggen. Net na zonsondergang komt de boot in Busan aan. Bij de bagageband -na de douane- staat een man in pak bij mijn fietstassen te wachten. Hij brengt me naar een parkeergarage waar mijn fiets staat.
In het donker fiets ik langs een drukke weg zo'n 4 kilometer naar het noorden. Bij het eerste hotel langs de weg neem ik voor 40.000 Won een kamer. Ondanks dat de ingang van het hotel in een bewaakte parkeergarage is, vind men mijn fiets te duur om in de garage te stallen. Ik moet hem meenemen naar mijn slaapkamer. Dat is natuurlijk heel handig. Zo hoef ik niet te sjouwen met mijn zware fietstassen, maar loop ik met mijn fiets de lift in en vervolgens mijn kamer in.
Na een douche wandel ik de straat op. Langs de weg verkoopt men groente en fruit. Ook zijn er stalletjes met eten. Mijn maag voelt niet goed. Ik zie nergens rijst, alleen maar rare dingen waar ik nu geen zin in heb. Er zijn hier ook veel "hamburgertenten". Ook daar heb ik geen zin in. Er is wel een Franse bakker. Daar koop ik een stokbrood en wat belegd brood. Op mijn kamer eet ik mijn stokbrood op met leverpastei uit Nederland.
Voor het eerst sinds ik onderweg ben kijk ik tv. De film is in het Engels met ondertiteling.