Azie-Australie 2007-2009            Laos- Thailand jul aug 2008,
Els, Toine.
Bart en Tim

17 juli tot en met 19 juli 2008 Van Zoetermeer naar Vientiane in Laos.
 Onze grote en lang voorbereidde grote reis is begonnen. Na een reis van 28 uur zijn we via Singapore, dat een prachtig vliegveld heeft, en Bangkok, waar we 10 uur moesten wachten op onze aansluiting, ’s avonds 18 juli om 21:00 uur eindelijk in Vientiane.
Het verkrijgen van een visum is voor ons, als niet wereldreizigers, erg ingewikkeld. Gelukkig zijn de mensen erg vriendelijk en uiteindelijk komen wij als laatste van alle passagiers door de douane. We hoeven niet op onze bagage te wachten want die is er al. Zowel de taxichauffeur als Wilbert staan ons op te wachten. De chauffeur blijkt erg verbaasd te zijn over het feit dat vier mensen die op fietsvakantie gaan ook vier fietsen meenemen. Gelukkig is het vliegveld niet ver van de stad dus dan maar in twee keer naar het hotel midden in het centrum.
Op zaterdag 19 juli kunnen we een dagje acclimatiseren en onze fietsen uitpakken. Alles is gelukkig nog heel. Nadat we alle tassen goed hebben ingepakt maken we een kleine rondwandeling door de stad.
Het is wel even wennen met al die elektriciteitsdraden over de straten maar dat blijkt een normaal straatbeeld te zijn in Laos en Thailand.
Bart en Tim willen graag het plaatselijk vervoer uitproberen. Daarom besluiten we met de Tuk-Tuk naar de Arc de Triomphe te rijden. In Vientiane kun je nog duidelijk de Franse invloed zien. Het lijkt een echte oude Franse provinciestad, maar dan afgewisseld met tempels, Buddha’s en Stupa’s. Wilbert noemt deze laatste ‘Stomme paaltjes’.
’s Avonds besluiten we aan de Mekong te gaan eten. Voor ons is het wel erg bijzonder om te zien hoe men hier primitief staat te koken aan de straat. Vervolgens wordt het eten dan geserveerd op een redelijk uitziend terras aan de rivier.
Jammer dat het gaat regenen want we moeten ook weer terug langs de keuken door de modder naar de straat. Maar ja, het regent daar maar af en toe nÌet in de regentijd.
Zondag 20 Juli tot en met 23 juli 2008. Van Vientiane naar Vang Vieng. (214 km.)
De eerste fietsdag geeft al direct een leuke indruk van wat ons de verdere reis nog te wachten staat. Eerst rijden we via de Arc de Triomphe (weg 13) de stad uit en na 5 km. fietsen hebben we onze de eerste lekke band (van Wilbert) te pakken. Gelukkig  is dit de enige lekke band in de hele vakantie.
Na enige tijd gaan we rechtsaf en rijden we weg 10 op. Dit is een rustigere weg.
We rijden tussen de rijstvelden waar hard wordt gewerkt. Het beeld dat wij van de TV hebben gekregen over AziÎ blijkt ook werkelijk te kloppen.
Tussen de middag genieten we op de Nam Nyum rivier van onze lunch op een drijvend restaurant met zicht op een metershoge brug waar de plaatselijke jeugd fanatiek van afspringt. (Zij liever dan wij!!)
Ook maken we al direct de eerste tropische regenbui mee. We schuilen onder een oude hut bij een rijstveld. Omdat we dachten dat we tot Vang Vieng in primitieve onderkomens zouden moeten slapen is het Vansana Resort in Ban Keun een zeer aangename verrassing. Het hotel heeft een prachtig klein zwembad aan de rivier en onze kamers hebben uitzicht op zowel het zwembad als de rivier.
Op de tweede fietsdag lunchen we vroeg op de wegsplitsing tussen het Ang Nam Ngun meer en Ban Thalat. Het is een prachtig restaurant met een vriendelijke bediening. Vandaag hebben we duidelijk minder bewolking. Dat is leuk voor de foto’s maar wij vinden het zwaar. Later op de dag kopen we nog een keer wat te drinken bij mensen. We kunnen daar heerlijk uitrusten en Tim vindt daar al snel een lekker plekje in een hangmat. De mensen vinden het geweldig. We verlossen ze meteen van een groot aantal gebakken bananen. Ook vandaag zien we weer veel mensen in de rijstvelden werken. In diezelfde rijstvelden wordt echter ook gevist met een vierkant net.
Door een foutje in het boekje kunnen we het beschreven nieuwe Guest House niet vinden. Omdat het snel donker zal worden fietsen we dus maar weer terug. We hebben hierdoor vandaag 12 km te veel gefietst en voor we iets gevonden hebben is het inmiddels helemaal donker. Gelukkig kunnen we nog wel in Ban Hinup Thai een, zeer eenvoudig, onderkomen vinden. Dit hotel heeft wel een werkende airco maar geen afvoer op de wastafel. Ook heeft onze kamer er een warme douche. En dat voor een bedrag van € 6 per nacht. Wilbert en Bart hebben een kamer met fan voor het enorme bedrag van € 3. Dat halverwege de avond de waterdruk wegvalt, vergeven we de hotelier dan ook maar.
 Als we de volgende dag weer op weg 13 zijn aangekomen, wordt de bebouwing duidelijk minder en neemt de prachtige natuur de overhand. We zien nu veel oude dorpen en we komen nu echt op het platteland. Ook komen we nu door dorpen waar kinderen er minder verzorgd uitzien, maar iedereen blijft enorm vriendelijk. Aangekomen in Vang Vieng gaan we op zoek naar een goed hotel, waar ook de fietsen goed verzorgd worden oftewel binnen kunnen staan. Het hotel ligt aan de Nam Sang rivier en heeft een werkelijk schitterend uitzicht op de bergen waar we over een paar dagen nog over heen moeten.
De jongens besluiten hier een dagje in het zwembad door te brengen en wij sjokken rustig door het plaatsje. Dit is een echt ‘Back Packers’ oord, maar ook hier is de Franse invloed goed voelbaar.
Over de rivier loopt en prachtige houten brug, maar de manier van bouwen is niet al te degelijk dus dit is inmiddels de vierde brug. De voorgaande bruggen blijken reeds eerder gedeeltelijk weggespoeld te zijn.
24 juli tot 29 juli 2008 Van Vang Vieng naar Luang Prabang. (235 km.)
Vandaag maken we een prachtige tocht waarin we veel moeten klimmen en dalen. Het is duidelijk minder bevolkt en de bewoners zijn stukken armer. Hier zien we ook kinderen in hun blootje lopen en met vieze kapotte kleding, hetgeen je eerder niet zag. Maar de hutten zijn echt schitterend. Nergens zie je nog stenen huizen staan, want hier zijn hout, bamboe en riet de bouwmaterialen.
De eerste etappe heeft ons naar Bornam Oom Resort gebracht. Dit klinkt mooier dan het is. Er zijn hier zogenaamde Hot springs, maar die worden door chauffeurs, die hier ook slapen, gebruikt als wasplaats. De hutjes zien er van buiten idyllisch uit maar ze zijn erg oud. In de huisjes kun je het licht beter uitlaten ander durf je niet meer te gaan liggen op het bed. We zijn er zeker van dat we niet de enige bewoners van de huisjes zijn. Tegenover de huisjes is een politiepost die nog steeds bemand is. De vrachtwagens worden hier gecontroleerd. De plaatselijke attractie is ÈÈn van de werknemers van het resort. Hij loopt de hele dag rond op roze slippertjes met hakjes, roze-geel gekleurde  boxer-shorts en een zachtgeel strak t-shirtje. Hopelijk voor hem zijn de Laotiaanse vrachtwagen chauffeurs ruimdenkend...
De tweede etappe zou ons naar Kiuchacham moeten voeren maar dit is onze eerste echte klimdag en 14 km klimmen blijkt teveel van het goede. Om 13.30 uur besluiten we na 25 km fietsen om niet verder te fietsen. De volgende overnachtingsmogelijkheid is namelijk nog 50 km fietsen. Daarom besluiten we toch maar in Phu Khoun te overnachten in een hotel op de wegsplitsing.
Vandaag zijn we veel bergbewoners tegengekomen en het leek wel nationale wasdag. Overal stonden kinderen en volwassenen zichzelf en hun kleren te wassen, maar de kinderen renden in hun blootje naar de weg als wij langs kwamen en riepen massaal SABAIDEE.
Door de regen waren er veel stukken uit de weg geslagen. De natuur onderweg was weer prachtig. De hele dag en ook in Phu Khun zien we veel soldaten op badslippers rondlopen dat geeft ons niet bepaald een veilig gevoel.
In de bergen fietsen zowel Bart als Tim goed. Bart fietst alles zelf en probeert Els te duwen. Tim krijgt onderweg regelmatig hulp van Wilbert. ’s Avonds komen we in Phu Khun een vreemde Chinees tegen gekomen met zware ADHD verschijnselen. Hij wil in het hotel slapen en eten terwijl hij daar dan ook nog geld bij wil krijgen. Tot zijn eigen verbazing lukt dat niet, Hij is vervolgens stomverbaasd over het feit dat wij een goede en lekkere maaltijd voor onze neus hebben staan. Hij heeft voor die ene euro die hij uit wil geven alleen maar 4 roereieren gekregen. Daar begrijpen wij ook niets van...
 Vandaag 26 juli is Els jarig. Het is een zware klimdag maar het gaat al stukken beter dan gisteren. Net zoals gisteren zien we weer veel arme mensen, maar nu zijn er ook kinderen bij met dikke buikjes. Voor het eerst wordt er ook af en toe door de kinderen om geld gevraagd.
In Kiukacham overnachten we met onze fietsen op de kamer. Volgens Wilbert is dat het summum voor iedere wereldfietser. ’s Avonds laat, als we zitten te eten, komt er nog een fietser voorbij rijden, maar we hebben geen idee waar hij nog heen is gegaan.
 De laatste etappe naar Luang Prabang is wederom een schitterende fietsdag. We beginnen met een lichte klim en daarna volgt een hele lange mooie afdaling tot aan de rivier. De bewoners lijken iets rijker dan de afgelopen dagen. Ook het weer is prachtig vandaag. Na 24 km begint een klim van 18 km en tot overmaat van ramp begint nu ook de zon flink te schijnen. Dat is voor ons wat minder want zo wordt klimmen pas echt zwaar. Na 12 km klimmen houden we even pauze. Hier komen we twee Nederlanders tegen die onze route de andere kant op fietsen via AWOL. We blijken nog 4 km van de top verwijderd te zijn.
Op de top komen we een Zwitser tegen die Wilbert kent van de grens met Singapore Ze hadden daar samen gegeten. In de volgende lange afdaling gaat het voor Tim in een scherpe bocht helaas iets te hard. Hij maakt een behoorlijke klapper. De fietstassen vangen gelukkig de grootste klap op. Tim heeft de val zonder kleerscheuren overleefd, maar zijn kleren zien er niet meer uit. Het is ons ook later niet meer gelukt zijn kleren goed schoon te krijgen.
Volgens de beschrijving in het routeboekje zullen we nu glooiend en dalend naar Luang Prabang kunnen doorfietsen. Wij hebben daar toch een ander idee over. De beschrijving ‘glooiend en licht tot flink stijgend’ lijkt ons beter.  We rijden via de avondmarkt de stad in en zien daar Mirjam op het terras zitten met een stel fietsers die via Awol geboekt hebben. We vinden al snel een lekker luxe en schoon hotel en besloten om drie nachten in Luang Prabang te blijven.
28 en 29 juli gebruiken we als rustdagen. De eerste dag maken we een toer naar de Tat Sae watervallen. Daarvoor moeten we, in niet al te stevige bootjes, een stuk over de snelstromende Nam Khan rivier varen. De tocht gaat dwars door een stuk jungle. Bij de waterval hebben we een 45 minuten op een olifant gezeten. Dit is een leuke ervaring geweest, maar het was wel lang genoeg. Terwijl Bart en Tim de olifanten aan het aaien waren wordt ÈÈn van de olifanten door de omheining heen gedrukt. Deze olifant gaat er als een speer vandoor en plonst het water in bij de waterval.
Tim mag ook nog helpen met wassen en mag bovendien ook nog even op de olifant zitten.
’s Avonds gaan we gezellig met Mirjam eten. Voor Wilbert is dit een leuk weerzien.
De tweede dag wandelen we door Luang Prabang. Dit is een echte oude koloniale Franse stad met veel oude auto’s en veel tempels. Voor Bart komt de rustdag net op tijd. Hierdoor kunnen zijn darmen wat tot rust komen.
In Luang Prabang kun je wel zien dat er in de grotere steden duidelijk minder goede wijken voorkomen.
30 juli 2008.
 Dit wordt met 115 km de langste fietsdag van de vakantie. Voor Bart en Tim is dit in ieder geval een nieuw record. Daarnaast is ook het snelheidsrecord van Tim en Toine vandaag gesneuveld met een nieuwe topsnelheid van 56,9 km/h.
Het is een lekkere fietsdag waarbij de weg een beetje op- en afloopt met af en toe een klein klimmetje.
De huisnijverheid waarvan we op deze tocht getuige zijn is weven en spinnen. Overal zie je vrouwen met de weefgetouwen bezig.
31 juli 2008
Wilbert gaat vandaag naar Udomxai fietsen en wij gaan met het plaatselijke vervoer.
Omdat de tocht vandaag 80 km door de bergen gaat met veel slecht wegdek, maar vooral omdat er twee klimmen van 20 km. moeten worden gemaakt, hebben wij ons daar niet aan gewaagd. Wilbert heeft juist weer goede redenen om niet in een auto te hoeven zitten.
We hebben een oude pick-up truck met chauffeur gehuurd met een flinke laadbak waar onze fietsen in kunnen. Voorin de laadbak staat een grote ton met aal. Daarnaast zitten wij met onze bagage. Deze trip kost ons 400.000 kip. De chauffeur neemt in de kleine cabine ook nog vier andere passagiers mee. Dat zit volgens ons niet echt comfortabel. Halverwege gaat het voorin dan ook echt mis. EÈn van de passagiers leegt haar de maag in de nek van degene die voor haar zit.
Ik heb zelden mensen zo snel uit een auto zien stappen.
Ook vandaag zien we veel huisnijverheid. Nu zien we veel meisjes borduren en veel vrouwen die werken op het land. Bij aankomst op het busstation is het vreselijk weer. Om wat te drinken te kopen, lopen we even de stad in. Het kopen van een paar blikjes drinken is een hele toer. De blikjes kosten gezamenlijk 25.000 kip (€2). Als wij willen betalen met 50,000 kip (€4) blijken de verkoopsters geen wisselgeld te hebben. Nadat bij een buurwinkel wisselgeld is gehaald, kost het ons erg veel moeite om voor te rekenen wat we terug moeten krijgen. Een bijzondere gewoonte in Laos is om alles wat er gedronken is op tafel te laten staan. Bij het opmaken van de rekening kan de serveerster eenvoudig optellen hoeveel er gedronken is. Als je de rekening wilt betalen, moet je ‘Check Bill’ roepen. Ondanks de taalproblemen begrijpt iedereen je dan, maar voor ons klinkt het toch een beetje vreemd. In Udomxai is de Chinese invloed duidelijk zichtbaar. Het hotelpersoneel hangt en slaapt de hele dag languit voor de TV en de nachtwaker zit in z’n blote bast achter de hotelbalie.
 Vandaag 1 augustus gaan we aan de laatste twee fietsdagen beginnen.
We moeten respectievelijk 95 en 54 km. afleggen.
De eerste dag fietsen we via Muang Houn, waar we heerlijk lunchen, naar Muang Beng. We zien veel verschillende mensen waarvan een deel rijk lijkt te zijn, maar ook vele arme mensen. Er wordt weer veel in de rijstvelden gewerkt, maar hier zijn de boeren ook druk in de weer met het oogsten van mais. Tim fietst zo hard dat we hem niet meer bij kunnen houden. Hij lijkt er zin in te krijgen op het laatst. Vlak voor Muang Beng is de weg ondergelopen. Deze weg lijkt meteen omgedoopt te zijn in een soort plaatselijk zwembad. Als wij verschijnen zijn we direct de attractie van de plaatselijke jeugd. Daarom is het even oppassen geblazen met het oversteken van de rivier. We zijn even bang dat ze aan onze fietsen zullen zitten, waardoor je in het water moet afstappen. Gelukkig blijkt onze angst onterecht en kunnen we dwars door de rivier heen fietsen.
Een overnachtingsplek vinden is in deze vreemde plaats niet eenvoudig. De plaats ziet eruit als een sloppenwijk. Er is veel Chinese handel, maar aan westerlingen zijn ze hier niet gewend dus worden we overal nagekeken of eigenlijk meer ongegeneerd aangegaapt.
Uiteindelijk vinden we een grappige overnachtingsplek in een groot houten huis met een open overloop waar je heerlijk buiten kunt zitten. We mogen de privÈ-douche van de eigenaar gebruiken en dat is een bijzondere ervaring. Vanuit de douche heb je een vrij uitzicht naar buiten. Het is ons niet helemaal duidelijk of het uitzicht andersom even goed is. We hopen maar van niet.
De laatste fietsdag naar Pak Beng is op papier een korte maar we hebben ons vreselijk vergist in de zwaarte van de tocht. Het doet ons denken aan een eerdere fietsvakantie in Engeland. Over een lengte van 25-30 km bestaat de weg volledig uit korte afdalingen en zeer steile hellingen. Bij aankomst in Pak Beng merken we dat de zogenaamde ‘tweede wereld’ weer in zicht komt. Overal zie je Chinees plastic langs de weg liggen en diverse bergen afval. Waarschijnlijk is er nog geen vuilnis ophaaldienst.
We hebben in Pak Beng een hartstikke leuk hotel. Het ademt wel een beetje vergane glorie uit, maar we hebben een geweldig uitzicht op de Mekong rivier en omdat we vroeg zijn kunnen we daar heerlijk van genieten.
 Onze laatste dag in Laos is de boottocht over de Mekong naar Huay Xai.  Deze overtocht kost ons 145.000 kip.
Het opstappen is niet bepaald gemakkelijk. Via een steil modderpaadje moeten de fietsen en de bagage naar beneden worden gesjouwd. Gelukkig zit de boot niet vol en hebben we ieder een houten bankje ter beschikking. Als dat wel zou moeten, zou ons een erg lange boottocht wachtten. In Nederland zouden deze banken overigens niet door de ARBO worden goedgekeurd.
De fietsen moeten op het dak van de boot worden gelegd. Dit gaat niet helemaal vlekkeloos. Wilbert helpt zelf mee om de fietsen vast te binden. Met de boot gaat ook een inlandse vrouw met drie kinderen mee. Je leert de Europese luiers wel waarderen tijdens zo’n reis. Hier wordt alle ontlasting van de kinderen in doeken opgevangen en na zo’n vijf uur varen begint de lucht wel wat vreemd te ruiken. Na ongeveer zes uur varen uur wordt ze afgezet. Omdat men hier in Laos nog nooit van een kade heeft gehoord kun je eigenlijk beter spreken van overboord gegooid. Ze springt midden tussen de takken van de bomen die onder water staan. Haar kinderen doen hetzelfde.  Tot onze opluchting weten ze allemaal op de oever te klauteren. We hopen maar dat wij, bij aankomst, op een andere manier deze boot kunnen verlaten. Uiteindelijk duurt de bootreis ruim tien uur. Als we om 18:30 uur aankomen blijkt de grens met Thailand inmiddels al lang te zijn gesloten.
De laatste nacht in Laos overnachten we bij heel aardige mensen. De beheerder kan ook een klein beetje Nederlands. Helaas zijn de huisjes een beetje muffig, maar dat zijn we inmiddels wel gewend. ’s Avonds eten we voor het eerst van de BBQ op de Laotiaanse manier. Wilbert heeft dit al vaker gedaan en verkneukeld zich al helemaal voor wat gaat komen. Het is inderdaad een leuke en lekkere afsluiting van onze tijd in Laos.
04 augustus 08
Vanmorgen vertrekken we al voor 9:00 uur om de Mekong rivier over te steken naar Thailand. Dat blijkt heel wat langer te duren dan wij hadden ingeschat.
Kippen wisselen in Bahts is niet mogelijk bij het grenswisselkantoor. Naar dollars wisselen is wel mogelijk, maar de wisselkoers vinden we belachelijk. Daarom loopt  Wilbert Laos weer in om bij een mevrouw met een buideltasje het geld te wisselen. Het overvaren is een redelijk gewaagde onderneming over een brede snelstromende rivier. Een boot met geen enkele diepgang is niet ons gedroomde vervoermiddel met onze vijf fietsen en al onze bagage. In Thailand moeten we een zogenaamde ‘Arrival Card’ invullen en dat gaat zeer moeizaam. Voor ons gevoel duurt het dan ook uren voor alles geregeld is. Om 11:30 uur moet er nog 75 tot 90 km worden gefietst.
We zouden volgens het routeboekje over een glooiende weg kunnen rijden, maar we zijn Chiang Kong nog niet uit of we moeten bijna loodrecht naar boven.
Omdat het eerste stuk langs de Mekong bij lange na niet vlak is, besluiten we om de korte route te nemen. De moed zinkt ons in de schoenen als we de berg waar we overheen moeten recht voor ons zien liggen. Helaas blijkt de berg ook net zo steil te zijn als hij er uit ziet. De stijgingspercentages variÎren op veel stukken van 15 tot 20%. Wilbert is zelfs niet in staat om Tim te duwen, want dan zouden ze samen omvallen.
De overnachting maakt gelukkig heel veel goed. Het is een geweldig leuk resort met een zwembad en we kunnen er met ons vijven in ÈÈn huisje slapen. De BBQ voor nog geen €2 per persoon, doet ons de ellende van deze dag bijna helemaal vergeten.
Vooral als de ober verontschuldigend vertelt dat de drankjes niet bij de prijs zijn inbegrepen. Dat snappen zelfs wij wel!
De tweede dag in Thailand fietsen we via het drielandenpunt bij de Gouden Driehoek naar Mae Sai. Dit is een afstand van 46 km. Op het drielandenpunt bezoeken we het Opium Museum. Het blijkt een leuk informatief museum te zijn. Het geheel is een echte toeristisch attractie. Jammer dat het weer abominabel slecht is.
Het hotel is erg mooi, maar de bediening laat erg te wensen over. Wilbert blijkt het afgelopen jaar wat neo-koloniale trekjes te hebben gekregen. Daarom verloopt de communicatie helemaal fout. De, overigens knappe, serveerster keurt ons na een flinke ruzie geen blik meer waardig. Ook bij Wilbert lijkt er af en toe een beetje stoom uit de oren te komen.
Als de heren later in het zwembad liggen, gaan Els en Toine kijken bij de grens met Myanmar. Daar zien we rond 18:00 uur een hele stoet mensen met handkarren en allerlei andere handelswaar de grens weer overtrekken naar Birma. Hier zien we voor het eerst ook veel bedelaars. Veelal zijn dit jonge kinderen met nog jongere kinderen op hun rug.
05 augustus 2008
 Vandaag een dagje Birma. Dit is wel leuk. Eerst moeten we Thailand uit, waarbij we ons onderwerpen aan allerlei formaliteiten. Eenmaal bij de grens van Birma moeten we 10 gloed nieuwe dollars per persoon betalen. Daarna krijgen we een tijdelijke identiteitskaart die  veertien dagen geldig is. Ook moeten we ons eigen paspoort inleveren. Wat wel grappig is, is dat je hier overal over Vredesbruggen moet. We besluiten een kleine tour te doen met een gids. We zijn niet voorbereid omdat we lang niet wisten of we wel de grens over zouden kunnen. We gaan eerst naar een kleine tempel. Daarna rijden we naar een grote Pagode op een berg en weer later naar een soort “mensentuin”, waar leden van zogenaamde ‘hill-tribes’ in traditionele kleding zitten te wachten op toeristen. Wat een nep!!
07 augustus 2008
We  zitten weer op de fiets voor een lange fietsdag naar Chiang Rai. (96 km.)
Nu moet er meer opgelet worden, want in Laos was er maar een weg. Nu moeten we goed opletten dat we de goede, rustige, wegen nemen. Omdat we tegen de route in fietsen is dat niet altijd even makkelijk. Er is hier veel lintbebouwing. Ook vandaag is het weer redelijk goed en valt er maar weinig regen.
Voor de jongens moet het fietsen nu niet meer al te lang duren, dus besluiten we een extra rustdag in te lassen. We nemen, speciaal voor Bart’s verjaardag, onze intrek in een extra luxe resort in Chiang Rai.
Wilbert, Bart en Tim blijven in het resort, terwijl Toine en Els een bezoek brengen aan het Hill tribe museum de twee bekendste Wat’s van Chiang Rai. Vandaag is ook de opening van de Olympisch spelen 2008 in Beijng.
Ondanks dat we geen idee hebben wat het allemaal voorstelt, vinden we het prachtig.
Helaas missen Wilbert en Els de TV uitzending omdat ze in een internet cafÈ zitten.
09 augustus 2008
We beginnen aan de laatste 300 km. van onze fietsvakantie.
Vandaag fietsen we naar Phan en kunnen we weer de hele dag de rustige fietsroute volgen. Onderweg komen we langs een struisvogel farm, waar we ook wat gedronken hebben. De struisvogels zien er zo gestrest uit dat ze niet meer geplukt hoeven te worden. Er zit bijna geen veer meer op die arme beesten, terwijl ze ook nog met hun poten dik in de modder staan. We besluiten hier om vanaf morgen vaker de korte route te volgen langs de drukkere wegen. Het weer is ook behoorlijk druilerig. Helaas hebben we de keus voor de snellere route een dag te laat genomen. We zouden volgens het routeboekje na ongeveer 3 km onverharde weg weer op de verharde weg moeten komen. Maar na 5-10 km onverharde weg komen we op een weg terecht die bestaat uit een verschrikkelijke soort rode modder. Pas na zo’n 7 km afzien, vloeken, vallen en janken komen we weer op de verharde weg terug. Gelukkig kunnen we een dorp verderop de fietsen met een tuinslang en water uit de sloot schoonmaken, want vooral de fiets van Els is niet meer vooruit te branden. Je moet er niet aan denken wat er gebeurd was als die modder was opgedroogd. Morgen moeten we maar kijken of alles nog een beetje werkt.
Van Phan naar Phayao fietsen we over de snelweg.
Van Phayao naar Mae Kachan is weer een mooie fietsdag met een paar stevige klimmetjes. Vandaag is het voor het eerst dat het zelfs een beetje koud is. We beginnen meer en meer te vermoeden dat de beschrijving uit het routeboekje is gemaakt door iemand die het parcours met een brommer heeft afgelegd. Een aantal  klimmetjes is echt heel stevig terwijl er niet eens melding van wordt gemaakt in het boekje.
We besluiten te overnachten bij Cabbages and Condoms (C&C). We slapen in een soort bungalows en ze hebben er heerlijke tosties.
12 augustus 2008
Dit is onze laatste fietsdag. De Thaise koningin is jarig. We hebben daardoor inmiddels al een aantal dagen langs allerlei soorten versieringen gereden.
De dag begint al meteen goed met American breakfast zonder brood, want dat hebben ze alleen ’s middags. Logisch toch?
We fietsen de hele dag langs weg 118. De route is mooi maar van de stijgingspercentages die het boekje aangeeft klopt ook hier geen hout. Waar wordt gemeld dat de stijging 4-5% bedraagt, blijkt het op veel stukken meer dan 10% te zijn. Gelukkig zijn er nu ook verschillende heerlijk lange afdalingen.
We rijden vandaag bewust alle mooie restaurants voorbij omdat we bij de Nederlandse molen willen gaan eten. Helaas is de eigenaar een dagje vrij en moeten we het daarom doen met koekjes bij de eerstvolgende winkel.
Vandaag halen we, met 16,6 km per uur, wel het hoogste daggemiddelde van de hele vakantie.
In totaal hebben we nu 1210 km gefietst. Dat is niets vergeleken met de 31.000 km van Wilbert, maar voor ons is het een toch een hele afstand.
 Chiang Mai is duidelijk een echte stad en hier is er ook echt sprake van druk verkeer en zowaar allerlei verkeersregels zoals ÈÈn richting verkeer.
In Chiang Mai blijven we vier nachten. We beginnen met een regeldagje. We moeten de treinreis naar Bangkok bespreken en we willen een driedaagse trip naar de River Kwai maken. Ook gaan we op zoek naar nieuwe brillenglazen voor Wilbert.
14 augustus 2008
Vandaag gaan we naar de Doi Suthep. Deze tempel op een heilige berg bij Chiang Mai is echt schitterend, evenals de weg er naartoe. Hoewel de wagenzieke Wilbert zich onderweg waarschijnlijk meermaals afvraagt of hij het bezoek aan de Doi Suthep nog wel zo leuk vindt. De volgende dag maken Wilbert, Toine en Els een rondwandeling door Chiang Mai. En hoewel we al heel veel Wat’s hebben gezien deze vakantie, zijn deze toch weer erg mooi, Wat Phra Singh, Wat Chedi Luang en ga zo maar door. Maar ook het Chiang Mai National Museum was de moeite waard. Lunchen doen we bij de vrouwen van “the Women Prison”. Dit is een soort reÔntegratie project, waar de vrouwen middels het werken in een restaurant werken aan hun terugkeer in de maatschappij.
16 augustus 2008
We vertrekken met de trein van 14:50 uur naar Bangkok. Dit is een hele belevenis. De eerste drie uur is het werkelijk een schitterende tocht. Het was zeker de moeite waard geweest om dit stuk te fietsen.
’s Nachts zijn de kakkerlakken alom aanwezig. De vloer is bezaaid met deze beesten. Zondagmorgen om 6 uur komen we, na een korte nachtrust, aan op het station van Bangkok. Zelfs om deze tijd is het hier enorm druk. Gelukkig is het verkeer in Bangkok nog niet echt op gang gekomen. We besluiten snel op zoek te gaan naar het Trang hotel waar we zullen overnachten. Onderweg passeren we de ochtendmarkt. Onvoorstelbaar hoeveel mensen er al op de been zijn op dit vroege uur. Gelukkig is dit het enige drukke gedeelte. Na een tochtje van 5 km bereiken we het hotel.
Het hotel heeft een prachtig zwembad maar de kamers zijn verschrikkelijk. De kamer van Els en Toine heeft geen ramen en in de kamer van de jongens en Wilbert hangt een vreselijke lucht. Later horen we dat de kamer van Els en Toine de ‘schoenendoos” wordt genoemd. Ik bedoel maar!
Na eerst ontbeten en lekker gezwommen te hebben, lopen we nog even Bangkok in. We besluiten in de Rambutri te gaan lunchen. Daarna lopen we snel door naar het Nationale Paleis. We zijn volgens de suppoosten erg laat en we krijgen het advies om bedekkende kleding aan te doen. Als dit gebeurd is, nemen we op de valreep nog een rondleiding. Na alle Wat’s die we al gezien hebben is dit toch weer een hoogtepunt. Ook het paleis met de bonsai bomen op de voorgrond is ronduit geweldig.
18 augustus 2008
Vandaag zijn we weer vroeg op voor de driedaagse toer met gids en chauffeur.
Eerst rijden naar Nakhom Pathom. Hier is de grootste Chedi/Stupa van de wereld en het is tevens het hoogste Boeddistische monument ter wereld. (Hij is overigens wel 3 keer opgehoogd.)
Hierna gaan we met een longtail boot door de kanalen naar de drijvende markt. Daar hebben we de tijd om even rustig rond te lopen en kokospoffertjes te kopen die op een bootje worden gebakken. Het is hier hartstikke leuk en de poffertjes zijn erg lekker. Er worden in die gammele bootjes hele maaltijden klaargemaakt.
Daarna gaan we op weg naar onze overnachtingsplek. Dit zal veruit de leukste overnachting van de hele vakantie worden. We overnachten namelijk op een soort bamboevlotten midden op de River Kwai. Op deze vlotten zijn mooie sfeervolle hutten gebouwd. Het is vooral erg leuk om met een zwemvest in de rivier te springen en je door de stroming mee te laten drijven naar de laatste hutten. Het is wel erg belangrijk om niet te vergeten om op het eind het vlot te grijpen. Waar je anders uitkomt is namelijk volslagen onduidelijk. Wilbert die door Bart en Tim inmiddels een echte waterrat is geworden, krijgt het voor elkaar om stroomopwaarts te drijven. Hijzelf is verre van gelukkig met deze bijzondere vaardigheid. Vraag ons overigens niet hoe hij dit voor elkaar heeft gekregen. Gelukkig voor Wilbert is het een eenmalige ervaring. Omdat hij zo’n fanatieke zwemmer is, springt Wilbert niet met zwemvest het water in. In plaats daarvan laat hij zich rustig van het vlot af zakken. Helaas blijft zijn zwembroek daarbij aan een spijker in het hout hangen. Dat is meteen het einde van zijn zwembroek.
De tweede dag van de toer bezoeken we ’s ochtends de Erawan watervallen. Het leukste van deze watervallen is dat je er erg leuk kunt zwemmen. De apen die rond de watervallen leven, horen we wel maar we zien ze niet. Er zitten wel mooie grote vissen in het heldere water die lekker aan je beginnen te knabbelen als je even stil zat.
Daarna rijden we naar de Tiger Temple. Dit moet voor Tim het hoogtepunt worden van de reis, maar het wordt helaas een verschrikkelijke afknapper. Nadat we een half uur in de rij hebben gestaan, mogen we een aantal tijgers aaien. Het is een genante vertoning. De tijgers lijken wel gedrogeerd te zijn. Onze gids vertelt later dat ook hij ernstige bedenkingen heeft bij de werkwijze van de Tiger Temple. Op het eind van de dag rijden we per trein nog een klein stukje over de Birma spoorlijn. En ook nu hebben we weer een geweldige overnachting in het Kasem Resort op een eiland in de Mekong. Dit resort ligt in de buurt van Kanchanaburie. Tijdens het avondeten vermaakt Tim zich prima met zijn nieuwe laser zaklampje en de gekko’s.
De laatste dag van de driedaagse tour blijven we in Kanchaburie en gaan we naar het museum en de begraafplaats. Dit museum is een echte aanrader en geeft een goed beeld van de historie en de omstandigheden van de gevangenen. Voor we weer de auto in moeten, lunchen we nog bij de brug over de River Kwai.
Daarna worden we naar Ayuthaya gebracht. Daar krijgen we het advies om naar Tony’s place te gaan, maar dat blijkt een matige overnachtingsplek te zijn. Hier doen we ’s avonds de zogenaamde licht toer. Deze begint heel leuk. We gaan eerst naar de olifantenkraal, waar de olifanten gewoon los rondlopen. Tim is er bijna niet weg te slaan. Daarna rijden we langs alle oude Khmer Wat’s. De Wat’s zijn schitterend  verlicht, maar helaas het regent er zo verschrikkelijk hard dat uitstappen absoluut geen optie is. Onze Tuk-Tuk chauffeur snapt er helemaal niets van, maar wij vinden het wel best zo. De volgende dag is het prachtig weer en daarom lijkt het ons leuk om nog eens langs een paar van die prachtige Wat’s te lopen. Daarna gaan we met de Tuk-Tuk naar het station en nemen daar de trein naar Bangkok. Hoewel het hotel in Bangkok ons betere kamers had beloofd kregen we weer dezelfde verschrikkelijke kamers, maar dat pikken we niet. We krijgen nieuwe kamers, maar ook deze kamers zijn maar matig. Ten opzichte van onze eerdere kamers in dit hotel is het wel een enorme vooruitgang.
22 augustus 2008
We bezoeken met onze nieuwe gids een plaatselijk markt, waar we de meest akelige dingen  te zien krijgen, zoals open gesneden kippen met de eieren er nog in en gekookte varkenskoppen. Daarnaast zien we ook nog allerlei zwemmend spul.
Daarna gaan met een kleine longtailboot de Klongs op. Het is een leuke tocht en we krijgen een goede uitleg over de Wat’s die we onderweg zien. Daarna stappen we over op een kleine rocketboat. Het is heel erg grappig om met zo’n enorme rotvaart door de kanalen van Bangkok te varen. Op een rustig stukje zien we ook nog een grote varaan. We lunchen in een echt Thais restaurant. Het is volgens ons het restaurant van de neef van de gids. Het eten is niet erg bijzonder maar tijdens de lunch is er een bokswedstrijd op TV, waar een Thai aan meedoet. Het is voor ons erg leuk om te zien hoe de restaurant bezoeker meeleven met de wedstrijd. De spanning stijgt iedere keer ten top, maar juist dan valt steeds het beeld weg. De restaurant eigenaar probeert telkens zo snel mogelijk weer het beeld tevoorschijn te toveren. Op de terugweg laten we ons door de watertaxi afzetten bij de Chinese wijk. Daar wandelen we rustig doorheen. Alle elektronicawinkels, kledingzaken, fietsenmakers en ga zo maar door zitten bij elkaar in dezelfde straat. Het lijkt wel een beetje op onze autostrada’s, waar alle auto-dealers bij elkaar zitten. Daarna bezoeken we Wat Po. Bart en ik willen ons laten masseren maar dat is niet meer mogelijk, want het is al te laat.
Zaterdag 23 augustus 2008
We gaan bij Vieng Travel voor de zekerheid vragen of ze even willen bellen met de vraag of wij de volgende dag onze fietsen kunnen laten inpakken bij Probike. Vorige week is ons gezegd dat je daar zo heen kunt gaan. Helaas is dat niet mogelijk en ook op maandag zal dit niet gaan lukken. Gelukkig weten de mensen van Vieng Travel voor ons in de Chinese wijk een winkel te vinden waar ze onze fietsen in kunnen pakken. Maar we moeten er wel midden op de dag naar toe fietsen. Gelukkig verloopt alles erg soepel. Na even zoeken hebben we de betreffende winkel al snel gevonden. Het inpakken van de fietsen is echter wel wat meer werk dan we gedacht hadden. De dozen zijn een stukken kleiner dan de fietsen. Daarom moeten al onze fietsen volledig uit elkaar. Tot slot moeten we ook nog op zoek naar een auto die ons samen met de fietsen terug kan brengen naar het hotel. Na even rondvragen vinden we een geschikte pick-up truck met chauffeur, waar wij en de fietsen in mee kunnen voor 300 Baht. De fietsen parkeren we op onze kamer en wij gaan daarna met de taxi naar de Skytrain.
Je mag hier niet ‘hawken’. Dat is het lopen met een lange stok met aan beide uiteinden een grote mand.
Na een korte rit met deze trein komen we in een prachtig winkelcentrum. Nadat we voor Bart kleren hebben gekocht lopen we naar het hoogste gebouw van Bangkok. Het betreffende hotel is maar liefst 302 meter hoog. Op de 77e verdieping kun je binnen rond kijken en op de 84e verdieping sta je buiten op een draaiplateau. We blijven maar liefst twee uur boven tot het helemaal donker is.
Daarna wandelen we terug en eten in een brasserie bij een grote luxe winkel waar je alleen mag werken als je een verwijfde uitstraling hebt en daarbij veel te grote schoenen draagt, zodat je lekker kunt sloffen. Buiten is er een prachtige foto tentoonstelling met een enorme wereldkaart op de grond geprojecteerd, zodat je kunt zien waar de foto’s gemaakt zijn.
Zondag is onze laatste dag in Bangkok. Bart en Els gaan nog naar Wat Po voor een heerlijke massage. Wilbert en Tim gaan naar een internet CafÈ en daarna lunchen we met z’n allen op de Rambutri. Eenmaal terug in het hotel pakken we onze spullen in en zijn Bart, Tim en Wilbert nog ÈÈn keertje lekker gaan zwemmen.
Maandag 25 augustus 2008
Vandaag gaat de terugreis weer beginnen. Om 12 uur gaan we naar het vliegveld en daar lunchen we voor het laatst in Thailand. Els krijgt hier eindelijk de Thiase ijsthee te drinken die ze ook in China heeft gedronken. Ze heeft in heel Thailand deze ijsthee niet meer gevonden en juist op de laatste dag lukt het toch nog.
De terugreis verloopt voorspoedig en Marcel staat ons op het vliegveld op te wachten. Nadat hij ons naar huis heeft gebracht, helpt hij ons ook nog om de fietsen weer in elkaar te zetten. Heerlijk!
Wilbert is in Bangkok gebleven en zal woensdagochtend doorvliegen naar Perth.