Cyprus 2014

6-10-2014 Wild kamperen in het Troödosgebergte 74 km/1351 hm
Mijn laatste vakantie -afgelopen zomer- was in het uiterste noordwesten van Europa. Nu ben ik een weekje fietsen op Cyprus in het uiterste zuidoosten van Europa. Hoewel Cyprus een EU-land is, zou je ook kunnen zeggen dat het in Azië ligt. Cyprus ligt immers voor de kusten van Syrië en Turkijë.
Gisteren ben ik laat op het vliegveld van Pafos geland. Op de weg van het vliegveld naar de stad had ik de eerste beschikbare hotelkamer geboekt via booking.com. Het hotel is spot goedkoop. De overnachting kost slechts € 18,50 per nacht. Het is een oud hotel, maar wel sfeervol. Mijn fiets mocht ik gisteren op mijn slaapkamer stallen. Ik vind het altijd heel geruststellend om naast mijn fiets te kunnen slapen.
Het eerste wat ik doe als ik op sta is uit het raam kijken. Ik maak ook meteen de eerste foto's. Vanuit mijn slaapkamer kijk ik uit op een kerk en enkele palmbomen midden in de stad.
Eenmaal op de fiets, fiets ik door de oude binnenstad met zijn overdekte markt en oude moskee. Na het centrum haal ik geld uit een geldautomaat. Dit is natuurlijk een routine handeling. Maar in een vreemd land gebeuren altijd vreemde dingen. Zo kan ik hier niet kiezen tussen een bedrag van € 150,-- of € 200,--, maar heb ik de keuze uit € 140,-- of € 190,--. Verder rijdt men hier ook links.
Naast de geldautomaat is een bakkerij. Hier koop ik brood en enkele broodjes. Een paar kilometer verderop staat er een leuke strandtent tussen enkele prachtige palmbomen. Ik bestel er een jus d'orange en eet er mijn net gekochte broodjes. Onder de palmbomen, lekker zonnig weer en uitzicht op zee. "Dit is nou vakantie", denk ik.
 Na 20 kilometer gefietst te hebben naar het noorden stopt het asfalt. Ook zijn er plotseling geen bananenplantages meer. Over een stoffige steenslagweg fiets ik verder naar het noorden.
Na een paar kilometer neem ik een afslag naar rechts -landinwaarts- in de richting van de Avakaskloof. Via een pittige heuvel kom ik bij een parkeerplaats. Van hieruit start de wandeling naar de kloof. Na een kilometer loopt het pad echter dood. Ik heb het verkeerde pad gekozen. Een Oostenrijks stel loopt vlak achter me. Ik vertel ze dat het pad dood loopt. Eerst proberen ze zelf nog om door te lopen, maar al snel hebben ook zij door dat het pad hier niet verder gaat. Ze hebben een wandelgids. Daarin staat inderdaad dat we verkeerd gelopen zijn.
We lopen terug naar de parkeerplaats en vandaar weer richting de kloof. Op een enkele plek is de kloof zo smal dat hij aan de bovenzijde is afgesloten door grote rotsblokken die vanuit de bergen naar beneden zijn gevallen. Het is bijna alsof ik door een tunnel loop. Het is koel in de kloof. Daar waar er weer steeds meer licht te zien is, keer ik om en loop terug naar de parkeerplaats.
Langs de kust staat er geen bebouwing in het natuurpark. Een uitzondering hierop is een klein restaurant. Hier eet ik een broodje. Het is inmiddels 30 graden geworden. Een koude cola smaakt uitstekend bij mijn broodje. Ook is het lekker om even in de schaduw te zitten. Langs de weg is er hier nauwelijks schaduw. De begroeiing bestaat uit lage struiken waardoor het landschap een ruige indruk maakt.
Tien kilometer voor Neo Chorio verlaat ik de kustweg. Volgens de fietsroute die ik van internet heb gedownload zou ik de kust verder kunnen volgen. Maar de omschrijving is nogal onduidelijk en er staan veel fouten in. Op mijn kaart van Cyprus en op de kaarten in de 2 reisgidsen die ik bij me heb, kan ik die route langs de kust niet vinden.
In plaats van langs de kust fiets ik nu over een geweldige steenslagweg een heuvelrug op. De lage begroeiing maakt plaats voor een open bos. Het uitzicht over het Akamasschiereiland is prachtig.
Op een heerlijk schaduwterras in Neo Chorio eet ik spare-ribs. Bij de tafel naast me nemen 2 stelletje plaats. Ik denk dat het russen zijn. Met de 2 mannen van een jaar of 50 wil ik geen ruzie hebben. Ze hebben zo'n foute uitstraling dat ik er nu al bang van word. Ze hebben beide een prachtige vrouw bij zich van ongeveer 25 jaar oud. Ik neem aan dat dat niet hun dochters zijn.
Terug aan de kust zie ik al snel dat ik waarschijnlijk te laat ben om de camping bij Stravos in het Troödosgebergte te bereiken voor het domker wordt. Na Polis besluit ik de kustweg sneller te verlaten dan ik gepland had. Op de afslag bij Gialia zie ik dat het nog bijna 30 kilometer is naar Stravos.
Ik weet bijna zeker dat ik niet voor het donker op de camping zal aankomen. Toch fiets ik de bergen in. Na een paar kilometer stopt het asfalt en wordt de weg een grindweg. Op enkele afslagen en splitsingen staan geen borden. Ik gok welke kant ik op moet fietsen. Er is niemand op de weg, dus kan ik ook niemand de weg vragen. De weg slingert door een fraai bosgebied de bergen in. Mijn benen moeten nog wennen aan het fietsen. Het gaat langzaam omhoog. Ik geniet van de prachtige verlaten beklimming.
Al voor 19.00 uur is het helemaal donker. Op een hoogte van 650 meter zet ik mijn tent op langs de weg. Ik ga niet op zoek naar een plekje uit het zicht. Ik verwacht dat er vanavond en vannacht niemand langs zal komen op deze weg. Ik heb al uren niemand meer gezien.
Ik neem een verfrissende douche met een fles water. Dat kost me ruim 1 liter water. Ik hoop dat ik morgen weer op tijd water kan vinden. Maar die douche was echt nodig na al het zweten op de stoffige zandwegen.

8-10-2014 De Turkse Replubliek van Noord Cyprus 107 km / 396 hm
Voordat er vanaf de moskee op geroepen wordt tot gebed ben ik al wakker. Vanaf mijn slaapkamer op de zesde verdieping van het Holiday Inn Hotel  kijk ik uit over de oude ommuurde stadscentrum van Nicosia.  Of Lefkosia zoals men hier zegt.
Om 6.30 uur zit ik al aan het ontbijt. Ik heb honger, al de heerlijke hapjes van het uitstekende buffet gaan er snel in. Na het brood met ei, spek, worst, fetakaas en een aardappelkroket, neem ik ook nog een chocoladecroissant, een stuk gewone cake en een stuk chocoladecake.
Door het midden van de oude stad fiets ik naar de grens. Aan de andere zijde van de grens ligt het Turkse deel van Cyptus. Hoewel men dat in het zuiden altijd "bezet gebied" zal noemen. De oude stad is door de grens in twee delen opgesplitst. De gebouwen staan tot aan de grens. Als je de grenswachten en het prikkeldraad weg zou halen, zou je niet meer zien dat hier de grens is. Bij de grenspost aan de Turkse zijde vermeld ik dat ik meerdere dagen in het noorden zal blijven. Ik krijg daarop een los inlegvel met een visum daarop.
Na de grens heb ik meteen het gevoel dat ik in Turkijë ben. Het is duidelijk minder rijk aan de noordzijde. Er zijn veel huizen waar de bovenverdieping als een balkon uit de voorgevel steekt. Na enkele smalle winkelstraatjes kom ik langs de Büyük Han. Dit is de prachtige Grote Herberg. Het is een soort karavanserai -zoals je langs de zijderoute zou verwachten-, een combinatie van herberg en handelsplaats. De binnenplaats is een vierkant plein met 2 verdiepingen met bogen, waarachter een overdekte gang is met kamers aan de buitenzijde van het complex. In het midden staat een moslimheiligdom.
Ik wil naar het oosten. Om de stad uit te kunnen moet ik helaas eerst naar het noorden, om de "groene lijn" -zoals bufferzone heet tussen het Griekse-Cypriotische en het Turkse deel- heen.  Deze groene lijn wordt bewaakt door VN-troepen.
Ik vind het wel bijzonder dat Cyprus -terwijl een groot deel van het land bezet is- lid is geworden van de EU. Ze behoren zelfs al tot de eurolanden.
Al snel kom ik net buiten de stad op de drukke vierbaansweg naar Famagusta. Door de slipstreamwind van het verkeer fietst ik heerlijk snel over een weg die bijna op een snelweg lijkt. Toch ben ik blij dat ik na ruim 10 kilometer de afslag richting Iskele kan nemen. Daar kom ik op een tweebaansweg met nog maar weinig verkeer.
Vanaf Geutkale probeer ik over kleine weggetje naar Salamis te fietsen. De kleine weggetjes -die op mijn kaart staan- lijken echter niet meer te bestaan. Twaalf kilometer lang fiets ik door een saaie vlakte naar het zuiden. Hier kom ik weer op de drukke weg naar Famagusta.
Na 4 kilometer kan ik gelukkig de drukke weg weer verlaten. Via kleinere wegen kom ik op de kustweg. Daarna is het niet ver meer naar Salamis. Direct aan zee ligt hier een twee duizend jaar oude Romeinse stad met een gymnasium, thermencomplex, aquaduct, amfitheater en een Romeins theater. In het fraaie complex ligt alles heel dicht bij elkaar.
In de schaduw van het restaurant naast de Romeinse stad eet ik een spaghetti. Het is ruim 30 graden vandaag en hier langs de zee is het ook een beetje vochtig. Ik ben blij met een paar verkoelende cola's. Onder het eten bedenk ik hoe ver ik nog wil fietsen vandaag. Ik had gepland om hier te overnachten, maar het is pas 13.30 uur. Ik vind het nog veel te vroeg om op zoek te gaan naar een hotel.
Langs de Famagustabaai fiets ik naar het noorden. In Bogaz bestel ik een cola op een terras aan de kleine haven. Aan de ober vraag ik of er aan de andere zijde van de heuvelrug -langs de noordkust- hotels zijn. Hij legt me uit waar de hotels liggen aan de noordkust. Hij doet dit echter zo onhandig dat ik twijfel of hij wel de waarheid spreekt. Maar omdat hij datgene vertelt wat ik graag horen wil besluit ik door te fietsen naar de noordkust.
Na een kleine bergpas kom ik aan de noordkust. Het landschap is hier veel mooier dan de saaie dorre vlakte waar ik het grootste deel van de dag door gefietst heb. Het contrast van de saaie vlakte vandaag met de super gave bergdag -ruim 2200 hoogtemeters- gisteren in het Troödosgebergte kan bijna niet groter. Gelukkig is het heerlijk fietsweer en de hoogtepunten vandaag zijn niet het landschap maar Salamis en de Büyük Han in Nicosia.
Rond 17.00 uur ligt er bij Kaplica een fraai resort. Een kamer met half board kost 100 Lira. Ik heb geen idee hoeveel de Lira waard is, maar het lijkt me niet erg duur. Voor het donker wordt duik ik nog een paar keer het zwembad in. Tussendoor lig ik in een ligstoel te genieten van de heerlijke muziek die door het complex galmt. Door de laag staande zon ligt het zwembad in de schaduw. Dat komt goed uit want mijn huid is vandaag al genoeg bloot gesteld aan de warme zonnestralen.
Voor het avondeten wil ik nog water uit de kraan drinken. Dat is hier geen goed idee. Er komt zout water uit de kraan.
Het avondeten is een prima buffet buiten op het terras bij het zwembad. Het is nog heerlijk weer om buiten te zitten. Het is echt super goed vakantieweer de afgelopen dagen. Cuprus is tot nu toe een topbestemming. In 3 dagen heb ik al gefietst op geweldige bergwegen en langs een paar fraaie stukken kustlijn, 2 culturen gezien, een wandeling door een kloof gemaakt, een leuke stad, een beach resort en een Romeinse ruïnestad bezocht.

10-10-2014 Op de oude hoofdweg 104 km / 526 hm
Voor de tweede keer deze reis ben ik het gezellige Nicosia. Dit keer overnacht ik in een leuk klein hotel. De vorige keer sliep ik op de zesde verdieping van het grote Holiday Inn Hotel. Voor de helft van het geld ontbijt ik nu niet in een grote saaie eetzaal zonder uitzicht, maar zit ik lekker buiten op een terras in één van de leuke straatjes van de oude binnenstad.
Daar staat tegenover dat de service geheel anders is. De receptioniste maakt mijn ontbijt. Ze is net om 8.00 uur begonnen met werken. Ze vindt het nog veel te vroeg om te werken. Na 15 minuten krijg ik thee en jus d'orange. Vijf minuten later krijg ik 2 geroosterde sneetjes brood en wat jam. Ik vreesde al dat ik voor zo'n waardeloos Zuid Europees ontbijt had zitten wachten. Echter enkele minuten later volgt er een verrassing in de vorm van 2 gebakken eieren, spek, kaas, tomaat en komkommer. Zo heb ik toch nog een goed ontbijt.
Voor de terugreis naar het vliegveld heb ik voor de komende 2 dagen de oude hoofdweg gekozen. Ik volg de borden naar Limassol -Lemesos- in zuidelijke richting. Na enkele kilometers zie ik voor me -aan de kleur en de grootte van de borden- dat de weg waarop ik fiets een snelweg wordt. Ik vraag iemand langs de weg hoe ik op de oude weg kom. Links afslaan en meteen weer rechtsaf. Zo eenvoudig is het om over de goede weg de drukke stad uit te fietsen. Langs de oude weg ligt er al snel een stuk fietspad.
Het fietsen op het fietspad is nogal onhandig. Bij elke zijstraat -en dat zijn er veel- stopt het fietspad. Ik moet dan tussen paaltjes door een paar meter naar rechts fietsen naar een afrit om op de hoogte van de weg uit te komen. Aan de andere zijde fiets ik weer zo'n onhandig opritje op. Ik zie 2 wielrenners. Het verbaast me niet dat zij niet op het mooie nieuwe fietspad fietsen.
Na 15 kilometer verlaat ik de industrietereinen van Nicosia. Er is dan allang geen fietspad meer. Dat is ook niet nodig, er is vaak een prima vluchtstrook. Al snel is die vluchtstrook ook niet meer nodig. Het wordt snel rustig op de weg. Heuvel op, heuvel af fiets ik door een dor landschap.
Na ruim 30 kilometer ga ik in de schaduw van een kapel zitten. Ik eet een paar mueslirepen en drink het heerlijke water van Cyprus. De afgelopen dagen in de Turkse Republiek van Noord Cyprus kwam er zout water uit de kraan. Dat was niet te drinken. Maar nu ik weer in het zuiden ben is het water weer goed.
Ondanks de heuveltjes en de frisse tegenwind vanuit zee nader ik al snel de zuidkust. Een paar kilometer voor de kust bestel ik bij een eettent langs de weg een broodje. Ik wil er ook een cola bij, die moet ik in de winkel naast de eettent zelf gaan kopen. Nadat ik dat gedaan heb komt de man uit de winkel -die dus ook in het restaurant werkt- me vertellen dat ik nog een kwartier op mijn broodje moet wachten. Ze hebben het heel erg druk, 3 man in de keuken en wel 8 klanten. Zoals zo vaak op Cyprus maken mannen zich heel erg druk om niets. Ik wacht in de "onnodige drukte" rustig op mijn broodje. Het lekkere broodje -wat ik 10 minuten later krijg-  is de moeite van het wachten waard.
De laatste kilometers naar Limassol is het druk op de weg. Ik fiets door een megabadplaats. Twee keer verlaat ik de weg om over het voetpad langs de stranden te fietsen. Dat pad is verboden voor fietsers. Ik fiets er toch, wel extra langzaam om me aan te passen aan de wandelaars. Beide keren stopt het wandelpad na een kilometer weer, waardoor ik weer terug naar de hoofdweg moet.
Na een prachtige promonade kom ik in het centrum van de stad uit. Ik wil hier het kasteel bezoeken. Koning Richard Leeuwenhard is hier getrouwd. Als ik voor het kasteel sta heb ik geen zin meer om het te bezoeken. Het is een saaie blokkendoos zonder ramen. Het is druk met bezoekers en ik vind de plek voor het kasteel niet geschikt om mijn fiets met bagage achter te laten.
Ik fiets en loop nog een klein stukje de stad in en besluit dan om verder te fietsen. Mijn idee om hier te overnachten laat ik varen. Al snel staan er bordjes met een fietsroute naar Kolossi. Ik volg de route een stuk, maar na een paar rare slingers in de route volg ik de gewone weg weer naar Kolossi.
In Kolossi staat een goed bewaard middeleeuws kasteel. Eigenlijk is het niet veel meer dan een lompe toren. Alleen boven de toegangspoort is er een kleine uitbouw. Hier kon men kokend water en pek naar beneden laten vallen op eventuele indringers. Het uitzicht vanaf de toren is goed. Binnen in de toren ziet de toren er nog als nieuw uit.
In Episkopi -het eerste dorp na Kolossi- ga ik op zoek naar een hotel. Tot drie keer toe vraag ik iemand hoe ik bij het hotel moet komen. Het hotel is redelijk groot. Het is erg rustig in het hotel. In en bij het zwembad ben ik de enige. Aan het einde van het zwembad staan 2 prachtige palmbomen. Daarachter ligt in de verte de kust.
Voor het avondeten kan ik niet terecht in het hotel. Het restaurant is gesloten. De receptioniste vertelt me dat er 300 meter verderop een taverne is. Ruim een kilometer verder is er inderdaad een taverne.
Ik bestel voor € 1,70 een voorgerecht met gebakken champions en als hoofdgerecht een visschotel. Ik bestel geen salade. Even later blijkt dat iedereen hier een salade krijgt, of je het besteld hebt of niet. De visschotel lijkt er één voor 2 personen. Het lukt me maar net om al die heerlijke vis op te eten. Na het eten bestel ik een kop thee. Ik krijg een kan thee met een schaaltje met druiven. Beide komen net als de salade niet op de rekening. Ook staan de champions voor maar € 1,-- op de rekening. Wat een gastvrijheid.
Terug op mijn hotelkamer ga ik op mijn terras zitten. Binnen laad ik mijn telefoon op met gebruikmaking van mijn wereldstekker.
Morgen ga ik eerst de Romeinse stad Kourion bezoeken. Daarna is het niet ver meer naar het vliegveld. Misschien fiets ik nog verder tot Pafos -15 kilometer voorbij het vliegveld- voor een hotel. Overmorgen vlieg ik terug naar huis.
In zo'n luxe weekje in het relatief goedkope Cyprus heb ik per dag ongeveer € 70,-- -exclusief vliegreis- uitgegeven. Dat is veel meer dan afgelopen zomer op het dure IJsland. Dit komt vooral omdat ik bijna de helft aan hotels heb uitgegeven. Verder heb ik van het heerlijke eten en de overal beschikbare koude frisdrank en ijsjes genoten.