Verenigde Staten van Amerika deel 3
      
      Donderdag   7 juni 2018  Van Arizona naar Utah  83 km 917 hm    
      
      Vanuit Las Vegas was het een lange dag fietsen door de woestijn -zonder  dat er iets was langs de weg- naar Overton. Gisteren ben ik vanaf Overton  Arizona binnen gefietst. Op het einde van de dag moest ik voor de tweede keer  de I15 op. Deze Interstate nummer 15 is een freeway. Mijn GPS gaf het volgende  aan "auto(snel)weg (fietsen toegestaan). Dit tweede deel over de snelweg  ging door de spectaculaire kloof van de Virgin River. Ik ben nu aan het einde  van het meest indrukwekkende deel van de kloof op de Virgin River Campground.  Dit is een camping met waterkraantjes, maar geen douches. Op een paar plaatsen  is er een afdak gebouwd, zodat je daar onder in de schaduw kunt zitten. Onder  één van deze afdakjes heb ik mijn tent naast een tafel opgezet.
      
      Ik ben vroeg op en vertrek al om 7.15 uur. Het eerste deel fiets ik op  de vluchtstrook. Even is het gevaarlijk op de weg. Bij een brug over de rivier  is plotseling geen vluchtstrook en moet ik op de weg fietsen. gelukkig is er  even weinig verkeer. Rond Saint George zijn er verschillende afslagen en wordt  het druk op de snelweg. BIj de afslagen let ik goed op om niet in de baan van  snel rijdend verkeer te komen. 
      
      Bij afslag 6 verlaat ik de snelweg en meteen na de afslag eet ik bij  Subway een broodje. Ik zou het normaal veel te vroeg vinden om cola te drinken,  maar op deze hete dag is zo'n "fountain drink" wel lekker verkoelend.  Als ik verder de stad uit fiets zie ik rode bergen. Ik ben inmiddels Arizona  uit en Utah in gefietst.
      
      Na nog een tussenstop om een ijsje te eten kom ik halverwege de dag in  La Verkin. Hier kom ik weer op een route van de Adventure Cycling Association.  Dit is de Grand Canyon Connector Bicycle Route. Ik wil de komende dagen een  deel van deze route volgen. Bij de supermarkt haal ik wat boodschappen. Ik ben  op weg naar Zion National Park en ik heb op internet gezien dat alle  accomadatie en campings rondom het park vol zijn geboekt. Ik ga proberen ergens  voor of na het park te kamperen.
      
      Vlak na La Verkin kom ik in Virgin langs een toeristen restaurant. Ze  hebben een fort en een klein stukje wildwest stad nagebouwd. Ik bestel er een  hamburger en ga heerlijk buiten op het terras in de schaduw zitten. Ik ben de  enige gast buiten op het terras. "Normale" mensen gaan hier gewoon  binnen in de gekoelde ruimte zitten. Maar ik kijk graag van me af. 
      
      
      Op het terras spreek ik nog een paar Nederlanders. Even later komt er  nog een Nederlands stel bij die ik eerder in Pahrump ontmoet heb. Ze vragen  waar ik ga overnachten. Ik vertel ze dat ik net op de kaart een camping een  paar kilometer verder op heb gezien. Zij blijken daar ook allemaal te staan.  Even later zie ik dat het een mooie camping is met een bord er bij dat de  camping vol is. Ik probeer toch even bij de receptie of ik niet op een half  plekje mag staan. Ik zie plek genoeg op de camping. Maar zo werkt dat hier  niet. Op de dure camping zijn allemaal perfekt aangelegde betonstroken gemaakt  waarop je kunt kamperen. Dus zo maar op een stukje gras staan is er niet bij,  al is er ruimte genoeg. Ik wordt dus weg gestuurd, maar ik krijg wel een  briefje mee met een kampeerplaats zonder voorzieningen verderop langs een  riviertje. Ze vraagt me ook nog waarom ik niet met een truck onderweg ben. Ja,  inderdaad welke mafkees gaat er nu fietsen in Amerika.
      
      Een paar kilometer vanaf de hoofdweg is een schitterende kampeerplek in  een stukje bos langs een riviertje. Helaas geen douche, maar douchen met een  fles water en je kleren wassen op een steen in de rivier heeft ook zo zijn  charme. Aan de ene kant staat naast me een paar jonge lui met een busje uit  Florida en aan de andere kant staat een groep kampeerders van de scouting. De  man van de scouting vertelt me dat ze toestemming hebben van de eigenaar om  hier te kamperen. Blijkbaar mogen anderen hier ook kamperen. Tegen de avond  komen er nog meer kampeerders.
      
    Later bekijk ik mijn fietsplannen voor de komende dagen. Ik vraag me af  hoe moeilijk het gaat worden om te kamperen of eventueel in hotels te  overnachten rond de nationale parken. Terwijl ik dit aan het typen ben wordt ik  uitgenodigd om naar een Indiaanse vuurdans te komen kijken.
Zondag   10 juni 2018  Grand Canyon 77 km  860 hm  
        
      Nadat ik eergisteren het schitterende Zion Nationaal Park heb bezocht,  ben ik gisteren naar Jacob Lake gefietst op een hoogte van ongeveer 2400 meter  boven zeeniveau. Ik deel mijn kampeerplaats vandaag met een Franse fietster. Ze  heeft niet erg veel kracht. Gisteren heb ik haar geholpen met het op zetten van  haar tent, vandaag help ik haar weer met het afbreken. Ze heeft het zelfde  model tent als mijn tent, alleen ik heb een tweepersoons tent en zij een  éénpersoons tent. Bij deze tenten is het soms wat lastig om de buitentent van  de dwarsstok -die bovenop zit- te halen. Ze heeft ook één van de tentstokken  gebroken en gespalkt met een stukje hout. Daardoor past de buitentent niet meer  goed over de binnentent. Ik help haar dit wat beter te repareren. We tapen 2  van mijn haringen om de stok ter plaatse van de breuk. Ik hoop dat dit beter is  dan het houten klosje.
      
      Even later wil ze haar banden bij het tankstation oppompen. Het  tankstation is echter nog gesloten. Ze heeft op haar driewieler smalle banden  die helemaal zacht zijn geworden. Ik vraag of ze een pomp bij zich heeft die  past op haar autoventielen. Die heeft ze, maar ze zegt dat ze daarmee de banden  niet hard genoeg kan oppompen. Haar fietspomp ziet er degelijk uit en ik  probeer een band op te pompen. Het kost wel wat kracht maar het lukt me om de  banden prima op spanning te krijgen. Daarna daalt ze af naar het westen terwijl  ik verder naar het zuiden fiets.
      
      De enorme veranderingen in landschappen waren de laatste maanden zeer  verrassend. Zo ook vandaag. Naar een klein woestijngedeelte kwam ik gisteren  boven de 1800 meter hoogte in bosgebied terecht. Nu ik verder omhoog klim is  het een steeds dichter bos met steeds grotere -voornamelijk dennen- bomen. Op  2500 meter hoogte is een stuk bos afgebrand. Daar baal ik van omdat ik hierdoor  vol tegen de wind in moet fietsen.
      
      Eenmaal over het hoogste punt -2700 meter- is er weer meer bos. Na een  kleine afdaling kom ik door een gebied met groen grasland en is het bos steeds  op bergen op de achtergrond. Wat een enorm contrast met de woestijn waar ik  gisteren nog doorheen fietste. Soms lijkt het wel op het noorden van Mongolië.  Het lastige is wel de harde wind in het grasland hier. Een paar keer moet ik  langs de weg stoppen om niet van de weg afgeblazen te worden. De wind is erg  verradelijk en ik ben vooral bang dat als ik de weg op moet sturen om door de  harde wind overeind te blijven dat ik dan aangereden zal worden door een passerende  auto.
      
      Na 40 kilometer is er tegenover de "De Motte" camping een  tankstation. Ik koop daar een flesje cola en een hotdog. Terwijl ik die op eet  komt er een Amerikaans stel op een tandem aan. Het zijn Nancy en Neal. Op de  deur van het tankstation zie ik op de weersverwachting staan. Voor vandaag zijn  er rukwinden van ruim 50 kilometer per uur voorspeld. Ik vertel Nancy en Neal  dat ik naar de camping De Motte wil gaan omdat ik de wind te gevaarlijk vind.  Zij zeggen dat ze niet zo veel last van de wind hebben gehad en vragen of ik  met hun mee terug fiets naar de camping bij North Rim. Hun kampeerplek op de  camping in het Grand Canyon Nationaal Park is groot genoeg voor nog een tent.  Dit is een prima gelegenheid om mooi vlak bij de Grand Canyon te kamperen.
      
            Samen fietsen we naar North Rim. Gelukkig is de wind op dit deel van de  route niet zo lastig. En eenmaal aan het afdalen fietsen we ook lang door de  luwte van het bos. Nadat ik mijn tent heb opgezet kan ik weer een keer douchen  onder een echte douche. De afgelopen dagen was er geregeld een camping zonder  douche en moest ik steeds mijn douche maken door een fles water boven mijn  hoofd leeg te laten lopen.
      
    Aan het einde van de middag fietsen we samen naar de lodge op de North  Rim. Achter de lodge is Bright Angel Point. Hier is een spectaculair uitzicht  over de Grand Canyon. Het is hier ook opvallend rustig. Volgens Neal zijn er  aan de South Rim meer dan 20 keer zo veel toeristen. Neal nodigt me ook nog uit  om met de auto snel nog even naar Point Imperial te rijden. Bij de lodge koop  ik snel nog 2 stukken pizza, die ik in een doos achter onder de snelbinders  stop. We fietsen terug naar de camping en rijden daarna meteen met de auto door  naar het hoogste uitzichtspunt -8803 ft- langs de Grand Canyon. Als we er aan  komen zijn we de enige toeristen.  Als we  weer weg gaan komen er nog 2 andere auto's aanrijden. Terug op de camping gaan  Nancy en Neal inpakken, want ze willen morgen vroeg in de ochtend met hun leuke  kleine caravan terug naar huis rijden. Hun huis ligt op mijn fietsroute en ik  krijg een uitnodiging om daar te komen overnachten. 
Vrijdag   15 juni 2018  Monument Valley 90  km 857 hm   
       
      Naast me staat Frans -een Nederlander- op de camping. Hij fiets Coast to  Coast door Amerika, maar is nu met een huurauto een extra route aan het  afleggen. Hij is vroeg op omdat hij een tour naar Monument Valley heeft  geboekt. Als de sprinkler-installatie aan gaat loopt er allemaal water naar  zijn kampeerplek. Ik zie dat hij snel zijn tent op pakt en verderop neer zet.
      
      Ik fiets naar Monument Valley. Het is bewolkt vandaag. Bij het bekende  uitzicht over een paar schitterende tafelbergen besluit ik geen tour te boeken  door Monument Valley. Ik denk dat ik de bergen vanaf hier ook prima zie. Met de  fiets mag ik niet verder door het gebied fietsen en ik schat in dat je vanaf  die extra route geen beter uitzicht krijgt.
      
      Na ruim een uur fietsen kom ik aan de achterzijde van de  "tafel"-bergen en hier is het zicht -doordat ik nu niet tegen de zon  in kijk- mooier. Het is weer één van de vele bekende landschappen die ik ooit  in een film gezien heb. Natuurlijk net als het landschap bij Monument Valley,  dat ik ken uit Westerns. Gisteren waren er bij het museum van de Goulding Trading  Post -vlak bij mijn kampeerplek- ook diverse afbeeldingen van John Wayne. Hij  zou daar ook te gast zijn geweest bij de filmopnames.
      
      Bij de Valley of the Gods zie ik vanaf de hoog gelegen weg dat een  mountainbiker terug naar zijn auto fietst. Even later haalt hij me in en weer  even verderop staat hij me op te wachten met de vraag of ik genoeg water bij me  heb. 
      
      Ik heb genoeg water, maar iets kouds te drinken is altijd wel lekker.  Dat heeft hij niet, maar er staat ook een klein team met Brazilianen. Ik krijg  een flesje met koud water van ze. De Brazilianen zijn één van de twee  begeleidingsteams van een Braziliaanse fietser. Terwijl er een media-auto langs  rijdt, vertellen ze me dat ze een Coast to Coast race rijden. Hun fietser heeft  het eerste deel van de route 700 kilometer gefietst zonder te rusten.
      
    
Eenmaal weer op weg komt de Braziliaans fietser me heel langzaam voor  bij. Dat tempo ziet er niet goed uit voor iemand op een racefiets. Bij de  volgende beklimming haal ik hem bijna weer in. Even later staan er 3 auto's  langs de weg. De fietser ligt tussen de geparkeerde auto's en wordt gemasseerd.
      
      Ik heb een makkelijke fietsdag vandaag door een landschap met rode  kliffen. Door de rugwind ben ik al vroeg op de camping. Ik ben de eerste  kampeerder vandaag. Na een goede douche eet ik bij het restaurant vlak voor de  camping een Cowboy-steak.
      
      Terug bij mijn tent ben ik blij dat ik achter een groene heg uit de wind  sta op een mooi stukje gras. Al vele malen is alles in de tent vol met zand  gewaaid door de bijna dagelijke harde middagwind. Terwijl ik in de tent zit te  typen komt er konijntje gras eten en er waaien enkele regenbuien over. Bij het  restaurant vertelde een man nog dat er voor morgen slecht weer voorspeld is, waarschijnlijk  waait de meeste regen over maar het grootste probleem is hier altijd de storm  die eraan vooraf gaat, zo vertelde de man. Dat heb ik inmiddels al een paar  keer ondervonden.
      
  Donderdag   21 juni 2018  Colorado 108 km 1373  hm  
    
      Vanuit Monument Valley ben ik een paar dagen naar het noorden gefietst  door Utah. Vanuit het plaatsje Moab heb ik het schitterende Arches Nationaal  Park bezocht. Gisteren ben ik vanuit Moab eerst naar het zuiden en daarna naar  het westen gefietst. Ik ben nu in Naturita dat in de staat Colorado ligt.
      
      Naturita is een prima plek om te overnachten. Op het rv-park hebben ze  ook een paar kleine plekken om met de tent te kamperen. Tegenover het rv-park  is een kleine supermarkt en verderop in het dorp is een klein hotel met  restaurant, waar ik gisteren gegeten heb. De bebouwing is typisch als in het  "wilde westen". Her en der staat een gebouw in het dorp. Een aantal  gebouwen hebben een soort veranda of overkapping aan de straatzijde met  daarachter een rechthoekige gevel die de hoogte heeft van de nok van het  schuine dak dat daarachter zit.
      
    Ik word wakker omdat de zon in mijn gezicht schijnt. Hoogste tijd dus om  op te staan. Het is heerlijk weer om nog te blijven liggen als ik in de schaduw  zou staan. Ik ben hier in de bergen op een hoogte van boven de 1600 meter en  het is afgekoeld tot onder de 20 graden. Maar in de zon is het al snel te heet  en dus sta ik maar op. Als ik mijn spullen heb ingepakt eet ik in de schaduw  van het toiletgebouw een banaan. Terwijl ik eet kijk ik naar de enorme  combinatie die gisteren de camping is opgereden. Het is een camper met de  afmeting van een touringcar en daarachter een caravan met -zo schat ik in- een  lengte van 12 meter. Gelukkig hebben ze hier op de camping drive-through plekken,  want even voor en achteruit rijden om het geheel ergens te parkeren is met dit  gevaarte onmogelijk.
      
      Vandaag wil ik de Dallas Divide over fietsen. Dit is een bergpas van  ongeveer 2700 meter hoogte. De top hiervan ligt pas over 80 kilometer. Ik verwacht  dat ik de hele dag langzaam omhoog moet fietsen. Al snel na mijn vertrek klim  ik even met 7 procent het dal uit. In het dal is het groen maar tegen de  hellingen is het nog dor en droog.
      
      Na het kleine stukje steil klimmen gaat de weg nog maar heel langzaam  omhoog. Ik fiets nu over een soort hoogvlakte. Als ik een paar honderd meter  ben gestegen wordt het steeds groener. Er zijn diverse boerderijen met groen  grasland. Echte bergen zie ik verte. Aan de noordzijde van deze hoge bergen  ligt nog wat sneeuw. Na een tijdje kom ik door het dorpje Redvale. Er zijn geen  winkels, wel is er een postkantoor en een kerk. De meeste huizen hebben de tuin  netjes, maar er staan ook een paar huizen met de gebruikelijke oud ijzer -in de  vorm van veel oude auto's- en rommel om het huis.
      
      Om 10.45 uur fiets in het volgende dorp -Norwood- in. Dit dorp is wat  groter en er zijn ook winkels en restarants. Bij een restaurant bestel ik aan  de counter een ontbijt met spek, eieren en gebakken aardappelen. Ik zit er  heerlijk in de tuin, maar helaas hebben er een aantal mensen net voor me ook  eten besteld. Een uur later verlaat ik mijn plekje in de tuin pas weer.
      
      Nu heb ik tijdens de lange pauze mijn fiets verplaatst, zodat de  achtertassen en mijn zadel niet meer in de hete zon waren. Mijn voorwiel was  dat helaas wel. De voorband is helemaal leeg. Ik pomp de band op en hoor dat de  band bij het ventiel leeg loopt. Ik denk meteen dat dit komt omdat ik eerder in  Mexico nieuwe binnenbanden heb moeten kopen. En dat de kwaliteit daarvan zo  slecht is dat het ventiel nu uit de binnenband scheurt. Ik heb alleen nog maar  binnenbanden bij me die lek zijn. Ik kan ze niet plakken omdat de gaatjes zo  klein zijn dat ik ze niet vinden kan. Een paar dagen geleden heb ik mijn laatste  nieuwe Mexicaanse binnenband op het achterwiel gelegd. Ik had toen net als alle  eerdere lekke banden op deze reis op 2 plaatsen een lek doordat er kleine  ijzerdraadjes in de buitenband zaten. Ik denk dat deze ijzerdraadjes delen van  de vele kapot gereden autobanden zijn die overal op de vluchtstrook liggen.
      
      Aan de overzijde zie ik een fietsenwinkel. De winkel is gesloten maar ze  maken toch voor me de deur open en ik koop er een nieuwe binnenband. Aan de  overzijde verwissel ik in de schaduw de binnenband. En zoals ik al gedacht had  is inderdaad het ventiel half los gescheurd van de binnenband. Die band gaat  dus ook maar meteen de prullenbak in. Hopelijk krijg ik tot het einde van deze  reis geen lekke banden meer en kan ik er in Nederland weer goede binnenbanden  op leggen.
      
      Met een flinke vertraging fiets in Norwood uit. Net na het dorp staan er  op eens waarschuwingsborden. Vrachtauto's moeten opletten dat ze niet omvallen  en ook moterrijders worden extra gewaarschuwd. Even later volgt er een paar  kilometer lange afdaling het dal van de San Miguel rivier in. Daarna gaat de  weg stroomopwaarts door dit fraaie bergdal. Vanuit de open hoogvlakte met gras  ben ik nu opeens tussen de bergen met bos. Op de berghellingen staan  voornamelijk naaldbossen terwijl onder in het dal veel loofbomen staan. Die  loofbomen zijn in het voorjaar prachtig groen.
      .
      
      Midden op de middag maakt de weg net voor Placeville een scherpe bocht  naar links. Ik ga even rechtdoor het dorp in om bij de "General  Store" een paar hot dogs en een fles koude cola te kopen. Op het bankje  voor de winkel eet ik een hotdog. Op het bankje zit nog een fietser die iets  verderop woont. De fietser vertelt dat hij edelsmid is en ook uitvinder. Hij  heeft de V-brakes uitgevonden. Zelf heeft hij al vanaf 1977 geen auto meer. Als  ik informatie vraag over de Dallas Divide vertelt hij dat het nog 13 mijl naar  de top is en dat de top op 10.000 feet ligt. Volgens mijn kaart is de top iets  lager maar ik begrijp dat -net als bijna de hele dag al- de weg heel langzaam  omhoog gaat.
      
      Ik kom nu weer op een fietsroute -Great Parks Bicycle Route- van de  Adventure Cycling Association. De weg heeft net als de hele dag al 2 rijbanen,  maar de weg is nu iets breder omdat er aan beide zijden een kleine vluchtstrook  is. Ik kan nu prima fietsen op die vluchtstrook. Toch vond ik de rustige weg  van deze ochtend prettiger. Het is drukker op de weg en men kan nu ook harder  rijden omdat ik nu niet op de rijbaan ben.
      
      Ik fiets 8 mijl lang achter elkaar omhoog. Het gaat redelijk makkelijk  omdat ik de wind in de rug heb en het niet steil is. In het asfalt zit onder de  grindlaag een plaklaag waarin er door de hitte allemaal belletjes ontstaan. Ik  fiets over die belletjes en heb het gevoel alsof ik de belletjes kapot druk en  dat het teer aan mijn banden blijft plakken. Dat laatste gebeurt gelukkig maar  heel erg weinig. 
      
      Bij een afslag naar een weiland stop ik even in de schaduw. De bananen  die achter op mijn bagagedrager liggen zijn helemaal warm geworden en beginnen  zwart te worden. Gelukkig is de binnenzijde nog goed en ik eet de bananen maar  op, want ik kan ze niet langer meer bewaren. Daarnaast drink ik een liter koude  jus -uit mijn thermosfles- die me een lekkere verkoeling geeft.
      
      Vlak voor de top van de Dallas Divide komen er steeds meer fraaie hoge  bergen in het zicht. Ik maak een paar keer foto en fiets langzaam omhoog. De  beklimming van alle hoge bergpassen -en deze is met 2700 meter hoogte hoog- is  elke keer weer een gevecht. Ik ben dan ook blij als ik boven ben. Boven staat er  een bord met de hoogte van 8970 ft. Ik geniet daarna van de afdaling en stop  nog diverse keren om foto's te maken van de bergen.
      
      De afdaling brengt me in Ridgway. Ze hebben borden staan dat de  vluchtstrook nu een bike lane is. In de afdaling is de bike lane echter te  gevaarlijk om op te fietsen. Iemand is hier zo dom geweest om de rijbaan met  een machine schoon te vegen met als resultaat dat de hele fietsstrook vol met  grind ligt. Nu ben ik net weer op een fietsroute en is het eerste fietspad wat  ik tegen kom te gevaarlijk om op te fietsen. Soms is het toch ook een shit hole  country voor fietsers denk ik dan in de termen van de huidige president
    .
      Ridgway is een leuk western stadje. Op een terrasje bestel ik een pasta  met een stuk zalm. Als er fietsliefhebbers naast me komen zitten en horen dat  ik net de Dallas Divide beklommen heb, vertellen ze me dat ik maar beter nog  een stuk zalm kan bestellen. Dat doe ik echter niet want ik zit helemaal vol  van het eten. De laatste 8 kilometer naar de camping van het Ridgway State Park  doe ik het dan ook rustig aan.
      
      Voor de prachtige kampeerplek bij het State Park moet ik $33 betalen. En  daarvoor krijg ik geen warm water bij het douchen. Daarvoor moet ik apart  betalen met kwartjes. Ik maak er een opmerking over, maar ik begrijp dat men  hier in Amerika nu eenmaal het systeem heeft dat je per plek betaald. Hoewel ik  zit natuurlijk op een fietsroute en men zou ook hiker-biker plaatsen ter  beschikking kunnen stellen voor $5 of $10. Plotseling komt de ranger op het  idee dat ze een fout heeft gemaakt. De prijs is maar $26. Ze is echter niet  gewend dat er iemand zonder voertuig het terrein op wil. Omdat de administratie  niet op orde is vandaag moet ik zelf maar een plekje uit zoeken op de camping.  De kampeerplaatsen zijn mega groot. Op mijn kampeerplek ligt een stuk beton van  3 bij 10 meter met 2 stel tafels en banken er op. Ook heb ik de ruimte om een  auto met aanhangwagencombinatie van wel 20 meter lengte te parkeren. Wat ik  alleen mis is een plek van 2 vierkante meter vlak grasland om mijn tent op te  plaatsen. Soms is dit land toch ook een shit hole country voor de  tentkampeerder denk ik dan maar weer.
      
    De avond geniet ik van het heerlijke weer en de prachtige bergen om me  heen. Wat een schitterende natuur heeft dit land en vooral ook de grote  afwisseling van landschappen vind ik erg gaaf. De groene bergen hier van  Colorado zijn weer geheel anders dan de rode kliffen van bevoorbeeld Utah.
Maandag   25 juni 2018  Continental Divide  94 km 1164 hm 
          
      Ik heb gelukkig geen hoofdpijn meer als ik wakker word. De afgelopen 2  nachten heb ik geslapen in Gunnison bij Nancy en Neal. Nancy en Neal heb ik  ontmoet bij de Grand Canyon. Ze wonen hier op een hoogte van 2300 meter en  hebben vanaf hun huis een geweldig uitzicht over Gunnison en de bergen er  achter. Achter Gunnison zie ik in de verte Mount Ouray. Deze 4255 meter hoge  berg ben ik gisteren samen met Neal op gewandeld. Zoals gebruikelijk heb ik  problemen met grote hoogte. Tijdens die wandeling of misschien tijdens de  autotocht naar het begin van de wandeling op een hoogte van 3300 meter heb ik  die hoofdpijn opgelopen.
      
      Na 2 gezellige dagen bij Nancy en Neal neem ik afscheid en fiets verder  naar het westen. In Gunnison zie ik een thermometer op 49 graden staan. Dat is  ongveer 10 graden Celcius. Normaal zou ik dat erg koud vinden om in te fietsen,  maar de woestijnzon schijnt hier volop en het is al lekker weer. Een paar uur  lang fiets ik met een licht rugwind door een groen dal met fraaie bergen op de  achtergrond.
      
      Ik fiets heel langzaam omhoog naar een hoogte van 2500 meter hoogte. Net  voor de "echte" beklimming van de Monarch pas begint ligt het gehucht  Sargents. In het restaurant ter plaatse bestel ik "elk meatloaf" met  aardappelpure. Ik fiets over de fietsroute van Great Parks. Hier loopt de route  een klein stukje samen met de Continental Divide route. Deze route volgt de  Continental Divide van Canada naar Mexico. Er is een race bezich over deze  route. Er is een Britse fietser en later komen er nog 2 fietsers die mee doen  aan deze race. De winnaar is al 3 dagen binnen maar deze fietsers moeten denk  ik nog wel een weekje fietsen. De Brit vertelt me dat de route vooral over  gravelwegen gaat en dat hij ongeveer 160 kilometer per dag fietst met ongeveer  3000 hoogtemeters. (Op dit moment loopt er ook een fietsrace van Coast to  Coast.)
      
    Als ik na deze stevige maaltijd verder fiets is het een stuk harder gaan  waaien. De harde westenwind duwt me de berg op. De beklimming is niet steil en  het stijgingspercentage komt niet boven de 8% uit. Ik geniet van de prachtige  bergen om me heen. Rond de top van de Monarch pas -op een hoogte van 3400  meter- kom ik heel even bij de boomgrens. Op de top staat een bord met de  Continental Divide. Het water ten westen van deze scheiding gaat naar de Stille  Oceaan en ten oosten naar de 
    Atlantische Oceaan. Een stel toeristen vraagt of  ze een foto van me moeten maken voor het bord. Dat is inderdaad wel leuk.  Daarna maak ik een foto van het stel voor het bord. Ik vraag of ik de fiets  -die voor het bord staat- moet weg halen. Dat vinden ze niet nodig want  iedereen begrijpt toch wel dat zij niet naar boven zijn gefietst.
      
    Het eerste deel van de afdaling is schitterend. In Mayville ga ik naar  de camping net achter het dorp. Bij de receptie vraag ik of er een restaurant  in de buurt. Ja, vlakbij. Waar dan? Nou op de afslag onder aan de afdaling. In  reageer er maar niet op, want ik weet dat ik er inderdaad zo naar toe kan  fietsen. Het is nog een afdaling van bijna 10 kilometer met windkracht 7 in de  rug. Ik schat echter in dat terug fietsen 1,5 tot 2 uur in beslag zal nemen.  Dat is niet wat ik bedoelde met vlakbij.   Ik heb vanmiddag al goed gegeten en ze hebben hier knakworstjes te koop. 
      Op mijn enorm grote kampeerplaats -voor ruim $30- zet ik in een klein  hoekje mijn tent op. Voor ik ga douchen ga ik op de rand van mijn kampeerplaats  in de schaduw achter een kleine boom zitten. Daarna neem ik een douche en warm  de goedkope worstjes op. Het is lastig koken met de sterke wind. Helaas smaken  de worstjes slecht en ik gooi het grootste deel weg.
      
    In de avond bekijk ik de route voor de volgende dag. Op de kaart van de  Great Parks Bicycle Route zie ik dat ik na een kleine afdaling eerst een klim  van 250 meter, dan ruim 500 en daarna bijna 300 meter krijg. Er tussen zijn  maar kleine afdalingen en ik zal op een hoogte van 3000 meter hoogte terecht  komen bij het plaatsje Fairplay. Bij Fairplay kruis ik de bekende Trans America  Trail. Dit is de meest populaire Coast to Coast fietsroute.   
Vrijdag   29 juni 2018  Einde Amerika reis  17 km 
        
      Het ontbijt is erg matig vandaag. Dat valt wel een beetje tegen, want  het hotel kost $103,-- per nacht. Maar hier in Amerika moet je al blij zijn als  je een ontbijt krijgt, ook als het hotel boven de $200,-- kost per nacht is er  meestal geen ontbijt. En een ontbuffet met goedkoop plastic bord en bestek zou  ik in Europa al helemaal een aanfluiting vinden, maar hier is dat heel normaal.
      
      Ik heb mijn laptop mee genomen omdat ik in mijn hotelkamer een te  slechte wifi-verbinding heb om op internet te kunnen werken. Ik ben echter te  vroeg om in te checken . Mijn vlucht naar Amsterdam vertrekt morgen om 10.30  uur en je kunt je 30 uur van te voren inchecken behalve voor de vluchten van en  naar de USA. Voor de vluchten van en naar de USA kun je je pas 24 uur van te  voren aanmelden. Na het ontbijt vertrek ik naar mijn kamer en na 10.30 uur ga  ik terug naar de receptie.
      
      Het lukt me niet om een werkbare internetverbinding te maken met mijn  laptop. De receptioniste vraagt of iemand de router wil resetten. Het lukt me  wel om met mijn telefoon een verbinding te maken met de KLM-site. Via die site  word ik doorgeschakeld naar de site van Delta. Bij het aanmelden maak ik een  foutje en probeer een stap terug te gaan. Ik krijg echter een scherm dat ik  moet wachten omdat ik ingecheckt word. Dat duurt langer dan 5 minuten. De  receptioniste komt me helpen. Ze logt mijn gegevens in bij Delta, terwijl ik  nog steeds in de wacht sta op mijn smartphone. Ze kan zo mijn boardingpassen  uitdraaien en alle gegevens die ik net heb ingevuld staan al op haar scherm. Ik  vind dit erg makkelijk zo, want dan hoef ik niet de boardingpassen door te  mailen naar het hotel met het verzoek om deze voor me uit te printen.
      
      Aan het einde van de ochtend fiets ik naar het centrum van de stad. In  Down Town Denver zijn een aantal leuke straten met nog veel oude gebouwen. Het  station -Union Station- is een fraai gebouw met mooie nieuwe perrons er achter.  Er zijn veel leuke terrasjes, maar als ik geen lekker schaduw plekje zie fiets  ik weer langzaam terug. Op de heen weg heb ik diverse leuke restaurants gezien,  dus ik verwacht er op de terugweg ook nog wel één tegen te komen. Ik fiets  steeds afwisselend rechts af en links af door het rechte stratenpatroon. De  woonwijken bestaan allemaal uit lanen -met veel groen dus- met kleine vrij  staande huizen. De architectuur van de huizen is fraai. Als ik terug ben bij  het hotel heb ik nog steeds geen restaurant gevonden. Ik parkeer de fiets op  mijn slaapkamer en wandel dan de snelweg -waaraan mijn hotel ligt-over en ga  bij het eerste restaurant wat eten.
      
      Na het eten loop ik iets verder door naar een kapper. Er is een  duidelijk verschil met de fraaie woonwijken ten zuiden van de snelweg en dit  deel ten noorden van de snelweg. Soms lijk ik weer even in Mexico te zijn en  hier bij de kapper lijkt het erop of ik in het Caribisch gebied terecht gekomen  ben.
      
      Na de kapper koop ik bij een "1 dollar"-supermarkt een paar  rollen tape en 2 zakjes met drop. Op mijn laatste dagen in de USA heb ik zo  maar een plaats gevonden waar ik drop kan kopen. In het hotel haal ik de  trappers van mijn fiets, laat de banden leeg lopen, verwijder het voorwiel en  draai het stuur, zodat de fiets in de doos past. Mijn fiets is net iets te  groot. Ik ga niet de fiets verder demonteren, maar laat een klein stukje van de  achterband, het stuur en het zadel uit steken. Daarna plak ik de doos dicht met  het tape. 
      
            Ik heb besloten om morgen met een taxi naar het vliegveld te gaan. Ik  zou ook met de trein kunnen gaan, maar dan moet ik 4 kilometer met een grote  doos onder de arm naar het station fietsen. Daarna zou ik dan moeten zien hoe  ik met de fiets en de grote doos op de trein kan stappen. Vervolgens zou ik dan  op het laatste  moment mijn fiets in de  doos moeten stoppen op het vliegveld. Ik vind het nu wel prettig dat ik alles  al in heb kunnen pakken en zo kan ik morgen op een normale tijd op staan.
      
      Op dit laatste deel door de Verenigde Staten heb ik van de 25 nachten 6  keer in een hotel geslapen, 2 nachten bij Nancy en Neal en 17 nachten op een  camping. De prijs van de hotels was gemiddeld €84,05 ($97,50). De prijs van de  campings was gemiddeld € 17.08($ 19,82). De gemiddelde prijs van de campings is  zo laag omdat er 3 kampeerplaatsen gratis waren en ik een paar kampeerplaatsen  heb gedeeld met andere fietsers. De prijs van veel kampeerplaatsen was rond de  $30.
      
      Per dag heb ik € 61,18 ($ 70,98) uitgegeven. De helft van deze kosten  waren voor de overnachtingen. De andere helft voor het eten en drinken  onderweg. Verder heb ik bijna niets aan toegangsprijzen betaald omdat ik een  jaarpas had voor de nationale parken. Alleen de $6,-- voor Monument Valley viel  niet onder deze jaarpas. Ook de $20 dollar voor de kapper vandaag zitten in  deze prijs, maar niet de ruim $66 voor de taxi morgen naar het vliegveld.
      
      Op het vliegveld zal ik morgen ook nog $100,- -net als op de heenreis  €100,--, bij moeten betalen voor het meenemen van de fiets.
    De hoogtepunten van het gehele reisdeel -4998 kilometer- door de  Verenigde Staten van Amerika waren:
- Pacific Coast Bicycle Route (San Diego naar Los Angeles en San Francisco naar Big Sur)
 - USS Midway in San Diego
 - Sierra Cascades Bicycle Route met oa Sequoia en Yosemite National Park
 - San Francisco met oa Alcatraz en de Golden Gate Bridge
 - Death Valley National Park
 - Las Vegas
 - Zion National Park
 - Grand Canyon National Park
 - Arches National Park
 - Monument Valley met Goulding Trading Post
 - bergen in Colorado met oa wandeling Mount Ouray en bergpassen Dallas Divide en Monarch
 - over de hele route de snel wisselende landschappen met prachtige bergpassen waarbij het leek alsof ik steeds weer in een andere klimaatzone terecht kwam
 
